Volgend blad Laatste blad| Eerste blad Vorig blad | Blad 432 van 627 bladen. | Schema Volgend blad Laatste blad |
| 1. | v | Marrigje (Marrigje) Aalberts in 't VELT [5236] (code: 2^11+1697), geb. ±10-1641 te de Bilt (zie 3745). |
| 2. | m | Gijsbert (Gijsbert) Aalbertsz in 't VELT [15298]. Geb. ±04-1643 te de Bilt (bron: ?), ged. (NG) op 13-04-1643 te Blauwkapel (bron: DTB Maartensdijk inv nr 323), 03-04-1643 oude stijl  .Overl. ? te ? Begr. ? te ? |
| 3. | m | Theunis (Theunis) Aalbertsz in 't VELT [15299]. Geb. ±01-1645 te De Bilt (bron: ?), ged. (NG) op 29-01-1645 te Blauwkapel (bron: DTB Maartensdijk inv nr 323), 19-01-1645 oude stijl  .Overl. ? te ? Begr. ? te ? |
| 4. | v | Teuntje (Teuntje) Aalberts in 't VELT [15300]. Geb. ±01-1647 te de Bilt (bron: ?), ged. (NG) op 20-01-1647 te Blauwkapel (bron: DTB Maartensdijk inv nr 323), 10-01-1647 oude stijl  .Overl. ? te ? Begr. ? te ? |
| 5. | m | Cornelis (Cornelis) Aalbertsz in 't VELT [15301]. Geb. ±04-1652 te de Bilt (bron: ?), ged. (NG) op 21-04-1652 te Blauwkapel (bron: DTB Maartensdijk inv nr 323), 11-04-1652 oude stijl  .Overl. ? te ? Begr. ? te ? |
| 1. | m | Aris (Aris) Jansz van DOORN [3716] (code: 2^11+1698), geb. ? te ? (zie 3746). |
| 1. | v | Willempje (Willempje) Cornelis van DIJK [9093] (code: 2^11+1699), geb. ? te ? (zie 3747). |
, tr. op 18-05-1625 te Leeuwarden (bron: DTB Leeuwarden inv nr 3). , tr. kerk op 18-05-1625 te Leeuwarden (NG) (bron: DTB Leeuwarden inv nr 3). .
| 1. | m | Samuel (Samuel) Egbertsz RHEENEMAN [27188]. Geb. ±07-1626 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 28-07-1626 te Leeuwarden (bron: DTB Leeuwarden inv nr 2).  .Overl. ? te ? Begr. ? te ? - Op 13-08-1647 wordt Samuel Reneman aangestelt tot controleur v.d. convoijen en licenten te Delfzijl. Dit volgens NA: Staten-Generaal: Commissieboeken, 1586-1794, archief 1.01.02, inv nr 12272, folio 235 verso. (bron: ? (Nationaal archief)) - Op 23-12-1649 belijdenis te Delfzijl als lidmaat en controleur militair te Delfzijl. Dit volgens inv nr 1 Delfzijl (bron: ? ) - Op 21-12-1656 belijdenis van Dewere Egberts dienstmaagd van de controlleur Reeneman te Delfzijl. Dit volgens inv nr 1 Delfzijl (bron: ? ) - In 1660 bemoeiingen van de Staten-Generaal met het proces tussen Samuel Reneman, controleur van de convooien en licenten te Delfzijl, ter eenre, en de Admiraliteit van Friesland ter andere zijde, over onregelmatigheden in de boekhouding van eerstgenoemde. Dit volgens Staten generaal inv nr 12551.144 (bron: ?). Otr. (1) [8197] ? te ? Tr. rond 1650 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ? Echtgenote is ? (?) ? [27274]. Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? Dr. van ? (?) ? [27275] en ? (?) ? [27276]. - Op 01-02-1651 wordt te Delfzijl een kind van Samuel Reneman gedoopt (bron: ?). Otr. (2) [8195] op 28-10-1654 te Groningen (bron: DTB Groningen inv nr 166).  , tr. ±11-1654 te ? (bron: ?), tr. kerk ? te ?Echtgenote is Anna (Anna) Coenders ? [27268]. Geb. ? te verm. Duinkerken (bron: ?), ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? Dr. van Coen (Coen) ? [27269] en ? (?) ? [27270]. - In 1655 met attestatie Annetien Coenders vrouw van d'conterolleur Reneman te Delfzijl. Dit volgens inv nr 1 Delfzijl (bron: ? ) Anna Coenders was weduwe: Otr.[8196] op ? te ? Tr. voor 1654 te ? (bron: ?), tr. kerk op ? te ? met ? (?) ? [27271]. Geb. op ? te ? Ged. op ? te ? Overl. op ? te ? Begr. op ? te ? Zn. van ? (?) ? [27272] en ? (?) ? [27273]. |
