Notarieel 5075-9386 / 10297 Amsterdam pdf 08-09-2019 pag. 1

 

N°: 10297
Chertepartij off Contract

Gepasseerd
02 meij
1740

 

clifford

 
 

 
 
 

N°: 166

 

 

 

Op heeden den tweden meij des
jaars zeeventien honderd en veertigh

compareerden voor mij m[eeste]r Mathijs
Maten de jonge
notaris publicq bij
den hove van Holland geadmit
teert t Amsterdam residerende

de heer Joannes

 

g.g

 
compareerden den2 meij 1740
de heer Joannes Vergeel tot eenre ende
heer Jappe Wiggerts ter andere zijde wee
sende de wedersijdse comparanten
cooplieden hier ter stede en bij mij
notaris bekendt te kennen geevende
dat den tweeden comparant hebbende
bevragt het fluijtschip de vrouwe Ida
Elisabeth lang 130 wijt 26 3/4 hol 11 3/4
en t deck hoogh 6 voeten daar schipper
op is Pieter Ooijevaarop conditien als
breder is beschreeven bij de chertepartij
tuscchen hem tweeden comparant en
den voornoemden schipper Pieter
Ooijevaar
op den 16d[e]n november des
gepasseerden jaars 1739 ten overstaan
van mij noatris en getuijgen gepas
seert den zelven schipper Ooijevaar
met brieven van den 29st[e]n maart
laatstleden met zijn voorsz[egde] schip
voor des tweeden comparants
reekeniningh beladen met aghthondert
en twee en vijfftigh mooijen soudt
van s[in]t Ubes stondt te vertrekken
na de sondt en daag geen order van
den tweeden comparant vindende
als dan van uijt de sond voort te zeijlen
naar Reval om daar te volgen de ordres
van de tweeden comparant inge
volge en uijt kragte van de voorsz[egde]
chartepartij
dat zij wedersijdse comparanten in on
derstellingh en op suppositie dat de
brieff door den tweeden comparant
op den 30st[e]n april jongstleden op de
 

sond reets geschreeven en per post ver
sonden off anders dat de brief door hem
op morgen per post op Reval te
senden den voornoemde schipper
Ooijevaar zoo spoedigh ter hand en
ter kennisse komt dat hij re integra
kan volgen de ordres daar bij door
den tweeden comparant op de sondreets gegee
ven off op Reval nogh te geeven
zij comparanten als dan zoo wegens
de overneemingh van de voorsz[egde]
zoutlast en de assurantie daar op
gedaan als ook wegens de overnee
mingh van de voorsz[egde] zout lastbevragtinge
van t schip waren overeengekomen
en geconvenieert zoo als zij verklaar
denin dat gevalte convenieeren en over een te
komen bij desen in der manieren
en op conditien als volgt namentlijk
de eerste comparant neemtdanvan den
tweeden comparant over en wel op
t factuur de zoutlast tot s[in]t Ubes
in geladen gelijk ook de assurantie
van vijffduijsendt guldens daar op te
gens drie en een halff percent gedaan
zullende ten dien eijnde de eerste aan
den tweeden comparant niet alleen
restitueren de uijtgeschoote premie
van assurantie maar ook voldoen
de wisselbrieven tot betaling der zout
last op den tweeden comparant
reets getrokken off nogh te trekken
waar tegens de police van assurantie
door den tweeden aan den eersten
comparant behoorlijk geendorseert
overgegeeven zal werden

voorts
 

 
# vervolgen ordre
doet den tweden
comparant reets
op den sond geschree
ven en ook mor
gen nogh te
schrijven op Reval

voorts zal de gemelde schipper
Ooijevaar # met zijn voorsz[egde] schip
en zout last van uijt de sond zoo
hij daar aan treft de ordres van
den tweeden comparant en anders
van Reval zoo hij die ordre daar
vindt re integra direct zijlen
na Wijburgh

  t schip dus tot Wijburgh gekomen
zijnde zal hij schipper zijn ingeladene
zout lossen en uijtleeveren moeten
aan de ordres en aan den correspon
dent van den eersten comparant
welke correspondent t voorsz[egde] schip na
de ontlossinge van t zout wederom
en wel tot de volle off bequame ladinge
toe zal doen beladen met goederen
en coopmanschappen ten zijnen belie
ven en zal dezelve ontlossinge en afla
dinge moeten geschieden in den tijdt
van zes weecken want door ofte van
wegens des eersten comparants corres
pondent langer opgehouden werdende
zoo zal de eerste comparant aan den
schipper betalen vijffentwintigh gul
dens voor ieder meerdere legdagh
  t schip tot Wijburgh weder afgeladen
 zijnde zal de voornoemde schipper
 Ooijevaar daar mede in alles dili
 gentie koomen en navigeren na
 dese stadt Amsterdam
 

