# sijn per reste van grooter sommis | het stuk # spruijtende dese schult uijt sake des koops ende gedane leverantie bij den opgemelde juffr[ouw] aan hem comparant in desen gedaan volgens transportbrief sub dato desen mede voor ons gepasseert wegens 6 morg[en] 75 roeden lants gelegen in de wogmeer onder onse banne leggende ge meen in de geheele cavel op de caarts getekent n[ummer]o D 15 belent den heere van Obdam ten noorden Jacob P[iete]rs Groot ten zuijden onder welke voorsz[egde] groote is 2 morg[en] 25 r[oeden] welke de voornoemdejuffr[ouw] wed[uw]e de Groot eerst helft gekogt van de heer Garbrant Klomp en t selvenu wederts nevens haar eijgen
gedeelte tot 4 morg[en] 50 roed[en] aan de comparant in desen verkogt heeft en beloofde zij comparante de voorsz[egde] |
# kusting penn[ingen] tot | als nog resterende # 245 g[u]l[den] kost ende schadeloos sonder enige kortinge op te brengen ende te betalen aan handen van de gemelde juffr[ouw] wed[uw]e de Groot ofteaen die tot desezomme nader mogten werden geregtigt met goet en gangbaar gelt op meij 1703 voor gene alsoo voorsz[egd] staat zij comparant verbonden heeft ende verbint mtis desen sijn persoon en generaal alle sijne goederen en wel bijsonder het gekogte lant daar deze schult uijtgesproten is vorders ondert verbant en submissie
als na regten en ten oirconde hebb ik balliu en meij 1703 bedragende dese schout den principale gesegelt en wij schepenen getekent als ook hier nevens onse balliu der |