Eerste blad   Vorig blad Blad 347 van 627 bladen.Schema bron   Volgend blad   Laatste blad

 
3496    Willem (Willem) Gerritsz ALKEMADE [18604] (code: 2^11+1448).
Geb. ±1626 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. op 07-02-1670 te Uitgeest (bron: DTB Uitgeest inv nr 9). bron, begr. ? te ?
Zn. van Gerrit (Gerrit) ALKEMADE [29199] (code: 2^12+2896) (zie 6992) en ? (?) ? [29200] (code: 2^12+2897) (zie 6993).
- Tussen 1690-1724 worden de kinderen van Willem Gerrits, Jan Corn[elisz] Koning en Huig Willemsz vermeld in het register van de 100ste penning met haar huis, een klein huisje in in de broek een werf met 250 en later 990 roe, in Benners noord 604 roe in de hoef 2375 roe en 't Hart velen 1207 roe. (bron: ? (Ouduitgeest)).
Otr. [5664] ? te ? Tr. ±04-1651 te ? (bron: ?), tr. kerk op 24-04-1651 te Uitgeest (RK) (get.: Jan IJsbrandsz en Floris Gerbrandsz) (bron: DTB Uitgeest inv nr 9). bron.
3497    Jannetje (Jannetje) Huigens ? [18605] (code: 2^11+1449).
Geb. voor 1627 te ? (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. op 14-04-1673 te Uitgeest (bron: DTB Uitgeest inv nr 9). bron, begr. ? te ?
Dr. van Huig (Huig) [29196] (code: 2^12+2898) (zie 6994) en ? (?) ? [29206] (code: 2^12+2899) (zie 6995).
Uit dit huwelijk:
   1. v  Klaartje (Klaartje) Willems ALKEMADE [29192].
Geb. ±1653 te ? (bron: ?), ged. (RK) 1653 te Uitgeest (get.: Grietje Huijgen) (bron: DTB Uitgeest inv nr 9). bron.
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
   2. m  Gerrit (Gerrit) Willemsz ALKEMADE [3826] (code: 2^10+0724), geb. ±1656 te ? (zie 1748).
   3. v  Trijntje (Trijntje) Willems ALKEMADE [29193].
Geb. ±05-1658 te ? (bron: ?), ged. (RK) op 23-05-1658 te Uitgeest (get.: Maartje Cornelis Bruinsz) (bron: DTB Uitgeest inv nr 9). bron.
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
   4. m  Hugo (Huig) Willemsz ALKEMADE [29194].
Geb. ±01-1662 te ? (bron: ?), ged. (M) op 29-01-1662 te Uitgeest (get.: Jan Huigensz) (bron: DTB Uitgeest inv nr 9). bron.
Overl. op 16-11-1730 te Uitgeest (aang.: Klaas Huigsz Alkemade) (bron: DTB Uitgeest inv nr 10 + 15b). bron aangifte 18-11-1730 bron, begr. ? te ?
- Tussen 1690-1724 worden de kinderen van Willem Gerrits, Jan Corn[elisz] Koning en Huig Willemsz vermeld in het register van de 100ste penning met haar huis, een klein huisje in in de broek een werf met 250 en later 990 roe, in Benners noord 604 roe in de hoef 2375 roe en 't Hart velen 1207 roe. (bron: ? (Ouduitgeest))
- Tussen 1690-1724 wordt Huig Willemsz vermeld in het register van de 100ste penning in de Hoef 1/2 11875 roe huis van Jan Koningen 1705 in de broek een hofste 99 roe 1705 in het hartvelt van Huijgen Jan 1207 1709 binnenland in Jan Arents Ackers binneven 1242 roe Corn[elis] Willemsventje 780 roe Broekland Aris Dirksz Lutkeven Claas Moijcees ven int geheel 1712 2854 roe Meijndertsven 2943 roe 1723 (bron: ? (Ouduitgeest))
- Op 10-12-1726 geschil tussen Jan Jansz Swan en Huygh Willemsz Alckemade wegens een betaling voor geleverde mest. Dit volgens ORA Uitgeest inv nr 190 (bron: ? (ouduitgeest)).

Otr. [6437] ? te ? Tr. ±05-1693 te ? (bron: ?), tr. kerk op 03-05-1693 te Alkmaar (RK) (get.: Huig Jans en Pieter Cornelis) (bron: DTB Alkmaar inv nr 10). bron.
Echtgenote is Guurtje (Guurtje) Klaas ? [3998].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. op 14-01-1728 te Uitgeest (aang.: Jan Huijg) (bron: DTB Uitgeest inv nr 10 + 15b). bron aangifte 16-01-1728 bron, begr. ? te ?
Dr. van Klaas (Klaas) ? [21365] en ? (?) ? [21366].
   5. v  Maartje (Maartje) Willems ALKEMADE [29195].
