>>aangepast op 10-12-2023<< Blad 1 van 32 bladen.Schema bron   Volgend blad   Laatste blad


I.1    Jan (Jan) Jansz OOIJEVAAR [1], watermolenaar.
Geb. rond 1645 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ±10-1720 te Lambertschaag (bron: DTB Abbekerk inv nr 12). Aangegeven op 05-10-1720 door zijn zoon Albert Ooijevaar. bron, begr. ? te ?
Zn. van Jan (Jan) OOIJEVAAR [1356] en ? (?) ? [1357].
[Mogelijk was hij een zoon van Jan Pietersz Kuijter en kleinzoon van Pieter Albertsz Kuijter

- Op 09-03-1633 verkoopt Jan Pietersz Kuijter 2 morgen uit 4 morgen en 4 roeden genaampt de Bokkeweide naast Klaas Sluis en Anna Jacobs alias Anna Jong. (bron: ORA Spanbroek inv nr 5564 fol 20) transcriptie
- Op 24-05-1648 verkoopt de weduwe van Jan Pietersz Kuijter met haar kinderen en voogden Eddick Jansz Vlaar ende Dirk Heijnsz een stuk rietland in Spanbroek aan Cornelis Klaas Koemeester. Ook verkoopt zij een 1/2 x 1/5 en 1/2 x 1/6 part deel in een huis en erf aan Jacob Pietersz Kuiter. De vorige eigenaar was Pieter Albertsz Kuijter. Het huis ligt oa naast Aafje Pietersz Kuijter (bron: ORA Spanbroek inv nr 5564 fol 225, 226) transcriptie transcriptie

Op 11-01-1659 verkoopt Jan Pietersz Ooijevaar uit tak 4, 2 morgen en 4 roeden genaamt de Bokkeweide. hij kocht het dus waarschijnlijk van Jan Pietersz Kuijter

Deze akte doet vermoeden dat Pieter Albertsz Kuijter de vader was van o.a. Jan Pietersz Kuijter, Aafje Pietersz Kuijter en Jacob Pietersz Kuijter

- Op 21-01-1682 de veiling door de erfgenamen van de in Friesland overleden Klaas Jansz Kaijter een stuk land genaamd Kuijters akker aan het Slimpad aan Koert Klomp. Op 17-08-1682 een akte aangaande deze verkoop door de erfgenamen te weten Cornelis Pietersz Timmerman weduwnaar van Aagje dochter van Cornelis Jansz Kaijter te Spanbroek mede namens Jan Jansz Ooijevaar, Dieuwer Jans, Gerbrechje Jans, Marie Jans vrouw van Jacob Boudewijns Pot, Trijn Jans en Reijnoutje Jans. Vermeld wordt ook de procuratie van 17-01-1682. (bron: ORA Spanbroek inv nr 5586 fol 23, 5565 fol 138) (bron: transcriptie transcriptie

Deze akte doet vermoeden dat Klaas Jansz Kuijter een broer is van Cornelis Kuijter, Jan Jansz Ooijevaar, Dieuwertje Jans, Gerbrechje Jans, Maartje Jans, Trijntje Jans en Reijnoutje Jans. Mogelijk is de vermelde Jacob Boudewijns Pot de zwager Jaap Bot die genoemt wordt in de akte uit 1673. Deze Jacob Pot wordt ook op 09-08-1676 vermeld in ORA Abbekerk inv nr 5433 fol 787. Als dit Jan Jansz Ooijevaar uit tak 3 is lijkt het vreemd dat hij niet naar de notaris ging omdat de afstand Spanbroek Lamberschaag slechts 10 km is]