al

waar behouden weesende gearriveert
en schipper Ooijevaar zijne van Wij
burgh over gebragte ladinge ge
trouwelijk gelost en behoorlijck
uijtgeleevert hebbende aan den eersten
comparant in desen off aan desselfs
ordre als dan zal dese overneeming
van bevragtingh komen te eijndigen
en de vragt penningen door den tweeden
comparant van den eersten comparant
bedongen in t geheel en al verdient
zijn de bestaande dezelve geheele vragt
penningen in een somma van nee
gen en veertigh gulden Hollands
courant geldt voor ieder last zout t geen
hij schippert tot Wijburgh zal hebben
uijtgeleevert en zal van dezelve geheele
vragt penningen de eene helfte ver
dient zijn bij de uijtleevering van t
zout en door den lesten comparant
aan den tweeden comparant off ordre
alhier tot Amsterdam moeten werden
betaalt zoo draa hier berigt van de
uijtleeveringh van zout zal gekomen zijn onder
kortingh en na aftreck evenwel van
die penningne welke de schipper van
des eersten comparants correspondent
tot scheeps behoefte mogt opgenomen
hebben en de andere off weder helfte
der vragt penningen zal verdient zijn
en door den eersten comparant aan

den
 

den tweeden comparant off ordre mede
alhier betaalt moeten werden wan
neer de schipper zijne van Wijburgh
overgebragte ladinge alhier zal
hebben uijtgeleevert als wanneer hij
eerste comparant aan den tweeden
comparant tot een generaal caplaken
voor den schipper nogh zal voldoen
en betalen de somma van drie en
t sestigh guldens eens mede hollands
courant geldt tot welkes waarde
volgens cours van wissel ook zal
gebragt en gereekent werden t
geene de schipper te wijburgh mogt
hebben opgenomen tot scheeps be
hoefte
  Wijders zal de eerste comparant aan
den tweeden comparant of desselfs
ordre voldoen tot ordinaire on
kosten tot s[in]t Ubes de somma van
twee en veertigh guldens eens voor
al maar balangende de ligtervragten
en ordinaire avarijen tot Wijburgh
dezelve zullen bij den eersten comparant
voor twee derde parten en bij den
schipper voor een derde part gedragen
werden dogh hier tot Amsterdam
zullen de ordinaire avarijen en pil
tagien werden gereguleert na
costumen van de zee
 

 
 
 
 
 
 
zullen

verder indien t schip tot Wijburgh afge
laden werdt met houtlast dan zal
het cabelruijm zijn ten dienste en ten
voordele van den eersten compa
rant om t zelve met hout vol te laden
zulx dat dan ook de touwen boven
leggen en voorts alle t verdere na
noortsvaarders gebruijk gereguleert
zal werden moeten
  En zal ook in dit geval van houtla
dingh de bovenlast indien de schipper
die neemen wil mede na costumen
gereguleert dat is de winst daar op
vallende tusschen den eersten com
parant en den schipper halff en halff
genooten moeten werden
nogh is geconditioneert indien de
schipper tot stijfte van t schip te Wijburgh
wat ballast moogt nodigh hebben
dat hij dezelve als dan ten zijner
laste en kosten zal mogen inneemen
maar ingevalle t schip tot Wijburgh
mogt beladen werden niet met
hout maar met andere goederen
zoo staat de tweeden comparant in
dat de schipper in dat geval zijn schip
zal laden zoo vol en tot zulken diepte
toe als off het voor zijn eijgen zelfs was
Laatstelijk is nogh bedongen bij al
tdien de schipper de sond al mogt

gepasseert
 

 
 
 
 
 
 
  
niet

gepasseert zijn voor de aankomst
van de tweeden comparants brieff
en ook tot Reval geenof zoo laat kennis van
dese bevragtingh krijgt op een tijdt
dat hij buijten prejudictie van aan
gegaane en gegementen nogh
na Wijburgh niet verseijlen en dus
voldoen kan dat dan dit contract
zal werden gehouden voor nul en
van onwaarde eeven als off t zelve
nooijt gepasseert was
 Tot nakominge van alle t geene voor
schreeven staat de wedersijdse com
paranten verklaarden te verbinden
hare respective persoonen en goe
deren als na reghten
Aldus gepasseert binnen Amsterdam
ter preesentie van Jacob de Wijs en
Cornelis de Roij als getuijgen

 

Joannes Vergeel
Jappe Wiggers
Jacob de Wijs
Cornelis de Roij

quod attestor
M. Maten de jonge
            not[aris] publ[iek]


Homepage | E-mail