Geb. ±05-1664 te ? (bron: ?), ged. (RK) op 20-05-1664 te Uitgeest (get.: Guurtje Gerrits) (bron: DTB Uitgeest inv nr 9). bron.
Overl. ? te ? Begr. ? te ?

3498    Cornelis (Cornelis) ? [29190] (code: 2^11+1450).
Otr. [8775] ? te ? Tr. ? te ? Tr. kerk ? te ?
3499    ? (?) ? [29191] (code: 2^11+1451).
Uit dit huwelijk:
   1. v  Grietje (Grietje) Cornelis ? [3827] (code: 2^10+0725), geb. ? te ? (zie 1749).

3504    Gerrit (Gerrit) Joostensz KUIJS [4019] (code: 2^11+1456), kaaskoper, marktschipper, olieslager.
Geb. ±05-1626 te verm. Delft (bron: ?), ged. (NG) op 28-05-1626 te Delft (get.: Anna Joosten) (bron: DTB Delft inv nr 55). bron.
Overl. ±12-1673 te ? (bron: ?), begr. op 02-12-1673 te Delft (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM)).
Zn. van Joosten (Joosten) Lievensz KUIJS [4020] (code: 2^12+2912) (zie 7008) en Dingnom (Dingnom) Gerrits van SANEN (Zanen, Saene) [4031] (code: 2^12+2913) (zie 7009).
- op 19-06-1644 attestatie gegeven naar Pijnacker (bron: ?)
- In ±1650 wordt in het verpondingsregister schipper Gerrit Joosten Kuijs voor de brouwerij op de Binnen watersloot te Delft genoemd. (bron: ?)
- Op 27-08-1652 verklaard Gerrit Joosten Kuijs kaaskoper en marktschipper op gouda te delft voor notaris Pieter van Groenevelt te Den Haag 100 carolische guldens schuldig te zijn aan Jan Pauwelsz Verheul te 's Gravenzande. Borg is zijn oom Pieter Walenburg en contra borg zijn vader Joost Lievensz Kuijs. (bron: ?)
- Op 15-05-1654 laat het echtpaar Gerrit Joosten Kuijs en Grietje Willems van der Buijs van de Binnen watersloot te Delft een testament opmaken. (bron: ?)
- Op 14-12-1657 wordt Gerrit genoemd als voochd over zijn dochters Agnieta, Dina, Petronella, Margareta en Wilhelmina in verband met de nalatenschap van Maria Melsen zus van Agnieta van der Horst. Vermoedelijk zijn Maria Melsen en Agnieta Melsen van der Horst de kinderen van Mels Jansz van der Holst getrouwd met Johanna Gerrits van Sanen. (bron: ONA Delft inv nr 1973b fol 101) transcriptie
- op 15-10-1659 samen met Margriet Willems getuigen in de oude kerk van Delft bij de doop van Gerrit zoon van Pieter Pietersz Duijst en Geertje Joosts de Laat (bron: DTB Delft inv nr 10) bron
- op 06-12-1659 komt hij een huis en oliemolen van Adolf van der Win. Als zijn borgen treden op Adolf Abrahamsz Vlaerdingerwoud en Jan Jansz Hensbroek maar ook IJoost Lieuvensen Kuis is mogelijk aanwezig als getuigen. (bron: ONA Delft inv nr 1990h fol.464 + 466) transcriptie transcriptie
- Op 04-02-1660 staat hij de 16 jarige Maria Jacobs de Bree bij inverband met de onderverhuur en verkoop van kaas en olie uit een huurpand waar geen toestemming voor verleend is door de verhuurder. (bron: ONA Delft inv nr 1966g fol 96). transcriptie
- Op 27-11-1660 moet Gerrit Joostensz Kuis als borg betalen voor de landpacht over enige stukken land. Dit land is gehuurd voor Grietje Jacobsz weduwe van Willem Jorisz Buis en haar zwager Jan Paulusz Verheul. (bron: ONA Delft inv nr 1966h fol 29) transcriptie
- op 25-03-1661 wordt zijn vrouw Grietje Willems Buijs genoemd in verband met een huurachterstand van Agneta van Noorder, Grietje is getuigen voor haar man Gerrit Joostensz Kuijs die op dat moment in Engeland is. Joost Lievensz Kuijs is samen met Jan Jonasz van der Burch borg. (bron: ONA Delft inv nr 1973f fol. 327) transcriptie
- 0p 15-04-1662 genoemd in een notariele akte. Het door Gerrit Kuijs gehuurde land buiten de Haagse poort aan de oostzijde van de vaart (Vliet) veranderd van eigenaar. De vrouw van Gerrit Kuijs maakt met de woorden "wij sullen het gebruijcken al sude kraeij geen vogel sijn" duidelijk niet van plan te zijn het gehuurde goed vrij te geven. Ook de zwager Pieter Buijs wordt in deze akte genoemd. (bron: ONA Delft inv nr 1973 fol 366) transcriptie
