Staten van Holland en West-Friesland 3-03-02_886 / 29 den Haag ![]() | 14-06-2024 pag. 1 |
| Gesien in hoogen rade in Hollandt t proces |
soon opposant ende eijsscher in reconuen[] ter ander zijden t hoff en bevint t proces nijet in state om eijntel[ijk]getermineert werden ordonneert p[ar]tijen opt VIIJen julij toecomende te compareren voor heer Albert de Veer ridder heere in Calenshooge raedt als commiss[ari]s die henluijden hooren ende vereenigen sal oft doenl[ijk] indijen nijet openen zekere difficulteijten in processe bevonden vant geallegeerde van partijen maecken proces verbael hem informeren ist noot ende d hove rapport doen om t selve gedaen gedis poneert te werden als nae behoorne ende resorveert de costen can den processe ten uuijteijnde toe van de saecke gere[]st den XX junij 1614 difficulteijten dat de ged[aachd]ens sullen verifieren dat Corn[elis] Jansz Molenaer geweest is de naeste van bloede van den fondateur van de vicare in questie off dat hij geseest in naetschap dat d imp[etran]t sal verifieren dat sijne moeder Griete geweest is de dochter van Corn[elis] | |
vide fo[lio] quinto | recto sequenti [zie 5 bladen verder] resolutie indijen de geeens bewijsen dat de voors[chreven Cornelis
Maer indijen geen van beijden behoorl[ijk] wert |
R. | van Brederode |
# | . . . . Dat de oppasant ende eijscher in recounen sale verifieren |
| Bij gevoucht opde propositie van de heere Veer |