de gerechte derde part

Wij m[eeste]^r P[iete]r van Bijwaert Baillu en schout de
Heerlijkh[ei]t van Hoogw[oud] en Eersw[oud] Jan P[iete]rsz Keeten en
Jan Aeriaens Krijn schepen aldaer doen cont dat
voor ons gecomen en gecomp[areer]^t is Dirck P[iete]rs
Oijvaer onsen mede poorter aen Gou en quiteerd
aan Claes Gerritsz insgel[ijks] onsen mede poorter
een stuck lants groot ^{int geheel} omt[rent] drie m[orge]n 200 r[oede]n
gemeen en onverdeel met sijn comp[arant]s susters en
broeders koe__ gelegen buijten Gou belent Dirck
M[aa]rtns ten suijden en de erffgen[amen] van Sijmon P[ieter]s Dael
ten noorden bekende etc[etra] belovende etc[etra] subject
al bijde officiergesegelt en schepen gez[egeld] op ten
2^e februari 1636