- Op 17-04-1662 nog een akte met een gelijke getuijgenis. (bron: ONA Delft inv nr 1973f fol 370) transcriptie
- Op 27-03-1664 notariele akte gemaakt bij Gerrit Joostensz Kuis thuis in het bijzijn van zijn vrouw wegens een onbetaalde schuld aan Robert Custis koopman te Rotterdam voor geleverde haver, koren en bier. (bron: ONA Delft inv nr 1968b fol 199) transcriptie
- Op 26-6-1666 genoemd wegens een schuld van Adriaan Leendertsz van Teterode aan hem voor landpacht en gekochte beesten. (bron: ONA Delft inv nr 1968G fol 45 + 47) transcriptie transcriptie
- Op 12-08_1666 sluiten Gerrit Joosten Kuis als verfmolenaar en Steven Dirksz van Kessel als platteelbakker een contract af. Dit wegens de levering en het malen van wit voor de pateelbakkerij en de afname van aardewerk. (bron: ONA Delft inv nr 1968g fol 39) transcriptie
- Op 10-09-1666 arbeidscontract opgesteld bij de notaris voor Jacob Couwenhoven als olieslagersknecht bij Gerrit Joosten Kuis meester olieslager. (bron: ONA Delft inv nr 1968g fol 33) transcriptie
- Op 19-03-1667 samen met zijn vrouw genoemd in een akte inverband met de levering en betaling van olie. (bron: ONA Delft inv nr 1969a fol 67) transcriptie
- Op 19-03-1667 genoemd in een akte inverband met een getuigenis betreffende de levering van olie. (bron: ONA Delft inv nr 1969a fol 70) transcriptie
- Op 10-04-1667 genoemd wegens de verhuur van land te S Gravenzande aan Arij Leendertsz van Tetrode (bron: ONA Delft inv nr 1969a fol 51) transcriptie
- op 13-09-1667 samen met Grietje Willems Buijs getuigen in de oude kerk van Delft bij de doop van Barent zoon van Roeland van Edenburgh en Trijntje Barents van der Brugge (bron: DTB Delft inv nr 11) bron
- Op __-04-1668 notariėle akte waarin Gerrit Joosten Kuis meester olieslager de betrokken is bij de veiling van het huis en de grond van de op 29-03-1668 overleden Cornelis de Helt (bron: ONA Delft inv nr 1969b fol 48) transcriptie
- Op 21-03-1668 akte rondom verkoop van land te 'S Gravenzande aan Arien Leendertsz Tettrode. (bron: ONA Delft inv nr 1969b Fol 64)transcriptie
- Op 08-06-1668 verkoopt hij een huis en stukken land in 'S Gravenzande. (bron: ONA Delft inv nr 1969b fol 46) transcriptie
- Op 30-11-1668 notariėle akte waarin Gerrit Joosten Kuis afspraken maakt met zijn buurman Gijsbrecht Jacobs van Hogeren over de door hun beide gedeelde muur en het timmerwerk wat hij gaat doen (bron: ONA Delft inv nr 1969b fol 3) transcriptie
- op 24-08-1668 genoemd in een akte wegens de schuld van Jan Teunisz schipper op Venlo aan zijn zwager [in de betekenis van schoonzoon] Cornelis de Held. (bron: ONA Delft inv nr 1969b fol 28) transcriptie
- Op 05-10-1668 transporteerd Cornelis de Helt zijn volledige inboedel aan Maarten Gouda en Gerrit Joosten Kuijs. Dese zwager en schoonvader zijn door Cornelis de Helt in het verleden als borgen genoemd en zijn nu ook in die rol aangesproken om een openstaande schuld aan Simon den Danser in te lossen. (bron: ONA Delft inv nr 1969b fol 14) transcriptie
- Op 10-10-1668 uitslag van de landmetting uitgevoerd inverband met verkoop van zijn land te 's Gravenzande. (bron: ONA Delft inv nr 1969b fol 11) transcriptie
- op 23-12-1668 laat hij door de notaris vastleggen dat plateelbakker Jan Jansz en zijn vrouw hem naar eigen zeggen onterecht beschuldigd hebben voor het leveren van met water aangelengde olie. (bron: ONA Delft inv nr 1969 fol 1) transcriptie
- Op 04-04-1869 geschil omtrent betaling tussen Gerrit Joosten Kuis en Pieter Buis met Johan Nannius. Dit inverband met de koop van waren in 1663 en een kopie van betaling uit dat zelfde jaar voor de koop van een paard. (bron: ONA Delft inv nr 1969c fol 62) transcriptie
