Lade

178

Den 5 maert 1653 heeft Cornelis Adriaensz
Hoogeboom smalscheepsman bewesen sijne out

kinderen Annetge out 20 Maritge 15 Willem 10 ende weijntge 5 jaer
daer moeder af was Annetge Theunis te saemen voor haer moeders erff
een huijs ende erff staende ende gelegen int Witte Beijlsteechie daer
van de quijtscheldinge inde lade is geleijt
ende daeren boven noch de somme van tienhondert g[uld]en ende sal en
onder verband etc[etra] des salhij etc[etra] ende het behaechde Jan Leendertsz ende
Crijn Crijnsz de oomen sonder inventaris te begeven pub[liek?] als van
den 16 februarij 1655 heeft Cornelis Adriaensz Hogeboom voorn[oem]d verclaert
dat hij met de voors[zegde] Jan Leendertsz ende Crijn Crijnsz sijner kinderen oom
mitsgaeders Dirck Claesz Fuijck als getrouwt hebbende Annetge Cornelis de
oudste dochter soo daenich is verdraege ende geaccordeert dat hij sijn
voorsz[egde] vier kinderen in plaetse van het voros[zegde] huijs daer van de eijgendom
wederom aen hem keert ende blijven sal sal bewijse soo hij dat bij dese
de somme van tweeduijsent vierhondert ses en negentich g[ulden] aen gelde
maeckende met de voorstaende tienhondert g[ulden] drijeduijsent vierhondert
ses en negentich g[ulden] daer van het voorsz[egde] huijs ende alls sijne andere goederen
roerende ende onroerende present ende toecomende sullen sijne ende blijven
verbonden daer mede de voorsz[egde] Jan Leendertsz, Crijn Crijnsz ende Dirck
Claesz Fuijck verclaerde te vrede te sijn ende is daer op de quijtschelding
van het voorsz[egde] huijs aen de voorsz[egde] Cornelis Adriaens Hoogeboom wederom overgel[ee]
vert pub[liek] alle den wees[meeste]r[en] der pte[?] m[eester] Jan Backer

hier voorts folio 348
 

348

t vervolch van folio 21 reackende de kinderen
van Cornelis Adriaensz Hogeboom

den 12 januarij 1662 sijn ter weescamer deser stede gecompareert
Dirck Claesz Fuijck als getrout hebbende Annetge Cornelis Hogeboom
ter eenre Cornelis Dirkcs Koeck als getrout hebbende Maritge Cornelis
Hoogeboom __ te tweeder ende Dirck Willemsz Hoogeboom als oom
ende voochd over Weijntge Cornelis Hoogeboom ter derde sijde verclaerde
dat sij gesamentlijck inde opgemelte qualite bij manier van scheijdinge
met malcanderen sijn verdraegen ende geaccordeert dat de voorsze[gde]
Weijntge Cornelis Hoogeboom in voldoeninge van de vijftien hondert
gul[den] die de voorsz[egde] Weijntge Cornelis soo over haer moeders erff[enis] de erffe
nisse van haer broeder Willem Cornelisz en van Grietje Claes haer
stiefmoeder mits gaeders haer uijtsettinge competeren als oock mede
selve Weijntge Cornelis voor haer parte van vaders erff[enis] competeren
maeckende te saemen 3850 g[ulden] in vrijen eijgendom sal hebben ende be
houden
een huijs ende erff staende ende gelegen op Reaelen eijland op het
hoeckge van de Taenstraet ende dat voor de somme van vierduijsent
gul[den] mits dat sij als daer aen te veel hebbende aen de andere erffge
naemen sal uijteren de somme van hondert en vijftich g[ulden]
Dat daer in tegen de voorsz[egde] Dirck Claesz Fuijck inde opgemelte qualite in
plaetse van de 2350 g[ulden] die de voorsz[egde] sijn huijsvrouw voor haer partie van
vaders erff[enis] is competerende in vrijen eijgendom sal hebben ende behouden
een huijs ende erff staende ende gelegen op Bickerseijlandt bij de kerck
daer Hoogeboom inde gevel staet voor tweeduijsent g[ulden]
daer bij gerekent t negentich g[ulden] 3 st[uivers] 8 pen[ningen ] bij hem uijt den imboedel genoten
soude hem noch resten twee hondert negenenvijftich g[ulden] 16 st[uivers] 8 pen[ingen]
dat voorts de voorsz[egde] Cornelis Dircksz Koeck als getrout hebbende Maritge
Cornelis Hoogeboom voor sijn voorsze[gde] huijsvrouws partie van haer vaders erff[enis]
monterede insgelijcx ter somme van 2350: g[ulden] sal hebben ende behouden
de helft van een huijs aen de Overtoom voor achthondert g[ulden]
het winckelgereetschap met de waeren bij hem aengenomen voor tweehondert seven
en tachtich g[ulden] 13 st[uivers]
item de tweehondert g[ulden] die Wiering Willimsz schuldig is
het schip bij de vader gevaert voor negen hondert negen en dertich g[ulden] 16 st[uiver]
ende een hondert twee ent seventich g[ulden] 11 st[uivers] bij hem aen gelt ontfangen
mentirende in alles te saemen ter somme van 2400: g[ulden] sulcx dat hij als daer
aen t veel hebben aen sijn mede erffgenaemen sal uijtkeeren de somme
van vijftich g[ulden]
Des blijft tusschen haer drijen noch gemeen de vijffhondert g[ulden]
die Neeltge Thomas weduwe van Jan Claes volgens obligatie
d eene van 300: in dato 18 dece[m]b[er] 1641 d ander van 200: in dato 30 octob[er]
1646 schuldig is pre[sent] dehere m[eeste]r Joris Backer Bernhard Schellin
ge
Den 20 feb[ruari] 1671 hebben Dirck Claas Fuijck als
man ende voocht van Annetie COrnelis Hogeboom mitsgaders
Cornelis Dircks Koeck als getrout hebbende Marretie
Cornelis Hogeboom vergeselschapt met Herman
Volckers verklaert dat de voorsz[egde] Weijntie Cornelis
Hogeboom ab intestato en sonder kinderen is overleden
en dat het voorsz[egde] huijs staende en gelegen op Reaelen
eijlant op haerluijder respective huijsvrouwen als erffgen[amen]
ab intestatoe is komen te devolceren pr[esent] W[?]
J[?] Klaver[?] en Loon Meesen[?}