eijgendomme
ontfangen bij mij ondergsz[egd]e als kerkmeester van Winkel van Jan Slooff secretaris aldaar de somme van f37: 9: 12. wegens 2 penn[ingen] van ider guld[en] van de verkopin gen gevallen in t jaar 1762 na aftrek van t collectloon notum den 7 janu[ari] 1763 Jan Corn[eli]sz Maet | op te dragen en te transporteeren aan Pieter Jansz Stromer wonende alhier op Lutjewinkel 5 geesten 8 sn[ezen] 10 roeden in een boomgaardt ofte Houtbosch gelegen op de banscheij ding van Winkel en Niedorp tusschen de Limmerschouw en Wijsent belent t spagestoken van de weduw Pieter Sijmonsz Goede ten oosten en noorden de Niedorperwegh ten weste en dus voor zoo verre t zelve onder Winkel gelegen is en
op sodinge conditien als t zelve in veijlinge is verkogt en waar voor zij comparanten bekende voldaan en betaalt te zijn met een s[omm]a van eenhondert zeven en tnegentigh guldens gereet geldt belovende mitsdien t voorsz[egd]e getrans porteerde te zullen vrijwaren van alle lasten en bekommer nissen zulks na regten en costuijme deser steede behoort Alles onder verbandt en submissie als na regten Des oirconde is dese bij ons schepenen voorn[oem]t getekent En door Jan Slooff als schout bezegelt op den 30e nov[ember] 1762 |