Pet[er] Zweerssz van Jutf[aas] heeft geloeft Ph[ilip]s Luijtgensz te voldoen binne[n] XIIIJ dage[n] van alsulcke[n]
coop als zij te same[n] gemaect hebbe[n] aengaen[de] van ene[n] boom gaert en[de] seker lant nae ber moege der voirwairden daer aff gemaect te wete[n] dat hij die here[n] van Sint Jan te vrede[n] stelle[n] soude zij[[n] des sell Ph[ilip]s hem weder voldoen als hij hem beloeft heeft bij den segsluijden |