Oud Recht 5601 / 292 Obdam pdf18-04-2023 pag. 1

 

wij Gerard Post bailliuw en schout292
der heerlijkhijt Obdam Jan Maars en Oolf
Backer
schepenen aldaar doen te weten
te weten dat voor ons gecompar[eer]t is Pieter Boots
wonende in de Wogmeer
de welke verklaarde wel en deugdelijk schuldig
te zijn aan zijn swager Jacob Kastricum
wonende onder Nieuwe Niedorp een jaar
lijkse rente van een hondert en vijftig
gulden ieder jaar te betalen soo lange
mij Jacob Kastricum zal leven en waar
van het eerste jaar verschenen zal zijn
en betaalt moeten worden den 20 januari

solv[i]t den XLen
pen[ing] bij de opdragt

1753 en soo vervolgens jaarlijks op den
voorsz[egde] 20 januari soo lange hij Jacobus
Kastricum
leevt welkle voorsz[egde] jaarlijkse
lijvrente es spruijtende uijtkoop en
ontfanen opdragt van de helft in
een huijs en 28 morgen 463 roeden landt
staande ende gelegen in de Wogmeer en
circa 4 morgen in Obdam door hem
Pieter Boots en zijn gemelde swager Ja
cob Kastricum
tot heeden in gemeenschap
beseten
belovende hij comp[aran]t Pieter Boots de
voorsz[egde] verte jaarlijks ten verschijdage
prompt te zullen voldoen daar voor
speciaal verbindende het bovengemelde
aan hem opgedragen perceel en voorts
generaal zijn persoon ende goederen ge
ne van dien uijtgesondert stellende desel
ve ten bedwange van alle heeren hoven
regten ende regteeren in teken der waar
hijt is de uijtgegevene dese door den officier
voorn[oem]t gezegelt en bij schepenen gelijk dese
geondertekent actum 26 junij 1752

 

Gerard Post
     Jan Maers


Homepage | E-mail