Oud Recht 5565 / 32 Spanbroek pdf26-07-2023 pag. 1

 

Compareerde voor Heijndrick P[iete]rsz Pelt
ende Claas Snipman schepenen der stede
ende heerlijcheijt tot Spanbroeck ende
bekende wettelijcken te hebben vercoght ende
bij desen tot eenen vrijen eijgendom op te
dragen aan ende ten behoeve van de voochden
over Corn[elis] Anthonisz anders Corn[eli]s Melisz
Hoochlant
sijn comparants outste soon
testamentaire erffgenaam van Jan Corn[eli]sz
Hoochlants
sijn comparants overleden broeder
alle soodanige intereste van huijer penninge
ofte lijftochte als hem comparant alrede
is compiterend en noch verder jaarlijcx
compiteren sal ( uijt crachte van seeckere
testamentaire disposittie van de voorsz[egde] sijn
broeder comparants broeder Jan Corn[eli]sz
Hoochlant
in dato den achtentwinsten augusti
 

XVJc t seventich voor den not[ari]s Gerrit Zijplant
en seeckere getuijgen tot Opmeer mitsgaders
van sijn comparants moeder Gerberich Jans
in dato den sessentwintichsten november XVJc
tweentsestich
voor den notaris Claas Corn[eli]sz
Cos
en seeckere getuijgen tot Opdam
gepasseert ) van de geregte twee derde parten
van een stucke lant genaamt de Jaag in
groot int geheel ontrent ses morgen een
hondert roeden gelegen tot Nibbuxwoudt
bezuijden aan de weg belent Wijbrant Jansz
Marius
cum cosijs ten westen ende Corn[eli]s
Broerts
erv ten oosten noch van de helft in
een stucke lant genaamt d enieuwe waijt
groot en in t geheel ontrint drie ende een half
morgen gelegen tusschen het Gancker ende
het woudt in de voorsz[egde] jurisdictie van Nibbux
wout noch van een acker saat lant groot
ontrint derdellff hondert roeden mede gelegen
tot nubbuxwout op het voorsz[egde] woudt belent
ten oostne Jacob Claasz ende Wijbrant Jansz
ten westen ende laatstelijck noch van een
stucke lant genaamt het roosjen groot vier
hondert vijftich roedne gelegen in de kaagh inde
jurisdictie van Spanbroeck belent Marij
Aarjans
ten oosten ende Wijart Claasz
Timmerman
ten westen van welcke voorsz[egde]
vercoopinge ende opdrachte de voornoemde
comparant bekende al betaalt en ten vollen
gecontenteerte sijn belovende daaromme
d selve te vrijen en waren van alle lasten
ende beswaarnissen als men in gelijcke
materie schuldich is te doen na t gebruijck
deser ____ ___ ____ lande daar
vooren verbindende sijn persoon ende
generalijck alle sijne goederen niets uijtgesond[ert]
subjecterende die allen rechten ende
rechteren sonder fraude des t oirconde
dese bij de voornoemde schepenen get[ekend]
den 29e november 1678
   Heijnderick Pietersz Pelt
     Claes Snijpman
                              in kennisse van mij secret[ari]s
                                                       J van Twuijver


Homepage | E-mail