Compareerden voor mij Sijmon van Sevenhoven openbaer not[ari]s etc[etra] impresentie van de naebeschreven getuijgen h[ee]rPieter Pieteresz van Medemblicq Floris Bontekoning maeckelaer en Simon jansz alle van genoegen ouderdom altans binnen dese stad ende hebben ten versoecke van d eersame Jan Pietersz Ouwevaer voerende t schip genaemt de Ouwevaer getuijgt ende verclaart hoe waar is
dat haer luijden seer welbewust ende kennelijck sijn dat den requirant nae dat met t voornoemde schip door storm en onweer inde maend januarij deses jaers sonder inden pertinenten dag behaelt te willen sijn tot Hellevoetssluijs is ingeloopen als wanneer den requirant van de vorstens sig heeft na Noort Hollant begeven om sijn reeders te spreecken middeler wijle __ s den requirant in Noort Hollant waswesende is comen te gebeurenvoorgevallen dat door de vors is overvallen geworden sulx daer door de reijjs niet konde voort setten omin t sijsoen de jaers eenige tijt geleden agter den anderen heeft
vertoeft dog de reijsondrwijslen den req[uiran]t soodanig meede impotente en ziek qualijck te pas is #aan sijne lighaem is geworden t l en voornamentlijck aende benen als __k_en vorders waer door geen schoenen aen sijn voeten heeft kunnen gebruijken dat ook alsoo een geruijmen tijt heeft gecontinueert sulx dat den reijs sijn sake wegens t voornoemde schip gedeurende de tijt met heeft kunnen naebehooren waergenomen veel minen als doen voortsetten t welk sij presnteeren als de saeck indeir voegen bij gewoont en gesien k___ ondervonde sijnde hebbende des nood ende daer toe versogt wesende des noot sijnde nader
te bevesteigen alles opregt gedaen
t amsterdam ter presentie van Adriaen Karremans, Pieter OudeJansz Outhoorn mijne clerquen als get[uigen] P Pieters Floris Bontekoning makelaer Sijmon Jansz   AKareman PJOutshoorn