- Op 02-02-1665 wordt ene Jan Jansz Ooijevaar uit Abbekerk vermeld als getuigen bij een rechtzaak. (bron: ORA Abbekerk inv nr 5426 fol 2) transcriptie
[- Van 1672 tot en met 1720 uitgezonderd de jaren 1688, 1689 en 1690 vermeld als pachter van het viswater de "Koppershorner Kolk" / "de Hoogwouderwaal" wat vermoedelijk de kolk is bij de molen die hij bemaalt.]
- Op 27-05-1673 krijgt Jan Jansz Ooijevaar een vermaning voor het, in de watermolen, verbranden van hout uit de dijk en hout bestemd voor het onderhoud van de dijk. Ook zijn zwager Jaap Pot wordt vermeld (bron: NOT Medemblik inv nr 3175 fol 46) transcriptie
- Op 21-05-1677 betaalt Jan Oijevaar voor 25:0:0 voor 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 2) bron
- Op 23-05-1678 betaalt Jan Oijevaar voor 18:0:0 voor 1ste van 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal of Jan Oijevaars kolk. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 3) bron
- Op 18-05-1679 betaalt Jan Oijevaar voor 18:0:0 voor 2de van 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 6) bron
- Op 29-05-1680 betaalt Jan Oijevaar voor 18:0:0 voor t 3de van 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal of Jan Oijevaars kolk. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 10+11) bron
- Op 08-05-1681 betaalt Jan Oijevaar voor 18:0:0 voor t 4de van 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 14) bron
- Op 06-05-1682 betaalt Jan Oijevaar voor 18:0:0 voor t laatste van 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 18) bron
- Op 17-08-1682 verkopen de erfgenamen van de in Friesland overleden Klaas Jansz Kaijter een stuk land genaamd Kuijters akker aan het Slimpad aan Koert Klomp. De erfgenamen zijn de Cornelis Pietersz Timmerman weduwnaar van Aagje dochter van Cornelis Jansz Kaijter te Spanbroek mede namens ene Jan Jansz Ooijevaar, Dieuwer Jans, Gerbrechje Jans, Marie Jans vrouw van Jacob Boudewijns Pot, Trijn Jans en Reijnoutje Jans. Vermeld wordt ook de procuratie van 17-01-1682. transcriptie
- Op 17-05-1683 betaalt Jan Jansz Oijevaar voor 7:0:0 voor 1 ste van 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal en samen met Jan Arisz voor 0:10:0 van Lambertschaag door Abbekerk tot aan de Vekent . (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 22) bron
- Op 08-05-1684 betaalt Jan Oijevaar voor 7:0:0 voor t 2de van 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 26) bron
- Op 11-05-1685 betaalt Jan Oijevaar voor 7:0:0 voor t 3de van 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 30+31) bron
- Op 21-05-1686 betaalt Jan Oijevaar voor 7:0:0 voor t 4de van 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 34+35) bron
- Op 17-05-1687 betaalt Jan Jansz Oijevaar voor 7:0:0 voor t laatste van 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 37+38) bron
- Op 17-05-1688 wordt de molen van Jan Oijevaar vermeld. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 44) bron
- Op 12-05-1689 wordt de molen van Jan Oijevaar vermeld. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 49) bron
- Op 12-05-1690 wordt de molen van Jan Oijevaar vermeld. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 54) bron
- Op 17-05-1691 betaalt Jan Oudevaar voor 5:0:0 voor 3 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 59+60) bron
- Op 12-05-1692 betaalt Jan Oudevaar voor 5:0:0 voor 't 2de van 3 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 67+68) bron
- Op 19-05-1693 betaalt Oudevaar voor 5:0:0 voor 't laatste van 3 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 75+76) bron
- Op 15-05-1694 betaalt Oudevaar voor 5:0:0 voor 3 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 84+85) bron
- Op 30-05-1695 betaalt Jan Oudevaar voor 5:0:0 voor 't 2de van 3 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 93-94) bron
- Op 21-04-1696 wordt Jan Jansz Ooijevaar genoemd als molenaar van molen nummer 18 [de derde watermolen vanaf Medemblik naar het westen toe] Het jaarloon bedraagt dan f 75,-. [de koopkracht van fl.75,- in 1696 is ongeveer 735 euro in 2016 (bron www.iisg.nl/hpw/calculate2-nl.php)](bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 24-05-1696 betaalt Jan Oudevaar voor 5:0:0 voor 't laatste van 3 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 101-102) bron
- In 07-04-1697 een reparatie aan het dak van de molen om Jan Ooijevaar droog te kunnen laten slapen. (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 13-05-1697 betaalt Jan Oudevaar voor 10:0:0 voor 3 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 109+110) bron
- Op 12-05-1698 blijkt tijdens de inspectie dat de molen van Oude vaar toe is aan een nieuw scheprad (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 20-05-1698 betaalt Jan Oudevaar voor 10:0:0 voor 't 2de van 3 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 117+118) bron
- In 1699 een nieuw scheprad, een nieuwe kuip met toebehoren en nieuwe deurtjes voor zijn bedstee. (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 355)
- Op 08-05-1699 betaalt Jan Oudevaar voor 10:0:0 voor 't laatste van 3 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 125+126) bron
- Op 12-05-1700 betaalt Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 133+134) bron
- Op 25-04-1701 betaalt Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 't 2de van 5 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 141+142) bron
- In 11-05-1701 een reparatie aan de kuip van de molen van Jan Ooijevaar. (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 18-05-1702 betaalt Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 't 3de van 6 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 149+150) bron
- Op 15-05-1703 betaalt Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 't 3de van 6 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 157+158) bron
- Op 23-04-1704 betaalt Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 't 4de van 6 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 165+166) bron
- Rond 1705 wordt Jan Jansz Ooijevaar als 3de genoemd in de lijst met watermolen van Medemblik westwaards (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 24-04-1705 betaalt Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 't 5de van 7 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 175+176) bron
- Op 17-04-1706 betaalt Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 't 6de van 7 jaar en nog 7 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. Tevens voor 1:0:0 het hooft naast de twisker brug (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 185+186+193) bron
- In 04-1707 betaald Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 't eerste van 8 jaar en nog 7 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. Tevens voor 1:0:0 het hooft naast de twisker brug (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 195+196) bron
- Op 11-05-1708 betaalt Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 't 2de van 8 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 205+206+207) bron
- Op 19-04-1709 betaalt Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 't 3de van 8 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 213+214+215) bron
- Op 25-04-1710 betaalt Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 't 4de van 8 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron: Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 223+224+225) bron
- Op 25-04-1710 pacht hij voor een jaar het dijkhooft bij de "Sijberkarspelse waardijk". (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 554 fol 232) bron
- Op 01-05-1711 betaalt Jan Oudevaar voor 20:0:0 voor 't 5de van 8 jaar pacht van de Hoogwouderwaal de kolk bij Koppershorn. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 231+234+235) bron
- Op 04-05-1712 betaalt Jan Oijevaar voor 20:0:0 voor 't 6de van 8 jaar pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornkolk. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 3) bron
- Op 11-05-1713 betaalt Jan Oijevaar voor 20:0:0 voor 't 7de van 8 jaar pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornkolk. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 14) bron
- Op 18-04-1714 betaalt Jan Oijevaar voor 20:0:0 voor 't laatste jaar pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 25) bron
- Op 27-04-1715 betaalt Jan Oijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk voor de rest van zijn leven. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 35) bron
- Op 08-04-1716 krijgt hij een boete wegens het onjuist zijlen en masten van de watermolen. (bron: ORA vier noorderkogge inv nr 7075a fol 86) transcriptie
- Op 29-04-1716 betaalt Jan Oijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk voor de rest van zijn leven. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 46) bron
- Op 27-02-1717 is Jan Jansz Ooijevaar getuigen bij de akte voor huwelijkse voorwaarden van Simon Jansz Koster en Maartje Dirks. (bron: NOT Abbekerk inv nr 132) transcriptie
- Op 03-04-1717 betaalt Jan Oijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk voor de rest van zijn leven. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 56) bron
- Op 03-05-1718 betaalt Jan Oijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk voor de rest van zijn leven. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 56) bron
- Op 05-04-1719 wordt Jan Jansz Ooijevaar zijn zoon Albert Jansz Ooijevaar aangesteld als molenaar. Deze moet wel beloven zijn vader onderdak te verlenen in de molen. (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 02-05-1719 betaalt Jan Oijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk voor de rest van zijn leven. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 77) bron
- Op 06-05-1720 betaalt Jan Oijevaar voor 20:0:0 voor de pacht van de Hoogwouderwaal of Koppershornerkolk voor de rest van zijn leven. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-555 fol 88) bron.