- Op 19-04-1669 wordt notarieel vastgelegd dat Grietje Buis de zaken voor Gerrit Joostensz Kuis zal waarnemen tijdens zijn verblijf in Engeland. (bron: ONA Delft inv nr 1969c fol. 45) transcriptie
- 19-06-1969 akte opgesteld over een betaling. Hierin worden Grietje Willems Buis vrouw van Gerrit Joosten Kuis genoemd samen met Pieter Buis. Pieter Buis geeft blijkens deze akte aangegeven dat Grietje zijn erfgenaam is omdat zijn zus Maartje kinderloos is en zijn zus Barber haar kinderen het wel goed genoeg hebben. (bron: ONA Delft inv nr 1969d fol 23) transcriptie
- Op 23-09-1669 wordt er een notarieele akte opgesteld door Joost Lievensz Kuijs, zijn huisvrouw Barber Adriaans en Gerrit Joosten Kuijs. Dit wegens een enige geschillen o.a. omtrent de naletenschap van Joost Lievensz eerste huisvrouw. (bron: ONA Delft 1969d fol. 3a) transcriptie
- Op 03-04-1672 zijn Gerrit Joosten Kuijs en Margareta Gerrits kuijs getuigen bij de doop van Grietje dochter van Gerrit Cornelisz Groen en Pieternella Gerrits Kuijs (bron: DTB Delft inv nr 10) bron
- Op 21-11-1673 wordt bij de notaris te Delft de boedelbeschrijving van de in november 1673 overleden Gerrit Joosten Kuijs olieslager op de Binnen watersloot te Delft. Hij laat na de kinderen. Angnieta weduwe van Huibrecht Joosten, Dingnom gehuwd met Maarten Roelensz van der Sloot, Pieternella gehuwd met Gerrit Groen, Margarieta j.d. (±20 jaar), Willemijntje (±17 jaar), Josintje (±14 jaar), Willem (±13 jaar ?) en Maria (± 8 jaar). De boedel bestaat onder andere uit: Een huis en oliemolen aan de zuidzijde van de binnen watersloot met ten oosten Jacob Banckersz van Rijn bakker en ten westen de weduwe van Klaas Coertsz van der Burg. Strekende van de straat zuidwaarts tot achter de smoorkoolsteeg. Dit is verkocht voor f3300.-.- aan Roeland de Bruijn te den Haag de zwager an de overledene. Nog een huis met erf daarachter een oliemolen gelegen aan de oostzijde van het Noordeinde bij de Haagpoort. Dit pand ging naar Agnieta wegens de hypotheek die haar zaliger man Cornelis de Helt op dat pand verleend had. De waarde van het geheel bedraagd f 4306.-.-. Verder nog een verfmolen genaamd "de Wip" met daarnaast een huis ter waarde van f1800.-.-. (bron: ?)
- op 08-12-1673 wordt een dochter van Gerrit Joosten Kuijs van de Binnen watersloot begraven (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM)).

Otr. [1460] op 04-06-1644 te Delft (bron: DTB Delft inv nr 70). bron, tr. op 19-06-1644 te Pijnakker (bron: ?), tr. kerk ? te ?
3505    Grietje (Grietje) Willems BUIJS (van der Buijs) [4064] (code: 2^11+1457).
Geb. ? te verm. 's Gravenzande (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ±05-1673 te ? (bron: ?), begr. op 19-05-1673 te Delft (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM)) (Oude kerk).
Dr. van Willem (Willem) Jorisz BUIJS (Buijs) [4065] (code: 2^12+2914) (zie 7010) en Grietje (Grietje) Jacobs ? [4066] (code: 2^12+2915) (zie 7011).
Uit dit huwelijk:
   1. m  Joost (Joost) Gerritsz KUIJS [4118].
Geb. ±04-1645 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 09-04-1645 te Delft (get.: Joost Lievensz, Dingenom Gerrits en Barbara Willems) (bron: DTB Delft inv nr 56). bron.
Overl. voor 1674 te ? (bron: ?), begr. ? te ?
   2. v  Agnieta (Agnieta) Gerrits KUIJS (Kuijser) [4119].
Geb. ±09-1646 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 16-09-1646 te Delft (get.: Joost Lievensz, Dignom Gerrits en Jaquemijntje van Sanen) (bron: DTB Delft inv nr 9). bron.
Overl. ? te verm. Castricum (bron: ?), begr. ? te ?
- Op 04-02-1681 worden in een akte van de weeskamer drie kinderen Cornelia, Gerrit en Jan van Agnieta Gerrtis Kuijs en de inmiddels overleden Johan Kuijs genoemd. Dirk van der Kest plateelbakker wordt als voogd aangesteld
- Op 17-02-1681 met attestatie naar Rotterdam (bron: ?)