| 2. | v | Auke (Auke) Egberts RHEENEMAN [27189]. Geb. ±10-1627 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 28-10-1627 te Leeuwarden (bron: DTB Leeuwarden inv nr 3).  .Overl. ? te ? Begr. ? te ? |
| 3. | m | Gijsbert (Gijsbert) Egbertsz RHEENEMAN [27190]. Geb. ±07-1629 te ? Ged. (NG) op 10-07-1629 te Leeuwarden (bron: DTB Leeuwarden inv nr 3).  .Overl. ? te ? Begr. ? te ? |
| 4. | v | Geeske (Geeske) Egberts RHEENEMAN [27191]. Geb. ±11-1631 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 11-11-1631 te Leeuwarden (bron: DTB Leeuwarden inv nr 3).  .Overl. voor 1637 te ? (bron: ?), begr. ? te ? |
| 5. | m | Lieuwe (Leo) Egbertsz RHEENEMAN [27192]. Geb. ±11-1634 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 28-11-1634 te Leeuwarden (bron: DTB Leeuwarden inv nr 3).  .Overl. voor 1636 te ? (bron: ?), begr. ? te ? |
| 6. | m | Lieuwe (Leo) Egbertsz RENEMAN [27162] (code: 2^11+1704), geb. ±03-1636 te ? (zie 3752). |
| 7. | v | Geijske (Geijske) Egberts RHEENEMAN [27193]. Geb. ±12-1637 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 05-12-1637 te Leeuwarden (bron: DTB Leeuwarden inv nr 3).  .Overl. ? te ? Begr. ? te ? |
| 8. | m | Daniel (Daniel) Egbertsz RHEENEMAN [27194]. Geb. ±09-1640 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 20-09-1640 te Leeuwarden (bron: DTB Leeuwarden inv nr 3).  .Overl. ? te ? Begr. ? te ? - In 1660 student te Groningen (bron: ?) - In 1661 student te Groningen (bron: ?) [Er is nog een andere Daniel Reneman die op 16-12-1636 is geboren. Ook heeft hij een broer Herman. Deze daniel is predikant in Blija, Hogebeintum en Harlingen]. |
| 9. | v | Angeniete (Angeniete) Egberts RHEENEMAN [27195]. Geb. ±09-1644 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 22-09-1644 te Delfzijl (bron: DTB Delfzijl inv nr 48).  .Overl. ? te ? Begr. ? te ? |
| 10. | m | Willem (Willem) Egbertsz RHEENEMAN [27196]. Geb. ±10-1646 te ? (bron: ?), ged. (NG) op 18-10-1646 te Delfzijl (bron: DTB Delfzijl inv nr 48).  .Overl. ? te ? Begr. ? te ? |
| 1. | m | Johann (Johann) Willemsz ANDREA [27251]. Geb. ±1632 te Bremen (bron: ?), ged. ? te ? Overl. op 26-09-1679 te Steeg Bacherach (DE) (bron: ?), begr. ? te ? - Op 25-04-1650 zijn de broers Tobias (20)en Johan Willem Andreae (19) ingeschreven op school in Bremen. Dit volgens Rozenkrans, De Evangelische Rijnland, II. Band, 1958, blz 8. Race(bron: ?) - Op 24-04-1651 zijn de broers Tobias en Johan Willem Andreae ingeschreven op gymnasium in Herborn. Dit volgens Matrikel des Gymnasium Illustre zu Bremen (bron: ?) - Op 08-01-1652 als eerste ingeschreven met zijn broer aan de universiteit van Duisburg. "Anno 1652, octavo die Ianuarii, sex sequentes philosophiae studiosi primi nomina sua huic albo inscribebant. 