Compareerden op den XXVI october anno sestienhondert en t negentigh voor mij Cornelis Nopper notaris publicq bij den hove van holland geadmitteert binnen Hoorn residerende ter presentie der naargenoemde getuijgen d eersame Jan Maartensz Oijevaar tot Venhuijsen Thames Sijbrantsz van Avenhorn, oud vier en dertig ende negentien jaren de welcke mits dese ter requisitie van Jan Jansz Staling van Venhuijsen laest gevoert hebbende t schip de Jonge Oijevaer attesteerde waar achtigh te zijn dat den zelven schipper wanneer zijn volk geld zoude geven voor de bewuste reijse na St Ubal gedaan aan den[?] genen[?] s_________ die met hem uijtgevaren waren voorgesield en keuse gegeven heeft off zij voor de extra orinarie langheijt deses voijagie gemoedelijk geliefden te ontfangen een volle vierde paart van t gunt elck op de lijse hadde bedongen dan off zij liever voor dees off geene gerechtel hare pretentie rechtelijk wilden vorderen ende vervolgen ende dat deselve geintresseerde matroosen daer op met den anderen uijt de kaijuijt onder t deck zijn gegaan en binnen gekomen zijnde verclaart hebben dat zij volcomen te vreden waren omme de bewuste vierde elck van zijn gemaekte huure te ontfangen en dat zij daar mede haar absoleutelijk ende gants te genoeght zouden houden voor t gunt zij meende te komen

pretenderen uijt hoofde voors[chreven] zulx dat zij naa den ontfang deses den selven hare schipper noch de reederije der genoemde schepe die aangaande nout souden morijen ofte molesteren in rechten off daer buijten gevende voor reden van wetenschap dat zij deposanten ten tijden voorsz[egt] bij all t verhaalde present zijn gewesen en alles in substantie als boven gehoort ende wel verstaen hebben en specialijk ook hij Tames IJsbrantsz dat hij selfs mede een der genen is geweest welcke met gedachte schipper de opgemelte conditie neffend d andere heeft geaccepteert waar mede sluijtende presenteerd zij t zelve des noods ende versocht zijnde vaster te bevestige actum Hoorn ende op dato voors[chreven] ter presentie van Jacob Jansz, Pieter Jans Slob als getuijgen tot desen gerequireert

Jacob Jansz Slob
Pieter Jansz Slob

Jan Maertsz Oijevaer
Tames Jsbrans
  mij present

CNopper       
Nots Pub
1690