f 1-4-0

                                                            111
wij Gerard Post bailliuw en schout
der heerlijkhijt Obdam Pieter Ruijter
en Olof Backer schepenen aldaar doen
te weten dat voor ons gecomp[areer]^t is
Aagt Jans wonende op de Spierdijk de
welke verklaarde te hebben verkogt en
dienvolgende op te dragen ende transpor
teren aan Pieter Boots wonende in de
Wogmeer de 7/8 parten in een huijs en
werv met nog een wervien daar agter
aangelegen staande^{ende gelegen} op Spierdijk onder
Obdam belent Gerrit Kramer ten noord

solv[i]^t XL^e
penn[ingen]

den en Crelis Kelis ten zuijden van
welke verkoping ende transport bekende
de comparante algeheel voldaan en wel
betaalt te zijn den laatsten penn[ing]
met den eersten belovende oversulks
het voorsz[egde] partien in het genoemde huijs
en erven te zullen vrijen ende waren
voor alle evictien open aantaal die daar
op zoude mogen werden gedaan soo men
na regten ende costuijmen deser heerlijkhijt
schuldig is te doen
daar voor verbindende zijn comp[arante]^s
persoon ende goederen geene van dien uijt
uijtgesondert stellende dezelve ten bedwange
van alle heeren hoven regten ende regteren
in teken der waarhijt is de uijtgegeven
deses bij dem off[icie]^r voorn[oem]^t gesegelt en bij
schepenen geondertekent op den
2 sep[tember] 1737
      Gerard Post
      P[iete]r Ruijter
      Oolf Backer