- Op 29-11-1701 worden Gerrit Kuis als borg en Agnieta Kuis wegens een obligatie uit 01-08-1698 ten gunste van Dirk van der Kest plateelbakker te Delft genoemd in een notariele akte. (bron: ONA Delft inv nr 2513e fol 300)
- Op 11-o1-1701 worden Gerrit Kuis als borg en Agnieta Kuis nogmaal genoemd in een akte wegens een obligatie uit 01-08-1698 ten gunste van Dirk van der Kest plateelbakker te Delft. (bron: ONA Delft inv nr 2514e fol 3)
- Op 28-01-1710 is er in Castricum een rechtzaak aangespannen tegen Agnieta Gerrits Kuijs door de broer en zus Jacob Willemsz en Dirkje Willems te Castricum. Volgens deze beide zouden ze samen een huisje gekocht hebben voor f125.4.- dat alleen door hun beide betaald is en wel op naam van Agnieta is gezet die verder weigerd iets te betalen. (bron: ?)
- Op 22-12-1711 wordt Agnieta Gerrits Kuijs in Castricum veroordeeld tot het betalen van 2 x f1.8.- wegens het niet goed onderhouden van de konijnenheining. Dit was bij het schouwen geconstateerd. (bron: ?)
- In 1712-1713 wordt door Agnieta Gerrits Kuijs weduwe van de edele Joost Schalk, Joost Pietersn voor het gerecht van Castricum gedaagd. Dit wegens de achterstallige landhuur van het Westerland en de twee zoetemelksche kaazen

Otr. (1) [1473] op 04-04-1665 te Delft (bron: DTB Delft inv nr 23 + 73). bron bron, tr. op 19-04-1665 te Delft (bron: DTB Delft inv nr 23 + 73). bron bron, tr. kerk op 19-04-1665 te Delft (NG) (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM)).
Echtgenoot is Cornelis (Cornelis) Cornelisz de HELT [4120], olieslager.
Geb. ±09-1643 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 13-09-1643 te Delft (get.: Marcelis van Harpen, Augustijn Lucasz, Annetje Dirks en Marie Pieters) (bron: DTB Delft inv nr 56). bron.
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Zn. van Cornelis (Cornelis) Cornelisz de HELT [4121] en Klaartje (Klaartje) Lucas ? [4122].
- Op 02-05-1664 is Cornelis de Helt samen met Agatha Goude getuigen bij de doop van Agatha Clara dochter van Martinus Gouda en Anna de Helt (bron: DTB Delft inv nr 58) bron
- Op 17-03-1666 is het testament opgemaakt van Angenieta Gerrits Kuijs en Cornelis de Helt. (bron: ?)
- Op 19-09-1667 koopt Cornelis de Helt een huis met overtocht genaamt de Donderdam (bron: ONA Delft inv nr 1969a fol 21) transcriptie
afbeelding
- Op 16-08-1668 zijn Cornelis de Helt en Angenieta Kuijs samen doopgetuigen bij de zoon van Martinus Gouda en Anna de Helt te Delft. (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM))
- Op 05-10-1668 transporteerd Cornelis de Helt zijn volledige inboedel aan Maarten Gouda en Gerrit Joosten Kuijs. Dese zwager en schoonvader zijn door Cornelis de Helt in het verleden als borgen genoemd en zijn nu ook in die rol aangesproken om een openstaande schuld aan Simon den Danser in te lossen. (bron: ONA Delft inv nr 1969b fol 14) transcriptie
- Op 22-01-1669 notariėle akte met de getuigenis van Jacomijn Robijn (±26) [dienstmeid bij Agnieta Kuis en Cornelis de Helt]. Hierin wordt verhaald dat op 31-08-1668 Gerrit Joosten Kuis samen met zijn dochter Agnieta Kuis vertrokken is vanuit Donderdam naar hun vader respectievelijk grootvader te Oudewater. Cornelis de Helt man van Agnieta Kuis zou op de nering te Donderdam passen. Hij is echter rond half vijf met enige andere personen vertrokken naar Rotterdam en van daar per schuit naar Delft gegaan. Agnieta Kuis gaat na terugkomst samen met Leendert Leendersz (±16) te paard naar Delft om haar man te gaan halen. Leendert Leendersz vraagt bij de herberg van Hendrik [Florisz] Verhaar of Cornelis de Helt daar logeert. Dit wordt ontkend. Als hij hetzelfde echter later aan Gerrit Verhaar zus? van de herbergier vraagt naar Cornelis de Helt geeft deze aan dat die bij zijn ouders was en daar nog sliep. Oom Cornelis de Helt , zoals zij hem noemt, heeft haar warme koeken beloofd als hij zou opstaan. Later gaan zij kennelijk gezamenlijk Agnieta Leendert en Agnietas moeder naar de herberg waar zij opnieuw aan Gerrit Verhaar vragen of Cornelis al wakker is. Gerrit Verhaar geeft als antwoord dat hij zijn kousen al aan heeft en trek te hebben in de beloofde warme koeken. Agnieta gaat vervolgens haar man halen en haalt daarbij nog geldstukken uit de zijn zak die zij in de herberg achter laat. De vrouw van de herbergier grijpt Agnieta echter bij haar keel en scheld haar uit. Ondertussen ontvlucht Cornelis de Helt met zijn broek nog op knieėn de herberg naar zijn zwager [Martinus] Gouda. Leendert roept ondertussen de moeder erbij omdat hij vreest dat Agnieta wordt vermoord.
