Wij Theunis Klaasz Eerswoud ende Pieter Kornelisz Leeuw schepenen der stede Abbekerk oirkonden en kennen dat voor ons in eijgener
perzoonen compareerden Jan Dirksz; Adriaan Dirksz; Trijn Kornelis weduwe van Gert Dirksz; voor haar ende als moeder en voogdesse instaande voor hare kinderen Klaas int Velt in huwelijk hebbende Anna Dirks alle te Lambertscage de laats genoemde onder Hoogt woud Dirk Heijlig in huwelijk hebbende Aagt Dirks te Hauwert ende Albert Jansz Oudevaar getrouwt aan Marij Dirks in eenen watermolen beoosten Lam =bertscage woonagtig de welke zeijden verkogt te hebben en dienvolgens in vollen vrijen en erffelijken eijgendom mits dezen te transporteren en te quiteren aan en ten behoeven van Willem Dirksz woonende te Lambertscage zes zevende parten onderddel in een huijs en erf en werf van agt en twintig roeden naar de dijksmate staande en gelegen te Lamberts
=cage beoosten den weg waar af naaste geerdens zijn Dirk Tadesz te zuijden Poulus Kornelisz ten noorden met zoodanige geregtigheden en servituten ordi =nare en extraordinare gemene lants onckosten omsla =gen en verpondingen als ze te vooren zijn bezeten voorts en behalven dien voor vrij goet zonder eeni =gen en verpondingen als ze te vooren zijn bezeten voorts en behalven dien voor vrij goet zonder eeni gen meerderen last of beswarenisse ende bekende zij comparanten daar af met een hondert en zeventig guldens agt stuijvers gereduceert tot ge reet gelt geheel voldaan en betaalt te zijn beloo =vende over zulks de voorsz[egde] gedeeltens in het gemel de huijs erf en werf en de den kooper ofte zijnen erven dezen aangaande te vrijen kosteloos en schadeloos te houden voor de evictie en alle andere
op of aantaal zoo als men vrij goet gehouden is te doen naar regten en costume dezer stede daar voor verbonden zij comparant en hunne perzoonen en goederen die speciaal submitterende de indica =ture van de vierschaar dezer stede wijders den hoeve van Hollandt en allen anderen regt en regteren opregt en ter goeder trouwe tot bevestiging der waarheijt deze bij ons schepenen on =derteekent en door den heere jonkh[ee]r Alexander van Lantschot als waarnemende het Bailjuw end schoutampt dezer stede voor zijnen zoon jonkh[ee]r Wouter Chrisstoffel van Lantschot gedaan zegelen op den tienden Maij des jaars zeventienhondert en twintig |