f 700:-:- contant 1400:-:- interesten f2100:-:- | Wij ut supra schepenen in Amsteldam oirkonden en kennen dat voor ons ge
compareerd zijn Jan Heijthekker als in huwelijk hebbende Johanna de Rave en dezelve Johanna de Rave door haar genoemden man ge adsisteerd en hier toe geauthoriseerd zijnde zij Johanna de Rave eerder weduwe van wijlen Philippus Heijthecker (met den welke zij in gemeenschap van goederen ^^is getrouwd geweesten door dezelve haare overleden man bij hunlieder mutueel testament op den 14 november 1718 voor Abraham Tzeewen notaris en zeeckere getuiegen alhier ver leden geinstitueerd tot zijne erffgename onder den last van opvoedinge uitzettinge en incas van hertrouwen ook te doene bewijs van en aan hunne te zamen gerpocre-eerde kinderen voor en tot volle voldoeninge van hunne legitime protie heb bende zij comparante Johanna de Rave dien conform voor het
aangaan van haar twede huwlijk met den comparant Jan Heijthecker ten behoeve van haare twee kinderen Daniel en Philippus Heijthecker door den gezijde haare eerdere man aan haar verwekt in voldoeninge van der zelver vaders goed en erffenisse bewijs gedaan ingevolge van de acte door haar dies wegens in dato 12 meij 1734 ten overstaan van den voornoemde notaris Tzeewen en getuigen gepasseed en ook naderhand aan den gedagte Daniel Heijthecker (door het huwlijk zijnde geworden meerderjarig) zijn bewezen capitaal voldaan uij wijzens de acte van quitantie door hem op den vijffden junij 1719 almede voor den notaris Abraham Tzeewen en getuigen getekent zijnde vervolgens de gemelde daniel Philippus Heijthecker minderjarig en ongehuwd ab intestato overleden
en dus deszelfs nalatenschap gedevolveerd voor de eene helfte op zjne moeder de comparante Johanna de Rave en voor de wederhelfte op zijn broder van heelen bedde de voornoemde Daniel Heijthecker aan welke Daniel Heijthecker zij compa rante Johanna de Rave zijne competerende erffportie in dezelve zijne broeders nalatenschap heeft ujtgekeerd agter volgens de acte vanquitantie door hem op den 25 april 1753 ten overstaan van den notairs Salomon Dorper en getuigen binnen deeze stad gepasseerd hebbende de eerst genoede Philippus Heijthecker bij twee distincte ordi naris quijtscheldinge sub datis 21 julij 1717 en 9 september 1733 den eigendom bekomen tot het nabeschreven perceel ende zij comparanten gelieden in dier voegen verkogt opgedra
gen en quijtgeschonden te hebben aan Teunis Ojevaar een huis en erve staande ende gelegen in de Servet steeg aan de noordzijde bij de warmoes straat en dat met alzulke belendenen strekkingen heerschende en lijdende servitu ten vrij en onvrijheden als het zelve nu heeft ofte van ouds mogte gehad hebben ofte bij vertimmeringe metzelen ofte andere veranderingen in der tijd zoude mogen worden ge vonden en aangetoond te behoren zonder dat de verkopers in cas van verschil daar voor eenigzinds aansprakelijk zullen zijn zullende de koper zig ook in alles moeten reguleren naar de keuren dezer stede en naar alzulke conditien waar op de erven aldaar gelegen van stadswegen uitgegeven en verkogt zijn ende zij comparanten in vol gen als boven bekende daar van al voldaan en wel be
taald te wezen den laatsten penning met den eersten zoo dat zij daaromme beloofden (onder verband van alle hunne goederen roerende onroerende presente en toekomende) het voorsz[egde] huis en erve te vrijen en vrij te waren jaar en dag als men ingelijken schuldig is te doen aen alle oude brieven afte nemen sonder arg off list in oirconde etc[etr]a den 4 meij 1756 | |