1. Johannes Andreae, Bremensis, philosophiae studiosus. Accessit ex publica schola Herbornensi, annorum 20 4. Tobias Andreae, Bremensis, purioris philosophiae studiosus. Accessit ex publica schola Herbornensi, ann. 18. (bron: https://www.uni-due.de/collcart/matrikel/1652-55/ante.htm) - in 1654 ingeschreven op school te Marburg. (bron: ?) - van 18-11-1657 tot 1661 ingeschreven op school te Heidelberg ("Bremensis, Theol. stud."). Dit volgens Matrikel der Universität Heidelberg en bijlage V. (bron: ?) - In 1662 Prediker in Steeg in de buurt van Bacharach (bron: ?). Otr. [8190] ? te ? Tr. op 30-03-1676 te Steeg Bacherach (DE) (bron: ?), tr. kerk ? te ? Echtgenote is Maria Katharina (Maria Katharina) HECHT [27252]. Geb. 1657 te Bad Kreuznach (DE) (bron: ?), ged. ? te ? Overl. op 13-08-1705 te Kaiserlautern (DE) (bron: ?), begr. ? te ? Dr. van ? (?) HECHT [27253] en ? (?) ? [27254]. Maria Katharina Hecht hertrouwt: Otr.[8191] op ? te ? Tr. op 17-12-1682 te Steeg Bacherach (DE) (bron: ?), tr. kerk op ? te ? Met Abraham (Abraham) Johannsz FLORETUS [27255], - In 1667 vermeld bij het avondmaal in Heidelberg kloosterkerk met Kerstmis 1667 als 16 jarige. Dit volgens Neu, Badisches Pfarrerbuch, Teil II, 1939, S. 167. Biundo, Pfälzisches Pfarrerbuch, 1968, Nr. 1367. Diehl, Pfarrer- und Schulmeisterbuch Rheinhessen, 1928, S. 125- Tussen 22-04-1669 en 1671 studie in Bremen ("Eberbaco Palat."). Dit volgens Matrikel des Gymnasium Illustre zu Bremen. (bron: ?) - 1673 studie te Heidelberg.( "Eberbaco-Palatinus") Dit volgens Matrikel der Universität Heidelberg, bijlage V (bron: ?) - in 1678 predikant in Flomborn 1678 (bron: ?) - in 1686 predikant in Kettenheim 1686 (bron: ?) - in 1691 predikant in Neckarelz 1691 (bron: ?) - van 1696 tot 1715 predikant te Kaiserslautern (emeritus). (bron: ?) geb. op 10-02-1651 te Eberbach (bron: ?), ged. op ? te ? overl. na 1715 te ? (bron: ?), begr. op ? te ? Zn. van Johann Gottfried (Johann Gottfried) FLORETUS [27256] en Anna Margaretha (Anna Margaretha) WITTICH [27257]. |
| 2. | m | Tobias (Tobias) Willemsz ANDREA [27169], doctor. Geb. op 11-08-1633 te Bremen (bron: ?), ged. ? te ? Overl. op 05-01-1685 te Franeker op 51-jarige leeftijd (bron: ?), begr. ? te ? - Op 25-04-1650 zijn de broers Tobias (20) en Johan Willem Andreae (19) ingeschreven op school in Bremen. Dit volgens Rozenkrans, De Evangelische Rijnland, II. Band, 1958, blz 8. Race(bron: ?) - Op 24-04-1651 zijn de broers Tobias en Johan Willem Andreae ingeschreven op gymnasium in Herborn Dit volgens Matrikel des Gymnasium Illustre zu Bremen (bron: ?) - Op 08-01-1652 ingeschreven met zijn broer aan de universiteit van Duisburg. "Anno 1652, octavo die Ianuarii, sex sequentes philosophiae studiosi primi nomina sua huic albo inscribebant. 