Verder geeft Jacomijn Robijn aan eerder in het huis van Agnieta en Cornelis geweest te zijn en daar gezien te hebben hoe Cornelis de Held onzedelijke handelingen verricht bij Elisabeth Verhaar de vrouw van de herbergier Hendrik [Florisz] Verhaar. Dit heeft aan Agnieta vertelt. (bron: ONA Delft inv nr 1969c fol 96) transcriptie
- Op 21-01-1669 nog een getuigeinis over dit voorval waaruit blijkt dat de weduwe van Cornelis de Helt op 19-09-1668 in de herberg van Hendrik Verhaar door diens vrouw bij de keel was gegrepen. Verder werd ze in de glasen gestoten en uitgescholden dat haar vader een dief was, zij een diefachtige hoer en een konkelhoer. Dit volgens de getuigen Perijne Gijdious weduwe van Jacob Willemsz Post en Jan Meeus Duivenhout. Ook de diender van Cornelis de Helt genaamd Leendert Leendert was getuigen en riep in de deurpost "groote moer sij vermoorden Angeniete". (bron: ONA Delft 1969c fol 100) transcriptie
- Op 22-01-1669 notariėle akte met de getuigenis van Lourens Aartsz (±35) schoolmeester en Coert Jansz van Rottermont (±45) getuigen over het zelfde voorval. Zij waren bij Aart Aartsz Verschoor en hebben gehoort dat werd gezegd dat Cornelis de Helt daar niet zou zijn en dat zij later hoorde hoe de vrouw van Hendrik [Florisz] Verhaar de vrouw van Cornelis de Helt werd uitgemaakt voor diefachtige hoer. Ook hebben zij gezien hoe Cornelis de Helt nog niet geheel gekleed het pand verliet (bron: ONA Delft inv nr 1969c fol 98) transcriptie

Otr. (2) [1474] ? te ? Tr. ± 03-1669 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Huibrecht (Huibrecht) Joostensz van EIJK (Dijck) [4123], schout en bode van het zuideinde van Waddinxveen en schout van Benthorn.
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. < 04-1673 te ? (bron: ?), begr. op 14-04-1673 te Waddinxveen (bron: DTB Waddinxveen inv nr 13). bron.
Zn. van Joost (Joost) Huibrechtsz van EIJK [4124] en Aaltje (Aaltje) Jans ? [4125].
- Op 13-04-1673 wordt bij de doop van hun kind vermeld dat hij al is overleden. (bron: DTB Delft inv nr 57) bron.
- Op 12-03-1669 wordt de inboedel van Agnieta Kuijs beschreven. Dit vanwege het aankomende huwelijk tussen haar en Huijbrecht Joosten van Eick. (bron: ONA Delft inv nr 1969c fol 76) transcriptie
- Op 13-03-1669 is in een notariele akte de huwelijkse voorwaarden beschreven van Angenieta Gerrits Kuijs te Delft aan de onderdam weduwe van Cornelis de Helt en Huibrecht Joosten van Eick. Zij wordt bijgestaan door haar ouders, zwager Maarten Versloot en haar oom Roelanus de Bruijn. Hij wordt bijgestaan door zijn moeder Aaltje Jans weduwe van Joost Huibrechtsz van Eick en de dominee van 't noord en zuideinde. Het is zijn eerste huwelijk. (bron: ONA Delft inv nr 1969c fol 82.) transcriptie
- Op 01-09-1669 wordt het testament opgemaakt van de ziek te bedde liggende Agneta Kuis vrouw van Huijbrecht van Eik schout en bode van zuid Waddixveen en Benthorn en weduwe van Cornelis de Helt. Als erfgenamen worden haar ouders Gerrit Joosten Kuis en Grietje Buis genoemd. (bron: ONA Delft inv nr 1969d fol 1) transcriptie
- Op 19-04-1669 wordt Huibrecht Joosten van Eijck schout van het zuideinde van Waddinxveen en Benthorn man van Agnieta Kuijs weduwe van Cornelis de Helt. De dienstmeid Jacomij Robij (±20) getuigd dat ten tijde van de Rotterdamse Kermis in 1668 Pieter Drijvan de impost voor wijn en bier voor 1 jaar heeft ontvangen. (bron: ONA Delft inv nr 1969c fol 51) transcriptie

Otr. (3) [1475] op 25-11-1673 te Delft (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM)), tr. op 31-12-1673 te Pijnacker (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM)), tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Jan (Jan) Jansz KUIJS [4126], plateelschilder.
Geb. ? te verm. Delft (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Zn. van Jan (Jan) KUIJS [4127] en ? (?) ? [4128].
Otr. (4) [1476] op 01-02-1681 te Delft (bron: DTB Delft inv nr 75). bron, tr. ± 02-1681 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Joost (Joost) Arendsz SCHALK [4129], varentgezel.
