>>aangepast op 10-12-2023<< | Blad 1 van 32 bladen. | Schema Volgend blad Laatste blad |
1. | v | Dieuwer (Dieuwer) Jans OOIJEVAAR [2]. Geb. ±1676 te ? verm. Koppershorn (bron: ?), ged. ? te ? Overl. ± 10-1757 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 7). Aangegeven op 31-10-1757 door haar broer Albert Ooijevaar. , begr. op 29-10-1757 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 18). . - Op 14-09-1716 doet Dieuwer Jans Ooijevaar bij de rechtbank een verzoek om de goederen, nagelaten door haar overleden man Jacob Pietersz Laan, openbaar te verkopen om zo haar schulden te kunnen aflossen. (bron: ORA Abbekerk) - Op 29-09-1716 wordt de boedel van Dieuwer Jans Ooijevaar geïnventariseerd door de notaris. (bron: ORA Abbekerk) - Begin 1717 wordt het geld uit de opbrengst van de openbare verkoop in het boedelhuis door de rechtbank ontvangen. (bron: ORA Abbekerk) - Op 01-03-1717 wordt de opbrengst uit de openbare verkoop verdeeld onder de schuldeisers. Schuldeisers zijn onder andere: Chirurgijn Hendrik van der Molen voor medicijnen Jacob Pietersz Laan, Jan Hardeman voor zijn doodskist, Burgemeester Simon Pietersz Zijms voor het wit brood, rogge brood en beschuit gegeten op zijn begravenis, Pieter Pietersz voor het bier gedronken op deze zelfde begravenis en verder nog 16 andere voor de meer dagelijkse levensbehoefde (bron: ORA Abbekerk) Woonplaats op 05-03-1696 Koppershorn, op 16-06-1716 en 15-01-1719 Lambertschaag. Otr. (1) [1] ? te ? Tr. op 05-03-1696 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 5). , tr. kerk ? te ? Echtgenoot is Jacob (Jacob) Pietersz LAAN (Klein Piet) [3]. Geb. ? te ? verm. Lambertschaag, ged. ? te ? Overl. ± 07-1716 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 11). Aangegeven op 16-07-1716 door zijn vrouw Dieuwer Jans , begr. ? te ? Zn. van ? (?) LAAN [1021] en ? (?) ? [1022]. - Op 21-04-1696 wordt Jacob Pietersz Laan genoemd als molenaar van molen nummer 19 [de vierde watermolen vanaf Medemblik naar het westen toe ten westen van Lambertschaag] Het jaarloon bedraagt dan f 75,- na zijn overlijden wordt op 17-07-1716 Allert Jansz Schagen molenaar op deze molen (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) - Op 12-05-1700 betaald Jacob Laan 3:0:0 voor de pacht van de steiger bij Lambertschaag. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 139) - Op 25-04-1701 betaald Jacob Laan 1:1:0 voor de jaar pacht van de post [= paal] tot Lambertschaag en de hoofden ten westen van de Hoogwouderwaal voor 0:6:0. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 145+148) - Op 12-05-1703 wordt de reperatie van de kuip en de kap van de watermolen van Jacob Laan afgewesen (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) - Rond 1705 wordt Jacob Pietersz Laan als 4de genoemd in de lijst met watermolen van Medemblik westwaards (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) - Op 03-05-1707 worden reparaties aan de boven tafel goedgekeurd van Jacob Laan zijn watermolen (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) - Op 18-02-1710 schuldbekentenis van Jan Haij aan Jacob Laan uit de watermolen bewesten Lambertschaag. De schuld komt voort uit de koop van een huis en erf te Lambertschaag en zal in 5 jaarlijkse termijnen in de maand mei van de komende jaren worden afgelost (bron: ORA Abbekerk inv nr 5435 fol 120+121) - Op 