1. Johannes Andreae, Bremensis, philosophiae studiosus. Accessit ex publica schola Herbornensi, annorum 20 4. Tobias Andreae, Bremensis, purioris philosophiae studiosus. Accessit ex publica schola Herbornensi, ann. 18. (bron: https://www.uni-due.de/collcart/matrikel/1652-55/ante.htm) - Op 08-01-1652 ingeschreven op de universiteit van Duisburg (bron: ?) - in 1662 is hij als apothekerszoon 10 jaar na de eerste registratie in Duisburg proffessor in de medicijnen, filosofie en natuurwetenschap (bron: ?) - van 1662 tot 1663 apotheker te Leeuwarden (bron: ?) - In 1663 burger van Groningen (bron: ?) - In 1681 vermeld in lidmatenregister Franeker komende van Frankfurt (bron: DTB Franeker inv nr 265)  - ANDREAE (Tobias), geboren te Bremen den 11 Augustus 1633, was een neef van den voorgaande, zijnde een zoon van diens broeder Willem Andreae, Apotheker en Diaken van St. Stevenskerk te Bremen, en van Rebekka Tideman, dochter van Luder Tideman, bouwmeester van die kerk. Hij legde den grond zijner letteroefeningen gedeeltelijk te Bremen, gedeeltelijk te Herborn, bezocht daarna de Hoogeschool te Duisburg, Leyden en Groningen, waar hij zich zoo vlijtig oefende, dat hij in 1659 ter eerst gemelde plaatse met allen lof tot Doctor in de Wijsbegeerte en Geneeskunde bevorderd en drie jaren daarna tot Hoogleeraar in laatstgemeld vak aangesteld werd. In 1669 spoorde Louis de Bils, Hoogleeraar in de ontleedkunde aan de Doorluchtige school te 's Hertogenbosch Andreae aan om derwaarts te komen en hem in zijne ontleedkundige verrigtingen bij te staan. Dit nam hij volvaardig aan, en werd nu, na zijne overkomst, als Hoogleeraar in de Geneeskunde en Wijsbegeerte aan die school aangenomen, zonder dat hem echter als zoodanig eenige belooning werd toegekend. Naauwelijks was hij te 's Hertogenbosch, of hij werd door de Staten van Friesland tot Hoogleeraar in de ontleed- en geneeskunde te Franeker aangesteld, doch de Akademische Senaat begeerde hem niet en het beroep werd om onderscheidene redenen ingetrokken, waarvan de voornaamste waren, dat men vreesde daardoor geschillen te verlevendigen, en processen van injurie tusschen hem en den Regtsgeleerde Gerhard Feltman te Groningen te doen ontstaan. De Keurvorst van Brandenburg stelde hem in 1674 tot Hoogleeraar in de Geneeskunde te Frankfort aan den Oder aan, vanwaar hij den 17 July 1680 weder werd beroepen tot Hoogleeraar in de Wijsbegeerte te Franeker, waar men nu niets meer tegen hem had. Hij aanvaardde dien post den 11 Januarij 1681 en onderwees, gedurende de vier jaren, dat hij dien post waarnam, met veel geestdrift de Natuurkunde en andere beginselen van Descartes. Hij overleed den 5 Januarij 1685. Men heeft van hem twee verhandelingen in de Latijnsche taal, de eene: Over de ontleedhundige leerwijze van L. Bilsius en de andere: Over de manier om lijken voor bederf te bewaren. Nog heeft hij in die zelfde taal uitgegeven: Wijsgeerige oefeningen betrekkelijk het vermogen van de kwade Engelen op het menschelijk ligchaam. Zie A. Velingius, Redevoering over de Illustre school van 's Hertogenbosch bl. 55; Chalmot, Biogr. Woordenb.; Algem. Woordenb. der zamenl. (bron: van der Aa) - ANDREAE (Tobias) (2), geb. te Bremen 11 Aug. 1633, gest. te Franeker 5 Jan. 1865, zoon van Wilhelm A., broeder van den voorgaande en apotheker te Bremen, en Rebecca Tideman, ontving zijn opleiding deels in zijn geboortestad, deels te Herborn en daarna te Duisburg. 