| fol[io] 364 Wij Jacob Jansz Aris ende Aerjan Aerjansz beijde schepenen der steede ende heerlijckheijt Spanb[roek] doen cont dat voor ons gecoomen ende gecompareert sijn geweest Gerbrig Jansdr wedue wijllen Cornelis Melisz Hoogh[lan]t onsen meede poortterse geassijsteert met m[eeste]r Dirck Tonisz Gielis schoolm[eeste]r tot Spanb[roek] haren gecooren vooght in deesen in die qualijtte van d eene helft ende oock als principael voor den geheelen vercoop
mitsgaders Anthonij Corn[eli]sz Hoogl[an]t voor hem selven Jan Corn[eli]sz, Meelis Corn[elisz] Hooghl[an]t eende Crijntjen ver mits dabsentti van haren man Corn[eli]s Maerts Hoogendorp te samen geassijsteert ende gestarckt met den h[ee]r Gaef Jacobs Graswijck baliu ende schout en Jan Joris Kaij tsamen haer gecoren voogden in desen te samen in die qual[it]ijte voor dander helft ende bekende gecedeert getransporteert vercoght opgedragen ende quijtgeschonden te hebben soo als sij doen bij deesen den wel ed[ele] heere Jan van Ghalen heere van Spanbr[oek] Spierdijck ende Suijdemeer een stuck grasl[an]t gellege tot Spanb[roek] benoorden t Slimpat genoempt de Weijt achter het huijs tree van t cortte Slimpat groot int geheel in
dijck ende oncosten een mor[gen] IIIJ r[oede]n voort soo groot ende cleijn t selve l[an]t aldaer is gellegen met alles dat daer aen dependeert naest belent den heer van Mattenes heer van Opmeer ten oosten Elbert Tamisz ten Westen ende bekende sij comparanten daer van al geheel t vollen voldaen ende wel betaelt te weesen den laesten pen[ning] metten eersten beloovende daer omme het voorn[oemde] l[an]t te vrijen ende vrij te waren van allen evicktie commer lasten opstael ofte beswaernisse alles naer recht ende costuijme gase voors[egde] steede ende heerlijckh[ei]t Span[broek] alwaert voorsz[egde] l[an]t gelegen is onder verbant van haer persoonen ende goederen present ende toecomende geen van dien ter werelt uijtgesondert maeckende deelve daer voor subjekt dexcuijttie en hooffts van Hollant
ende allen anderen regten alles oprecht sonder argh t oirconden desen bij ons schepenen voorn[oe]mpt geteijckent is bij schout Gaef Jacobs Graswijck onsen baliu laaeten besegellen opten 3 Junij 1660 in kennisse van mij secret[ari]s tot Spanbroeck
Jan Somwijcken |