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Zn. van Arend (Arend) SCHALK [4130] en ? (?) ? [4131].
- Op 14-02-1686 wordt er een opnieuw een testament opgesteld door Agnieta Kuijs weduwe van Jan Kuijs en echtgenoot van Joost Schalk. Genoemd worden de kinderen Cornelia Kuijs haar oudste dochter, Gerrit Kuijs, Jan Kuijs en Maria Schalk. De erfenis bestaat uit juwelen, een grote bijbel met zilver beslag en zilver keting, een goude ketting (nog van Jan Kuijs), een zilver zoutvat (gekregen van haar zus Dina), een psalmboek met schildpadden band en zilver beslag (bron: ?).
   3. v  Dina (Dina) Gerrits KUIJS [4132].
Geb. ±02-1649 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 28-02-1649 te Delft (get.: Joost Lievensz Kuijs, Dingnom Gerrits en Annetje Joostens) (bron: DTB Delft inv nr 9). bron.
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
- Op 03-12-1679 met attestatie naar Schipluiden (bron: ?).
Otr. (1) [1479] op 15-01-1667 te Delft (bron: DTB Delft inv nr 23 + 73). bron bron, tr. ±01-1667 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Maarten (Maarten) Roelandsz VERSLOOT (van der Sloot) [4138].
Geb. ? te verm. Oudekerk (bron: ?), ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Zn. van Roeland (Roeland) VERSLOOT [4139] en ? (?) ? [4140].
Otr. (2) [1480] op 11-11-1679 te Delft (bron: DTB Delft inv nr 75). bron, tr. ±11-1679 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Jacobus (Jacobus) van ES [4141].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ? te ? Begr. ? te ?
Zn. van ? (?) van ES [4142] en ? (?) ? [4143].
Jacobus van Es is weduwnaar:
Otr.[1481] op ? te ?, tr. op ? te ?, tr. kerk op ? te ?
met ? (?) ? [4144]
geb. op ? te ?, ged. op ? te ?
overl. op ? te ?, begr. op ? te ?,
dv: ? (?) ? [4145] en ? (?) ? [4146].

   4. v  Petronella (Petronella) Gerrits KUIJS [4147].
Geb. ±07-1651 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 23-07-1651 te Delft (get.: Arend Willemsz van Sanen en Dingnom Gerrits) (bron: DTB Delft inv nr 9). bron.
Overl. voor 1686 te ? Begr. ? te ?
- Op 27-07-1670 met attestatie naar Zoetermeer (bron: ?)
- Op 04-04-1670 is er bij notaris Spoor in Delft op verzoek van Gerrit Joostensz Kluis en zijn vrouw ouders van Pieternella Gerrrits een notariele akte opgemaakt. Hierin moet Gerrit Cornelisz Groen j.m. olieslager verklaren dat hij Pieternella Gerrits Kuijs had bewogen om buiten weten van haar ouders te vertrekken wat zij na lang aanhouden ook heeft gedaan. En dat zij vervolgens getrouwd zijn terwijl zijn ondanks dat zijn moeder zich daar tegen verzette. (bron: ?)
- Op 23-04-1671 wordt er voor dezelfde notaris verklaard dat Gerrit Cornelisz Groen gehuwd met Pieternella Gerrits met zijn vrouw zeer qualijk en tyrannelijk leeft en haar mishandeld ook toen zij voor enige maanden in de kraam lag dat hij een dronkaard is etc. (bron: ?)
- In 1686 worden in het weeskamer archief 2 dochters Johanna (Jannetje) en Constantia Groen beschreven. Jodocus Hiltebrandt levert als een van de voogden de rekeningen over aan de weeskamer. Hieruit bleken de volgende kostbaarheden aanwezig te zijn. Van Margaretha Holtebrant een goud ringetje met een robijntje, een zelfde kettinkje met moors werk, een zelfde ringetje met een Amersvoorts steentje en een zelfde oorringetje. Van hun overleden moeder een zilver tabaksdoosje met een zelfde kettinkje en een zelfde doosje zonder ketting maar met moors werk. Verder nog twee kettinkjes met zwarte en vergulde koralen die twee maal om de arm geslagen kunnen worden. (bron: ?).

Otr. [1482] op 12-07-1670 te Delft (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM)), tr. op 27-04-1670 te Pijnacker (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM)), tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Gerrit (Gerrit) Cornelisz GROEN [4148].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ±12-1694 te ? (bron: ?), begr. op 21-12-1694 te Delft (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM)) (Nieuwe kerk).
Zn. van Cornelis (Cornelis) GROEN [4149] en ? (?) ? [4150].
   5. v  Margaretha (Margrietje) Gerrits KUIJS (Kuijser) [4151].
