Oud recht 701_704-29 / 21 Utrecht [Plaats] pdf 04-04-2017 pag. 1

anno XVe XLIIJ den avonsen den
lesten januarij

Dat voor ons quame intgerechte Henrick Ghijsbertssz Spronck en Jutte zijn huijsfrou woenen tot
Houswijck en gaven mit gesamender hant alse recht wijse over Jannegen Peter Jacobssz wedue
en Cornelia Jan Lambertssz dochter hare nichten alle Ruerende goets en tilbare haire also hem
aengecomen en besterven is onvemits dode Ghijsbertge Anthonis Eerstenssz wedue hoer zuster
saliger gedachten ende dair toe dat rechte derdendeell van achtalve karolis gulden s iaers
losrenten den penninck twijntich en Henrick Willemsz backer en Goeijert Arijaensz lijndraier
na vermoge eens coepmans Ghijsbertgens voirsz[egde] erffgename jairlicx te geven schuldich is
en zij vertegen dair off en van alle rechts en toeseggens dat zij dair aen hadden en mede
van allen brieven die dair off roerende zij tot Jannegen en Cornelia behoeff voirsz[egd] alse
recht ende oirdel wijsde dat zij schuldich waere te doen en zij geloefdent hoer mede
jaer en dach te waeren nadien heijlige belofte paesch dach naestkomende en alle voerplecht
off te doen die zij dair op gedaen moege heben en wairt sake dat Jannege en Cornelia
voirsz[egd] bhoefden buijte Utrecht enige breder overgift van roerende goed verschene pacht
en desgelijcks so selle Henrick en Jutte en zijn huijsfrou voirsz[egd] honluijden breden overgift
dair van doen als recht is over all in alle gerecht dair des van node en behoeff
wese mach so wairneemen ic off soen erfge[namen] des vermaent fte vermane doen
zonder arch

1 st__ bij

hij Janneken Peter Jacobs zijn
wedue bijdt reguliers


Homepage | E-mail