08-04-1716 krijgt hij een boete wegens het onjuist zijlen en masten van de watermolen. (bron: ORA vier noorderkogge inv nr 7075a fol 86) - Op 28-04-1716 worden als reparaties voorgesteld aan Jacob Laan zijn watermolen genoemd de waterloop en metselwerk aan de bak en het vernieuwen van het scheprad (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) [mogelijk de zoon van Pieter Pietersz Hos/Hes. Deze wordt op 27-04-1675 vermeld met de alias Klein Pet als broer van Cornelis Pietersz Groot. (bron: ORA Abbekerk inv nr 5433 fol 733) en later op 11-05-1685 eveneens vermeld met de alias Klein Piet. (bron: Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 30) . Hij werd het eerst vermeld op 18-05-1680 (bron: Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 8) . Ook vermeld eind 1680 in (bron: Ambacht 4 noorder kogge 7075a fol 23 + 24) . Overige vermeldingen op 06-05-1652 , 08-05-1684 , 11-05-1685 , 17-05-1687 (bron: Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 resp. fol 19, 28, 33, 37, 44)]. Woonplaats op 05-03-1696 Lambertschaag. Otr. (2) [2] op 31-12-1718 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 11). , tr. op 15-01-1719 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 10). , tr. kerk ? te ? Echtgenoot is Jan (Jan) Gerritsz WEEL [4]. Geb. ? te ? verm. Lambertschaag, ged. ? te ? Overl. ± 07-1736 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 13). Aangegeven op 12-07-1736 door zijn zwager Albert Ooijevaar. , begr. op 10-07-1736 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 18). . Zn. van Gerrit (?) WEEL [1023] en ? (?) ? [1024]. Jan Gerrits Weel is weduwnaar: Otr. [290] op ? te ?, tr. op 25-07-1689 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 5) , tr.kerk op? te ? met Anna (Anna) CORNELIS [881], Geb. op ? te ?, ged. op ? te ?. Overl. ± 12-1717 te Lambertschaag (Aangegeven op 07-12-1717 door haar man Jan Gerrits Weel) (bron: DTB Abbekerk inv nr 11) , begr. op ? te ?. dv: ? [1019] en ? [1020]. Uit dit huwelijk: Antje (-1712) - Op 17-04-1720 akte van huwelijkse voorwaarden tussen Jacob Jacobsz Bouwman weduwnaar en Trijntje Jans Weel. Zij wordt bijgestaan door haar vader Jan Gerritsz Weel (bron: NOT Abbekerk inv nr 132 fol 47). - Op 03-01-1725 openbare verkoping van de ervan van Zijbrand Jansz Mans. Hierin koopt Jan Dirksz Sijm van Lambertschaag een huis, Erf en boomgaart. Het ligt te Lambertschaag ten oosten van de weg naast Jan Gerritsz Weel ten zuiden en Jan Dirksz Sijm ten noorden. Albert Jansz Ooijevaar uit de watermolen beoosten Lambertschaag staat samen met Willem Dirksz uit Lamberschaag borg (bron: NOT Abbekerk inv nr 134 fol 28). - Op 14-08-1727 verkoopt Jan Dirksz Sijm van Lambertschaag een huis en erf aan Jan Klaasz Goedhart. Jan Gerritsz Weel en Jan Jacobsz Sijbrants worden genoemd met naasgelegen land (bron: ORA Abbekerk inv nr 5436 fol 111) - In 1731 genoemd in het verpondingsregister van Lambertschaag (bron: Verponding 1733 Lambertschaag inv nr 599) . Woonplaats op 15-01-1719 Lambertschaag. |
2. | v | Liesbeth (Liesbeth) Jans OOIJEVAAR [5], geb. ±1681 te ? verm. Koppershorn (zie II.5). |
3. | m | Jan (Jan) Jansz OOIJEVAAR (de Jonge) [7], geb. ±1682 te ? verm. Koppershorn (zie II.6). |
4. | m | Albert (Albert) Jansz OOIJEVAAR [9], geb. ±1690 te ? (zie II.8). |
Blad 1 van 32 bladen. | Schema Volgend blad Laatste blad |