| Wij Klaas Spaans bailliuw schout tot Spanbr[oek] P[iete]r Maartensz Kisteemaker en Evert
Klomp schepnen aldaar doen kond dat voor ons gecomp[areer]t zijn Corn[elis] Boots wonend Wogmeer en P[iete]r Jansz Boots wonend op Spierdijk onder Spanb[roek] als laste en p[]as hebbende van Jan Jansz Boots, Jan Cornelisz Boots, Sijbout van der Wiellen als voogt over P[iete]r Corn[eli]s Boots / alle kind[er]en van Jan en Corn[eli]sz Elbertsz Boots in d Wogmeer overleden als med[e] Jan Ijsbrants Blank wonende in de Houte item Jacob Castricum als in huw[elijk] hebbende Trijn Jans Boots wonend alhier op Zandwerf bij 'schoegeend doet kent den 13 april 1723 ons chepenen vertoont gesamentlijk beneffens d comp[aran]ten erfgen[amen van P[iete]r Corn[eli]sz Boots der selver
oudoom in d Purmer overleden d welke in die q[ualitei]t verklaarden verkogt te hebben en bij dsen tot een vrije gront eijgendom te cederen en te transp[oerteren] aan end[e] ten behoeve van Marij P[iete]rs wed[uwe] van Jan Elbertsz Boots med[e] erfgen[aam] van d voorn[oemde] P[iete]r Corn[eli]s Boots voor der selver minderjarige kind[er]en een stukje graslandt gelegen op Spierdijk binne dese jurisdictie groot in onkosten twee morgen drie hondert roeden belent met Jan Corn[eli]s Gerts Akker ten zuijden en A[driaa]n Jansz Buurhuis ten noorden bekennende van d uijtgeloofde kooppenn[ingen] ten somma 180 g[u]l[den] t morgen te betalen op 2 meij dagen en bij notarij ___ te sijn den laasten penn[ing] met de
eersten belovende der halven in voors[chreven] q[ualitie]t t selve landt te vrijen en waren van lasten en solemmen[ele] waar med[e] t selve waar med[e] t selve boven onderen lenden beswaart mogte sijn onder verbant als naar regte toirconde hebb ik baill[uw] en schout voorn[oem]t na dat discondten[?] protocolle bij d schepenen was getekent mijn zegel hier onder aan doen hange op de 20 junij 1723 mij present
P[iete]r Maertensz Kistemaker Evert Clomp CA Kistemaker |
|
Copie Wij ondergesz[egd] Marij P[ieter]rs wonend ind[e] Wogmeer als moeder en voogdesse over mijn drie onmondige kind[ere]en als Corn[elis], Elbert en Reijnou Jans Boots, Jan Jans Boots, Jan Corn[eli]sz Boots, Eldert Corn[eli]sz Boots, Sijbout van der Wilen als voogt over P[iete]r Corn[elisz] Boots alle kind[er]en van Jan Elbertsz Boots en Corn[elis] Elberts Boots om d Wogmeer overleden als med[e] Jan Ijsbrands Blank wonende Houte item Jacob Kastricum als in huw[elijk] hebbende Trijn
Jans Boots wonen[de]] tot Zandwerf verklaarden alle als erfge[namen] ab intestato van onzen oud oom overleden d persoone gen[aam]t P[iete]r Corn[elisz] Boots te constitueeren end volmagtig te naken Corn[elis] Boots woonend op d Wogmeer en P[iete]r Jans Boots wonende op Spierdijk welke nevens en med[e] erfgen[amen] sijn van bemelt oud oom P[iete]r Corn[elis] Boots om uijt ondergete[kende] naam te verkoopen bij veijlinge / uijt den hant d lande die hij onser oud oom sij agter gelaten gelegen inde Cogge onder Spanb[roek] sijnde 8 stukjes zame groot 2 1/2 morg[en] genaamt t ven t ander groot 400 roeden en verder na t selve alsoo gedaan sijnd te gana voor d h[er]en schout en schepenen van Spanb[roek] om aldaar uijt
onser aller naam genoemd 2 stukjes lant zij t comp[aran]ts verkogt sijnde over te dragen en te transp[ortere]/n aan de kooper ofte koopers onser aller persoonen en goederen voor alle op sprake of naminge te verbinden cooppenn[ingen] t ontfangen mitsgaders kustengb[rief] van d koopers te ontfangen voor d tweede termijn en voorts alles te doen gelijk of wij ondergesz[egde] selfs present sijnd in cas suject soude konnen en en vermogen te zoe[?] aler aan d sake speciaalder last requir[an]t behoeve wijonderges[chgeren] verklaarde te sullen houden doen houden t gen bij d voorn[oemde] Corn[elis] en P[iete]r Boots in dien sake sal worden gedaan en verrigt onder den verbant als naar regte mits dat gemelde Corn[elis] en P[iete]r Boots veroblig[eerd]
blijven van alle ontfang en uijtgave te doen beloove reken[ing] bewijs en reliqua als naar behoor aan ons ondergh[eteken]de ten oircond getekent op de 13 april 1723 |