Oud Recht 5601 / 266 Obdam pdf19-04-2023 pag. 1

 

wij Gerard Post bailliuw en schout     266
der heerlijkhijt Obdam Pieter Ruijter en
Jan Maars schepenen aldaar doen te weten
dat voor ons gecompareert is Guurtie
Cornelis
wonende tot Lutiewinkel de
welke verklaard te hebben verkogt en dien
volgende op te dragen ende transporteren
aan Cornelis Boots wonende in de Wogmeer
de 2/3 parten in een stuck landt gelegen inde
Wogmeer groot in t geheel 4 morgen 3 1/2 r[oe]de

solvit den XLe penn[ing]
met f 0-1- 0
1/10 - -f 0-0-4

belent met Gornelis Gerrits ten noorden
en Arien Keuning ten zuijden van welke
verkoping ende transport bekende de com
parante algeheel voldaan en wel betaalt
te zijn den laatsten penning met den eer
sten en dat met een zomma van drie gulden
drie stuijvers belovende over sulks het voorsz[egde]
perceel landts te zullen vrijen ende wa
ren en voor alle evictien op en aantaal die
daar op soude mogen werden gedaan soo
men na regten ende costumen deser heerlijk
hijtschuldig is te doen
daar voor verbindende zijn comparante
persoon ende goederen geene van dien uijt
gesondert stellende deselve ten bedwange van
alle heeren hoven regter ende regteren
n teken der waarhijt is de uijtgegeven desen
door den officier voorn[oem]t gezegelt en bij sche
penen gelijk dese geondertekent actum den
18 nov[ember] 1749

 

Gerard Post
  P[iete]r Ruijter
    Jan Maers


Homepage | E-mail