7 Mei 1654 werd hij te Leiden ingeschreven als stud. theol. en in dezelfde kwaliteit te Groningen, waar zijn oom hoogleeraar was, op 3 Sept. 1655. Wederom te Leiden ingeschreven 5 Juli 1658, thans echter in de medicijnen, promoveerde hij daarna te Duisburg 1 Sept. 1659 in de philosophie op eene Disp. de phaenomenis et natura cometarum en op 25 Sept. d.a.v. in de medicijnen op eene Disp. explicans casum epilepticum. Blijkens onder te noemen geschrift was hij kort vóór of in dat jaar bekend geworden met den toen te Rotterdam wonenden Louis de Bils, althans met bijzonderheden omtrent diens geruchtmakende, doch geheim gehouden, ontdekkingen in het praepareeren en balsemen van lijken, en werd voorts 23 Febr. 1661 opnieuw te Leiden ingeschreven zoowel in de philosophie als in de medicijnen. In laatstgenoemde faculteit in 1662 tot hoogleeraar te Duisburg benoemd, zal hij daar gewikkeld geweest zijn in zijn proces van injurie met den hoogleeraar Ger. Feltman, die in 1667 van daar naar Groningen vertrok. 17 Juli 1668 stelde A. zich opnieuw met de Bils in verbinding naar aanleiding van diens nieuwe ontdekkingen en werd door dezen, nadat hij 3 Jan. 1669 benoemd was tot hoogleeraar in de anatomie te 's Hertogenbosch, verzocht zich daar bij hem te vestigen, waarna A. daar 13 Juni 1669 werd aangesteld tot hoogleeraar in de philosophie en medicijnen honoris causa. Na het overlijden van de Bils in Aug. 1669 schijnt A. in het bezit van diens geheim geraakt te zijn, zoodat hij de kunst volgens diens procédé heeft kunnen voortzetten en zelfs later krachtig verdedigen o.a. tegen Gabriël Clauder te Altenburg. Na het overlijden van Joach. Frencelius op 27 Mrt. 1669 te Franeker, werd A. - nog als hoogleeraar te Duisburg beschouwd - aldaar op 22 Oct. 1669 gekozen tot prof. med., welk beroep evenwel, ondanks persoonlijke en schriftelijke verdediging van A., vermoedelijk om genoemd proces, waarvan het einde nog niet te bepalen was, op 1 Apr. 1670 ingetrokken werd. Geen succes had hij ook met een in 1671 bij den Raad van State ingediend verzoek om eene belooning te mogen ontvangen voor de te 's Hertogenbosch bewezen diensten. In 1674 erlangde hij echter van den Keurvorst van Brandenburg een leerstoel in de medicijnen te Frankfort a.O., waar ook disputen onder hem gehouden zijn. Daarna werd hij als opvolger van Abr. van Gulich 17 Juli 1680 nogmaals te Franeker beroepen tot prof. phil. en aanvaardde zijn ambt 11 Jan. 1681. Inzonderheid onderwees hij daar de physica. Evenals zijn voorganger was hij van richting Cartesiaan; hij vormde o.a. Ruard Andala. Jac. Rhenferd hield de lijkrede. Men heeft van hem: Breve extractum actorum in cadaveribus Bilsiana methodo praeparatis (Duisb. 