No 1434 Scheidinge beneden de vijvduijzend guldens
Op huiden den 15 februarij 1779 compareerden voor mij Broeurius van der Velden bij den hove van Holland geadmitteert te Enkhuizen residerende notaris ter presentie van de nagemoede getuijgen Pieter Ruiter woonagtig te Venhuizen als in huwelijk gehad hebbende Neeltje Oijevaar voorheen getrouwt zijnde geweest met wijlen Reinderd Pijl alzo ter eenre en Maarten oijevaar secretaris der steede Schellinkhout zo als oom van 's moeders zijde ende nog in qualiteit als met ende benevens Herke oijevaar mede te Schellinkhout voorn[oem]t woonagtig en den comparant ter eenre gecom mitteerde voogden over Jan, Geertjerietje en PieterPijlminderjarige na gelatene
kinderen van de voorn[oemde] Neeltje Oije vaar en Reijnderd Pijl en hij comparantals instaande ende de rato caveerende voorden voorn[oemde]zijnen absenten mede voogd Herke Oijevaar voorn# alzo ter tweder zijde wonende de comp[aran]ten te Venhuizen en Schellinkhout voorn[oem]t de__zijnde thans alhier prezent en mij not[ari]s bekent te kennen gevende dat de voorn[oemde] Neeltje Oijevaar op den 16 augustus 1778 dezer wereldab intestatokomen te over lijden met agterlatinge van de drie voorn[oemde] voorkinderen en van vijv kinderen uijt het huwelijk met den comparant ter eenre de comparant ter tweder zijde met en benevens voorn[oemde] jijrien[?] mede voogt Herke Oije
vaarenmet den comparant ter eenre hadden gemaakt en behoorlijke begrotinge van den gemeenen boedel van voorsz[egde] laaste egtgenooten ten einde daer in zoude kunnen consteeren hoe veel kwame te bedragen het aandeel de voorn[oemde] minderjarige voorkinderen wegens hun moederlijkl erfdeel daar inne competeerende met dat gevolg dat daar vervolgens na nauwkeurig opmeeninge van aller en aftrek van het geent behoorde te worde afge trokken aanden comparant ter eender zijse en aan zijnen mede voogd Harke oijevaar was geblekendathet aandeel van voorn[oemde] drie voorkinderen Jan, Geertje en Pieter Pijl in de moe derlijke nalatenschapk___ uitmaaktete bedragen eene somma van drie duizend
negenhonderd guldens waar en boven aan de voorn[oemde] voor kinderen uit de huisraaden inboe del die onder de voorsz[egde] berekening niet was begrepen geweest zouden werden geextradeerd zodanige stukken als reedts tusschen de comparanten on derling was geconvenreerd en kortheids halven zonder werden gestelt op een onderhandsche inventaris waar toe ter diien opzigte alhier werd gerefereerd en zijnde wijders omtrent de revonuen vanhetvoorsz[egde] hierna aan den comparant ter tweder zijde qq toe en aan te be deelene gemaakt zodanige schikkinge als hier onder zal worden gezegt de comparanten dair op voorsz[egde] voet en wijze tredende ter toe en aanbedeelinge vanvoorsz[egde]aanbelopen van drie duizend negenhonderd guldens
aan meerboorn[oemde] voorkinderen voor hun vorengemelt aandeel in de na latenschap van voorn[oemde] hunne moeder competeerende werd mitsdien aan dezelve inden persoon van den comp[aran]t ter andere zijde aanbedeeld eerstelijk een stuk grasland gelegen onder Venhuizen genaamt Stalinge weidje groot in onkosten vijvhonderd vijvtig roeden ten tweede een stuk grasland gelegen als voren genaamt het Sevenhondje groot in onkosten een morgen eneenhonderd roeden ten derden een stuk bouwland gelegen als voren genaamd het hof groot in onkosten een morgen vierhonder vijv en sestig roeden bedragende dus de voorsz[egde] drie stukken land met den anderen drie morgen vijv honderd vijvtien
roeden welke gerekent door de elkanderen op drie honderd vijvtig guldens per morgen uitmaken een somma van . . . . f 25.50 - - 13.50 -- |