Otr. [345] rond 1675 te ? (bron: ?), tr. ? te ? Tr. kerk ? te ?
Echtgenote is ? (?) ? [1027].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
afbeelding afbeelding .
Uit dit huwelijk:
   1. v  Dieuwer (Dieuwer) Jans OOIJEVAAR [2].
Geb. ±1676 te ? verm. Koppershorn (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ± 10-1757 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 7). Aangegeven op 31-10-1757 door haar broer Albert Ooijevaar. bron, begr. op 29-10-1757 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 18). bron.
- Op 14-09-1716 doet Dieuwer Jans Ooijevaar bij de rechtbank een verzoek om de goederen, nagelaten door haar overleden man Jacob Pietersz Laan, openbaar te verkopen om zo haar schulden te kunnen aflossen. (bron: ORA Abbekerk) transcriptie
- Op 29-09-1716 wordt de boedel van Dieuwer Jans Ooijevaar geïnventariseerd door de notaris. (bron: ORA Abbekerk) transcriptie
- Begin 1717 wordt het geld uit de opbrengst van de openbare verkoop in het boedelhuis door de rechtbank ontvangen. (bron: ORA Abbekerk) transcriptie
- Op 01-03-1717 wordt de opbrengst uit de openbare verkoop verdeeld onder de schuldeisers. Schuldeisers zijn onder andere: Chirurgijn Hendrik van der Molen voor medicijnen Jacob Pietersz Laan, Jan Hardeman voor zijn doodskist, Burgemeester Simon Pietersz Zijms voor het wit brood, rogge brood en beschuit gegeten op zijn begravenis, Pieter Pietersz voor het bier gedronken op deze zelfde begravenis en verder nog 16 andere voor de meer dagelijkse levensbehoefde (bron: ORA Abbekerk) transcriptie

