Op huijden den XVIJen ja[nua]rij des jaers 1663 ouden stijl compareerde voor mij Lucas van Vuijren notaris
shooffs van Utrecht ende bijde heeren borgerm[eeste]rn ende vroetschap der selver stadt geadmitteert ende getuijgen naebenoemt Nellichgen Cornelis laest weduwe van Pauwels Stevenss wonende aende Tolacker des gerechts van martensdijck ende bekende wel ende deuchdelick schuldich te sijn Cornelis van Schaijck borger t Utrecht ende desselfs erven oft te echt deses hebbende d somme van negenhondert eenende t seventich gulden negen stuijvers spruijtende ende uijt zaacke ende als rest van geleverde haver als anders bij haer comparante ende desselffs man voornoemt ten dancke gecost ende ontfangen volgens het schultboeck van zelven van Schaijck ende afreekeninge tusschen hun der van gedaen belovende zij comparante d voors[zegde] somme aen handen alsvoren
te betalen binnen twee naastcomende jaeren zonder interesse doch bij faulte vandien zal de comparante alsdan gehouden wesen van de zelve somme te betall[en] renten iegens vijf ten hondert tot desser tuel[] voldoeninge der voors[zegde] somme toe geduerende waer voor Cornelis Pouwels Stevenss ende Goossen Thoniss van Schaijck beijde (alhier mede comparerende) verclaerden hun zelven onder vertichte van de exeptien van excussie ende divisie d effecten van dien hun ondericht sijnde borger als principalen gestelt te hebben als zij doen bij desen voor de voorsz[egde] Nellichgen Cornelis haerlieder moeder verbindende hij comp[aran]ten respectivelick tot voldoeninge deses haere personen ende goederen tot reale executie vande hove van Utrecht
ende allen anderen heeren hoven rechteren en gerechten renuntieerde de voorn[oemde] Nellichen Cornelis de exceptien vam egeen waeren ontfangen te hebben hereeckeninge misreeckeninge ende allen anderen uijtvluchten te contrarie ende omme dese voorden verschreve te reitereren ende bekennen mitsgaders hun comp[aran]ten daer inne te laten condemneren constitueerde d zelven onwederoepelick Cornelis van Coesvelt ende Ludolph de With beijde procureurs voorden zelven hove te zamen ende elcx bijsonder belovende de rato onder het verbant alsvoren versoeckende ende gedaen ende ter p[rese]ntie van Borchardus de Vrij ende Willem van Slegel borgers deser stadt als getuijgen hier toe versocht |