Oud Recht 5600 / 242 Obdam pdf28-04-2023 pag. 1

242
 

Wij Johannis Agricola balliu en schout der heerlijkh[ei]t
Obdam Allert Claesz Mandam en Sijmon Marcus de Groot
schepenen aldaer oirconden en kennen dat voor ons in
persone gecompareert ende gekomen is juffr[ouw] Catharina
van Davila
wed[uwe] de Groot woonagtig binnen de stadt
Alkmaar soo voor haar selfs en soo veel des noots is
de rato caverende voor haar kinderen de welke in dier
qualite verklaarde te hebben verkogt ende mits desen quam
te cederen ende transporteren aan elcx die ende
ten behove van Jan Bootswoonagtig in de Wogmeer onder Obdam
1/4 part in een cavel lant gelegen in de Wogmeeronder Obdam inde
geheele cavel op de caart getekent n[ummer] o D 15 die gedeelte
groot 2 morg[en] 25 roed[en] t geheel is belent sijn exell[entie]
Obdem ten noorden Jacob P[ieter]sz Groot ten zuijden
en dit selve gedeelje dat sij op dato deses eerst

ontfangen

gekogt heeft van Garbrant Klomp woonagtig
binnen Hoorn mede voor af in ons presentis door
de heer Klomp aan haar comparante getransporteert

 

verder verklaarde sij comparants inder voorsz[egde] qualite bove het
voorsz[egde] gedeelte in deselve cavel hadde verkogt ende nevens t selve
bij dese quam te cederen en transporteren aan ende ten behoeve
van Jan Boots voorsz[egd] 4 morg[en] 50 roedenland sijnde de halve cavel van de
genommerde letter D 15 maakt alsso met het voorsz[egde] gedeelge samen
6 morgen 75 roed[en] en bekende sij cmparante daar van voldaen en
wel betaalt te zijn met een som van twee hondert en vijf en
veertig g[u]l[den] welke somme voort meerderdeel voor haar comparante
________________ door de kooper voorn[oem]t den penningm[eeste]r van de
Wogmeer is aangetelt in onsen haar ____ presentie soo van agterstallige ordinare
omslagen extr verpond[inge] en verloopende recognitie voor den heer van
Obdam met welk betalinge sij comparante verklaarde conten[temen]t
te nemen en met de overschietende contatne te vreden en
vergenoegt te zijnvan de nu in dat de kooper boven het voorsz[egde] betaalde
aan haar comparante nog soude verlijden gelijk hij op dato deses
gepasseert ende verleden heeft een verlij of custingbrief van
gelijke 245 g[u]l[den] te betalen op meij 1703 bedragende dese
twee termijnen samen 490 g[u]l[den] also ijder morge was verkogt
voor 80 g[u]l[den] en beloofde zij comparante t voorsz[egde] lant te indemneren
en bevrijde voor alle op of aantaal evictien of beswaarnissen
waar mede t selve boven buren of lendens zoude moge wezen
becommen boven d verpondingen ommeslagen of recognitie die
den heeren Obdam op t selve heeft dit alles onder t verband van haar
persoon en goederen geneen van dien ecemt vorders onder verbant
en submissie als na regten en ten oirconde in desen principalen
bij ons gezegelt en geteknt als ook hier de 9 feb[ruari] 1702 mij present

Johan Agricola

Aldert Mandam
Sijmon d Groot

secret[ari]s tot Obdam
    Pittes


Homepage | E-mail