Woonplaats op 05-03-1696 Koppershorn, op 16-06-1716 en 15-01-1719 Lambertschaag.
Otr. (1) [1] ? te ? Tr. op 05-03-1696 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 5). bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Jacob (Jacob) Pietersz LAAN (Klein Piet) [3].
Geb. ? te ? verm. Lambertschaag, ged. ? te ?
Overl. ± 07-1716 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 11). Aangegeven op 16-07-1716 door zijn vrouw Dieuwer Jans bron, begr. ? te ?
Zn. van ? (?) LAAN [1021] en ? (?) ? [1022].
- Op 21-04-1696 wordt Jacob Pietersz Laan genoemd als molenaar van molen nummer 19 [de vierde watermolen vanaf Medemblik naar het westen toe ten westen van Lambertschaag] Het jaarloon bedraagt dan f 75,- na zijn overlijden wordt op 17-07-1716 Allert Jansz Schagen molenaar op deze molen (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 12-05-1700 betaald Jacob Laan 3:0:0 voor de pacht van de steiger bij Lambertschaag. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 139) bron
- Op 25-04-1701 betaald Jacob Laan 1:1:0 voor de jaar pacht van de post [= paal] tot Lambertschaag en de hoofden ten westen van de Hoogwouderwaal voor 0:6:0. (bron Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 145+148) bron
- Op 12-05-1703 wordt de reperatie van de kuip en de kap van de watermolen van Jacob Laan afgewesen (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Rond 1705 wordt Jacob Pietersz Laan als 4de genoemd in de lijst met watermolen van Medemblik westwaards (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 03-05-1707 worden reparaties aan de boven tafel goedgekeurd van Jacob Laan zijn watermolen (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie
- Op 18-02-1710 schuldbekentenis van Jan Haij aan Jacob Laan uit de watermolen bewesten Lambertschaag. De schuld komt voort uit de koop van een huis en erf te Lambertschaag en zal in 5 jaarlijkse termijnen in de maand mei van de komende jaren worden afgelost (bron: ORA Abbekerk inv nr 5435 fol 120+121) transcriptie transcriptie
- Op 08-04-1716 krijgt hij een boete wegens het onjuist zijlen en masten van de watermolen. (bron: ORA vier noorderkogge inv nr 7075a fol 86) transcriptie
- Op 28-04-1716 worden als reparaties voorgesteld aan Jacob Laan zijn watermolen genoemd de waterloop en metselwerk aan de bak en het vernieuwen van het scheprad (bron: Ambacht vier noorder kogge inv nr 1558-26 oud 355) transcriptie