Geb. ±03-1654 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 15-03-1654 te Delft (get.: Joost Lievensz Kuijs en Dingnom Gerrits) (bron: DTB Delft inv nr 9). bron.
Overl. ±04-1723 te ? (bron: ?), aangifte 09-04-1723 Den Haag, begr. ? te ?
- Op 05-12-1712 heeft Margaretha Kuijs weduwe van Jodocus Bernardus Hiltebrandt te Den Haag een testament op laten maken. Erfgenamen zijn haar zoon Jodocus Wilhelmus Hiltebrandt te Oost Indie en haar dochters Catharina en Margaretha Elisabeth.
Otr. [1483] ? te ? Tr. na 11-1673 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Jodocus Bernardus (Jodocus) HILTEBRANDT [4152].
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. voor 1703 te ? (bron: ?), begr. ? te ?
Zn. van ? (?) HILTEBRANDT [4153] en ? (?) ? [4154].
   6. v  Willemijntje (Willemijntje) Gerrits KUIJS [4155].
Geb. ±12-1656 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 10-12-1656 te Delft (get.: Joost Lievensz, Pieter Walenburch, Barber Willems en Grietje Willems) (bron: DTB Delft inv nr 9). bron.
Overl. na 11-1673 te ? (bron: ?), begr. ? te ?
   7. v  Josina (Josina) Gerrits KUIJS [4156].
Geb. ±03-1659 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 30-03-1659 te Delft (get.: Joost Lievensz Kuijs, Dingnom Gerrits van Sanen en Pieternella de Bruijn) (bron: DTB Delft inv nr 10). bron.
Overl. ±01-1749 te Delft (bron: ?), aangegeven op 29-01-1749 te Delft, begr. op 29-01-1749 te Delft (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM)) (Oude kerk).
- Op 02-03-1681 met attestatie naar Schipluiden. (bron: ?)
- Op 11-01-1706 maken Cornelis Mathijsz Pinksternakel en Zijn vrouw Josina Kuis een notariele akte in Delft (bron: ?)
- Op 31-07-1730 maken Cornelis Mathijsz Pinksternakel en Zijn vrouw Josina Kuis een notariele akte in Delft. hierin worden genoemd hun twee zonen Mathijs in Oost indie en Joost in Delft en hun twee kleindochters Jacoba Steenhuijsen en Jannetje van Alenburgh. (bron: ?)
- Op 05-02-1737 maakt Josina Kuis weduwe van Cornelis Mathijsz Pinksternakel een notariele akte in Delft. Hierin worden alleen haar zoon en de twee kleindochters genoemd. De erfenis bestaat uit een huis met erf aan de Brabandsche turfmarkt naast "de drie Emmertjes" te Delft en een groot japans stel van 5 stukken (bron: ?).

Otr. [1484] op 15-02-1681 te Delft (bron: DTB Delft inv nr 75). bron, tr. ±02-1681 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?
Echtgenoot is Cornelis (Cornelis) Mathijsz PINKSTERNAKEL (Pijnsternakel) [4157], varentgezel.
Geb. ? te ? Ged. ? te ?
Overl. ±01-1737 te Delft (bron: ?), aangegeven op 16-01-1737 te Delft, begr. op 16-01-1737 te Delft (bron: ? (DIGITALE STAMBOOM)) (Oude kerk).
Zn. van Mathijs (Mathijs) PINKSTERNAKEL (Pijnsternakel) [4158] en ? (?) ? [4159].
- Op 25-05-1705 wordt hij genoemd als schipper op een smalschip. In december 1704 heeft hij zijn schip te Sas van Gent verruilt voor een ander schip. De lading bestaande uit ammunitie voor de infanterie heeft hij overgeladen. (bron: ONA Delft inv nr 2540b fol 101) transcriptie
- Op 29-06-1713 geeft Rincke Jacobs uit Workum knecht op het schip van schipper Cornelis Pinxtelnakel aan dat deze laatste hem mag vertegenwoordigen. Dit omdat het schip met bemaning in 1712 door de toenmalige vijand te Langres Champagne inbeslag is genomen. Cornelis Pinxtelnakel heeft samen met zijn knecht 11 maanden in de gevangenis gezeten en proberen nu de kosten te verhalen op "het gemeneland". (bron: ONA Delft inv nr 2525f fol 204) transcriptie

   8. m  Willem (Willem) Gerritsz KUIJS [4018] (code: 2^10+0728), geb. ± 03-1663 te ? (zie 1752).
   9. v  Maria (Maria) Gerrits KUIJS [4160].
Geb. ±09-1665 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 03-09-1665 te Delft (get.: Roelandus van Edenburgh, Toontje Barens en Angenieta van der Holst) (bron: DTB Delft inv nr 58). bron.
Overl. na 11-1673 te ? (bron: ?), begr. ? te ?

Eerste blad   Vorig blad Blad 347 van 627 bladen.Schema bron   Volgend blad   Laatste blad
 

Homepage |E-mail