In t Goy Item Arkrijn int Goij ende bruict nu Willem Pouwe sijn swagh[er] XXX merghen lants om XX oude schilt des iaers ende XX honde X iaer lanck ingaende per anno LXVIII restert noch Is p gulden de a[nn]o LXXIJ solvit noch Is p g[ul]den solvit com d a[nn]o LXXIJ solvit mud overts jair van LXXIIJ elc mud voir XXI stuiv[ers] ende 1 oert solvit noch IIIs p gulden bij mij solvit noch Is P gulden solvit noch VJJS mud voirt nu S spiut solvit van den gru[] van den m[or]gen IIIJ cp sal XLV stuij[vers] solvit noch van den leckendick van den m[or]gen een CP sach XV stuij[vers] solvit XXCIIen orken van den voert op te dohen sack III stuij[vers] mu IIJ den
Iten die lantg[raaf] rekende mit Wille[m] Pouwe des donredachs na p[etri ?] cha[tedram ?] end alle du__ doot van den iair van LXXIIIJ van de weir van den gem[] so Ien dat jair doot ende all betaelt ende hij betael X V p gul[den] ona[?] IIen stuij[vers] en jairt solvit co.. de a[nn]o LXXIIJ solvit V P gulden ende IIen stuij[vers] ende een oert op LXXIIJ solvit noch IIIJ p gulden ende VIIen stuij[vers] kien lantg[raaf] solvit XV stuij[vers] F leck restat Wille[m] Pouwe noch de a[nn]o LXXIIIJ kom[ende] omaet XXVIIIJen gulden nu V stuij[vers] ende eeen ort Item die lantgr[aaf] rekende mit Willem Pouwen int goijs des donredachs van t sinte pancracis dach anno LXXVI van den jaer van LXXIIIJ de bleff hij ons jarleick bov[en] de credit[?] van den iair van LXXIIIJ effen
XXIIIJ en p gulden min V stuij[vers] ind iaer ende vleden iaer sijn all betaelt ende doot gerekent gelic als bove[n] ghe stelt solvit hijer op XXX sond solvit noch hier op IIIJ nogh hameren die die lantg[raaf] selver cost elcken udghen voir VJ posten gulden XIIIJ stuijv[ers] te betalen voir en gulden sack XVJ p gulden ende XVJ stuij[vers] solvit noch VJ p gulden mij eenen braspenninck solvit com mitte havere[n] a[nn]o LXXIIIJ solvit Willem Pauw int goij XIIIIen p gulden ende s stuij[ver] solvit noch IJ p gul den solvit noch VIIen p gulden solvit noch V p guelden splvit XV stuij[vers] van den XXX m[or]ghen tot ongelt restat noch III p gulden en[de] IIIIs stuiv[ers] bov[en] en omaet solvit noch III p gulden ende VI IIIIs tuij[vers] solvit com de
anno LXXV solvit Willem Pou VIJ p gul[den] bij Blockhovens wijff s aende sbekker steech solvit noch solvit noch Vs p gul[den] bij Blockhovens wijff s silvit noch XV stuiv[ers] totten leecken diick van ongelt solvit nog XV phs[?] cotten huijddam van ongelt solvit noch IIJ ap gul[den] dat h die mertaell vanden vcost kamere meer was dan IIIJ m[orgen] die wij tege[n] he[] costen a[nn]o LXXIIIJ solvit noch XIJ P gul[den] bij mij solvit nog VIs p gul[den] solvit de mede com de a[nn]o LXXVJ de schilt gerebel[?] ad XXXIIJ stuij[vers] solvit IIIJ p gul[den] mij IIJ stuv[ers] bij Bloxkhovens wijff solvit noch V p gulden ende IIJ stuijv[ers] solvit noch VIIJ verte den stucto XV stuijv[ers] solvit noch een veer voir XX stuijv[ers] solvit noch IIJ mud haver elc mud voir X stuij[vers] solvit
noch een vercken van XXVIJ stuij[vers] solvit VV p gul[den] mij X__v stuijv[ers] solvit XXIIs stuijv[[ers] van o[n]gelt sol[vit] noch VJ p gul[den] ende VIIs stuij[vers] solvit d mede com de a[nn]o LXXVIJ en olden schilt gereke[n]t ad XXXIIJ stuij[vers] |