Alsoo door ordre van sijne doorluchtichste hoocheijt roijael van wegen den heere gouverneur deser stadt Breda ende den heere raedt en procureur
generael van Brabant oft sijnen substituijt h[ee]r Adriaen van Meerwijck binnen deser stadt van Breda ingevanckenisse gebracht ende doen stellen is Gijsbrecht Hendricx kerkm[eeste]r ende heijligeestm[eeste]r tot veen inden landen van Heusden de welcke alhier op s heeren gevancknenisse gestelt sijnde als nu daer van ten minsten coste geerne souden worden ontslaegen soo is ten versoecke van den voors[zegde] Meerwijck voor de heeren schepenen naergen[oem]t gecomen ende gecompareert in propren persoone Aert Mol borger alhier ende heeft hem te borge geconstitueert ende gestelt sulve doende bij desen ter somme van tweeduijsent xg[u]l[den] eens als dat bije soo verre men bevint datte voorsz[egde] Gijsbrecht Henrickx soude mogen begrepen wesen in sijne voorsz[egde] qualiteijt onder
t placcaet van de retoursie ende dat men den selven met en coste becomen dat men den voors[egde] Mol daer voor sal mogen aenspreken ende de selve somme op sijnen persoon ende goederen mogen versaeken gelijck den selven Mol daer voor sijnen persoon ende goeder is verbijndende en verobligerende midts desen Actum anno XVIe sevenendertich twintich daeghen in februario in presentie van m[eeste]r Anthonis Lips en Pauwels van Leemputte scheppenen in Breda hier af twee extract |