1659). Uit de briefwisseling van der Bils werd in de Philosophical Transactions vol. III (Lond. 1668) 791 vermoedelijk door A. ingezonden: On the true use of the lymphatick vessels; in haar geheel gedrukt als Responsio Lud. de Bils ... ad literas ad ipsum datas et nuper transmissas à ... Tobia Andreae ... qua ostenditur verus usus vasorum hactenus pro lymphaticis habitorum (Rott. 1669), werd zij, met het werkje van 1659, herdrukt te Marburg, 1678. In briefvorm aan zijn neef Samuel A., hoogleeraar in de geschiedenis en het grieksch te Herborn, later in de welsprekendheid en geschiedenis te Marburg, verscheen zijn Bilanx exacta Bilsianae et Clauderianae balsamationis, qua ostenditur D. Clauderi inventam balsamationem non minus ac veterum longe a Bilsiana differre (Amst. 1682). Zijn onderwijs te Franeker raken een Diss. de extensionis infinitate (resp. D. Pauli) (Fran. 1684) en Exercit. phil. de impossibili mundi aeternitate (Fran. 1684). Tot de literatuur over Balth. Bekker's Betooverde Wereld, behoort A.'s opus posthumum: Exercit ationes philosophicae de angelorum malorum potentia in corpora (Amst. 1691). Zie: Acta Eruditorum (Lips. 1683) 270-3; A.A. Fokker, Louis de Bils en zijn tijd in het Nederl. Tijdschr. voor Geneeskunde II: 1 (1865) 168, 189, 191, 211, 217; Boeles, Frieslands Hoogeschool II (Fran. 1879) 251, 286, 357, met de daar aangegeven bronnen. (bron: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. |
| 3. | v | Margarita (Margarita) Willems ANDREA [27163] (code: 2^11+1705), geb. ±1638 te Bremen (zie 3753). |
| 4. | v | Anna Elisabeth (Anna Elisabeth) Willems ANDREA [27258]. Geb. ±1640 te ? (bron: ?), ged. ? te ? Overl. op 24-06-1668 te Bremen (DE) (bron: ?), begr. ? te ? Otr. [8192] ? te ? Tr. op 05-06-1664 te Bremen (DE) (bron: ?), tr. kerk ? te ? Echtgenoot is Hans Ludwig (Kragelius) Mattheusz KRAGELIUS [27259]. Geb. ±1632 te Nurnberg (DE) (bron: ?), ged. ? te ? Overl. op 05-05-1687 te Bremen (DE) (bron: ?), begr. ? te ? Zn. van Mattheus (Mattheus) KRAGELIUS [27260] en ? (?) ? [27261]. - Vanaf 1662 tot 1680 wordt hij en later de weduwe van Hans Ludwig Kragelius vermeld als bewoner en apotheker te Bremen "Einhorn apotheke langenstrasse 90/91" Dit volgens Staatsarchiv 2-S.7.d.9.b. Bremen (bron: ?) Hans Ludwig Kragelius hertrouwd: Otr. [8193] op ? te ? Tr. op 21-jarige leeftijd op 12-09-1669 te Bremen (DE) (bron: ?), tr. kerk op ? te ? met Gesche (Gesche) TILE [27262]. Geb. op 09-04-1648 te Bremen (DE) (bron: ?), ged. ? te ? Overl. op 07-04-1726 te ? op 77-jarige leeftijd (bron: ?), begr. ? te ? Dr. van ? (?) TILE [27263] (zie 2) en ? (?) ? [27264] (zie 3). Gesche Tile hertrouwd: Otr. [8194] op ? te ? Tr. op 41-jarige leeftijd op 30-06-1689 te Bremen (DE) (bron: ?), tr. kerk op ? te ? Met Johann Casper (Johann Casper) REINBOLD [27265]. - Vanaf 1689 tot 1699 wordt hij vermeld als bewoner en apotheker te Bremen "Einhorn apotheke langenstrasse 90/91" Daarna wordt Johann Conrad Krageilius vermeld als bewoner Dit volgens Staatsarchiv 2-S.7.d.9.b. Bremen (bron: ?) Geb. ? te ? Ged. ? te ? Overl. ? te ? Begr. ? te ? Zn. van ? (?) REINBOLD [27266] en ? (?) ? [27267]. |
| Eerste blad Vorig blad | Blad 432 van 627 bladen. | Schema Volgend blad Laatste blad |