| Wij Klaas Spaans bailliuw en schout P[iete]r Maartensz Kistemaker en Evert Klomp schepenen der stede en heerlijkh[eid] Spanb[roek] doen cond dat voor ons gecomp[areer] t sijn Corn[elis] Boots wonend in de Wogmeer en P[iete]r Jansz Boots wonend op Spierdijk binnen deze juris dictie als last en pr[ocuratie] hebbende van Marij P[iete]rs wed[uwe] van Jan Elbretsz Boots wonende in d Wogmeer als moeder en voogdesse van hare drie onmondige kind[ere]n bij d selve geprocreert met name Corn[elis, Elbert en Reijnou Jans Boots Jan Jan Corne Jansz Boots, Jan en Corn[elisz] Boots
Sijbout van der Wilen als voogt over P[iete]r Corn[elisz] Boots alle kind[eren]en van Jan en Corn[elisz] Elberts Boots als mede Jan IjJsbrantsz Blank wonende in de Hout oder Hem als mede Jacob Kastricum als in huw[elijk] hebbende Trijn Jans Boots wonende alhier op Zandwerff gedateerd 13 April 1722 t zamen beniffens d[e] comp[aran]ten erfgen[amen] van P[iete]r Corn[elisz] Boots in de Purmer overleden d welke in die q[ualietei] t verklaarden wel en deugdelijk verkogt te hebben aan ende ten behoeve van P[iete]r Corn[elisz] Honings wonende alhier op Spierdijk een stukje grasland gelgen binnen dese jurisd[cictie] op Spierdijk gemeld groot in onkoste 500 roeden belent met d ekoopers
ten zuijden en Jan Eggers veert ten nooern bekenn[ende] van d uijtgeloofde kooppenn[ingen] ter zomma van 112 g[u]l[den] te bestalen op 2 meij dagen bij kabert[?] contant betaalt te sijn den laasten penn[ing] met den eersten belovende over sulx in opgem[lde] q[uaitei] t t selve stukje te vrijen en waren van alle lasten en bekommeringe waar mede t selve boven buren en lendens beswaart mogte sijn onder verbant van hare goederen en die van d constituanten alls naar tegten t oircond hebb ik baill[uw] en schout voorn[oem]t na dat deseen ten protocolle bij schepenen was getekent mijn zegul hier aangehangen op den 20 junij 1723
mij present P[iete]r Maartensz Kistemaker Evert Klomp P A Kistemacker |