Wij Gerard Boers bailliuw en schout Crijn Rijper en Jacob Groot schepenen der stede en vrije heerlijkheijd Spanbroek doen cont dat voor ons gecom pareert is de ee[rbare] Jan Dirksz Hovenier als in huwelijk hebbende Vrouwtie Pietersdr woonende in t zwaagh verklaarde hij comp[arna]t ogtervolgens seekere beschreeve voorwaarde ent openbaar te hebben verkost mitsdien wel en wettelijk optedragen bij diesen aan ende ten behoeven van Cornelis Makkelijk woonende tot Spanbroek versz[eg]d twee akkers zaat landgeleegen in gem[el]de heerlijkh[ei]t groot in dijk en schot 400 roeden edog bij den hoop zonder maat belend de heer
van Oosthuijzen ten oosten en juffrouw Clomp ten westen bekennende van de uijtgeloofde cooppenn[ingen] ten somma van vijf en veertig gulden voldaan ende betaald te sijn den laasten penn[ing] met den eersten belovende over sulkx het voorsz[egde] land te sullen vrijen ende waaren van alle lasten en bekommeringe waer mede deselve boven buuren ende belenden mogte beswaart sijn zoo men na costume deser heerlijkh[ei]t schuldig is te doen verbindende daar voor zijn comp[aran]ts persoon en goederen onder verband als na regten ten oirconden etc[etra] heden den 25e junij 1726 Krijn Pijper Ijacob Groot
mij present secret[aris] Gerard Boers |