Wij ut supra schepenen in Amsterdam oirkonden en kennen dat voor ons gecompa
reerd is Jan Heathekker als bij ordinaris quijtscheldinge sub dato 23 februarij 1745 den eigendom bekomen hebbende tot de helfte in den abschreven perceelen ende geliede verkogt op gedragen en quijtgschonden te hebben aan Teunis Oijevaar de helfte in twee huijsen en erven onder een dack waar van de weder helfte aan den koper reeds eigen is staande ende gelegen in de Roosestraat aan de zuijdzijde tusschen de Prinschegragt en de eerste dwars straat in den Speldemakersgang zijnde de twee laatste huisen in den zelven gang en dat met zodanige geregtegheeden ser vituten en gemeenschappen als de voorsz[egde] perceelen zouden moogen hebben en in allen schijne dezelve al daar gelegen zijn beheijnd en betimmerd staan ende hij comparant bekende daar van al voldaan en wel betaald te weezen den laasten
penning met den eersten zoo dat hij daaromme beloofde (onder verband van alle zijnde goederen roerende onroerenden presente en toekomende) deze helfte in de voorsz[egde] perceelen te vrijen en vrij te waren jaar en dag als men ingelijken schuldig is te doen en allen oude brieven affte nemen sonder arg off list in oirconde etc[etr]a den 8 september 1756 |