belooft hij heer bevragter mits deezen als dan aan hem schipper of zijn regt hebbende de voor vragt van s[in]t Ubes op deeze stadt te zullen voldoen en betalen de zomma van vijff en twintig gulden voor ieder last zout t geen hij schipper alhier
zal hebben uijtgeleevert voorts voor ordinaire avarije en ongelden dertig stuijver per last en dan nog tot een generaal caplaken de somma van veertigh gulden eens laatstelijk zal de ontlossinge hier voor de stad moeten geschieden in een tijd van drie weecken en t schip door offte van wegens den bevragter langer opgehouden werdende zoo zal hij bevragter daar voor aan den schipper moeten betalen vijff en twintig gulden voor iedere meerdere dagh Tot nakominge van t geene voorsz[egd] staat de comparanten verclaarden te verbinden generalijk hune respective perzoonen en goederen en spetialijk de bevragter de inteladene zoutlast ende schipper zijn voorsz[egde] schip en toebehooren van dien alle t zelvige stellende en submitterende
ten bedwang en submissie als na regten Aldus gepasseert binnen Amsterdam ter preesentie van Jacob de Wijs en Nicolaas Witte als getuijgen |