[mogelijk de zoon van Pieter Pietersz Hos/Hes. Deze wordt op 27-04-1675 vermeld met de alias Klein Pet als broer van Cornelis Pietersz Groot. (bron: ORA Abbekerk inv nr 5433 fol 733) en later op 11-05-1685 eveneens vermeld met de alias Klein Piet. (bron: Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 30) bron. Hij werd het eerst vermeld op 18-05-1680 (bron: Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 fol 8) bron.
Ook vermeld eind 1680 in (bron: Ambacht 4 noorder kogge 7075a fol 23 + 24) bron bron.
Overige vermeldingen op 06-05-1652 bron, 08-05-1684 bron, 11-05-1685 bron, 17-05-1687 bron bron (bron: Ambacht 4 noorder kogge 1558-554 resp. fol 19, 28, 33, 37, 44)].

Woonplaats op 05-03-1696 Lambertschaag.
Otr. (2) [2] op 31-12-1718 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 11). bron, tr. op 15-01-1719 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 10). bron, tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Jan (Jan) Gerritsz WEEL [4].
Geb. ? te ? verm. Lambertschaag, ged. ? te ?
Overl. ± 07-1736 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 13). Aangegeven op 12-07-1736 door zijn zwager Albert Ooijevaar.
bron
, begr. op 10-07-1736 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 18). bron.
Zn. van Gerrit (?) WEEL [1023] en ? (?) ? [1024].
Jan Gerrits Weel is weduwnaar:
Otr. [290] op ? te ?, tr. op 25-07-1689 te Abbekerk (bron: DTB Abbekerk inv nr 5) bron, tr.kerk op? te ?
met Anna (Anna) CORNELIS [881],
Geb. op ? te ?, ged. op ? te ?.
Overl. ± 12-1717 te Lambertschaag (Aangegeven op 07-12-1717 door haar man Jan Gerrits Weel) (bron: DTB Abbekerk inv nr 11) bron, begr. op ? te ?.
dv: ? [1019] en ? [1020].
Uit dit huwelijk: Antje (-1712)

- Op 17-04-1720 akte van huwelijkse voorwaarden tussen Jacob Jacobsz Bouwman weduwnaar en Trijntje Jans Weel. Zij wordt bijgestaan door haar vader Jan Gerritsz Weel (bron: NOT Abbekerk inv nr 132 fol 47). transcriptie
- Op 03-01-1725 openbare verkoping van de ervan van Zijbrand Jansz Mans. Hierin koopt Jan Dirksz Sijm van Lambertschaag een huis, Erf en boomgaart. Het ligt te Lambertschaag ten oosten van de weg naast Jan Gerritsz Weel ten zuiden en Jan Dirksz Sijm ten noorden. Albert Jansz Ooijevaar uit de watermolen beoosten Lambertschaag staat samen met Willem Dirksz uit Lamberschaag borg (bron: NOT Abbekerk inv nr 134 fol 28). transcriptie
- Op 14-08-1727 verkoopt Jan Dirksz Sijm van Lambertschaag een huis en erf aan Jan Klaasz Goedhart. Jan Gerritsz Weel en Jan Jacobsz Sijbrants worden genoemd met naasgelegen land (bron: ORA Abbekerk inv nr 5436 fol 111) transcriptie
- In 1731 genoemd in het verpondingsregister van Lambertschaag (bron: Verponding 1733 Lambertschaag inv nr 599) bron.

Woonplaats op 15-01-1719 Lambertschaag.
   2. v  Liesbeth (Liesbeth) Jans OOIJEVAAR [5], geb. ±1681 te ? verm. Koppershorn (zie II.5).
   3. m  Jan (Jan) Jansz OOIJEVAAR (de Jonge) [7], geb. ±1682 te ? verm. Koppershorn (zie II.6).
   4. m  Albert (Albert) Jansz OOIJEVAAR [9], geb. ±1690 te ? (zie II.8).


Blad 1 van 32 bladen.Schema bron   Volgend blad   Laatste blad
 

Homepage |E-mail