Wij solvit d[en] 40 pen[ning] |
fol[io] 9 m[eeste]r Pieter van Bijwaert bailliu ende schout der heer lijckheijt van Omeer Jan Evertsz Vlaer en[de] Baert Sijmonsz schepenen aldaer oirconen en[de] kennen dat voor ons gecomen en gecompareert is Jacob Corn[eli]sz wonende inde Egmondermeer ende bekende voor hem ende zijnen erven vercoft opgedragen ende getransporteert te hebben aan Jan Maertsz woonende tot Saerdam een seker stuck grasland groot in oncosten twee morgen gelegen inde Creijl inde voorsz[egde] heerlijcheijt van Opmeer naest belent Sijmon Janssz Lichthert ten westen Corn[elis] Aijkes ten oosten en[de] de waert ofte Bercmeer ten zuijden waer van hij comparant voorsz[egd] bekende al geheel voldaen ende wel betaelt te wesen den
laetsten penninck metten eersten schelt daer omme t voorsz[egde] land vrije ende quijte zijnen wille daermede te mogen doen soo hem gelieven sal vorders belooffde de voorsz[egde] comparant het vorosz[egde] land te vrijen ende vrij te waren van alle opspraken namaningen ende interpelatien nae rechte ende costuijme der voorsz[egde] heerlijcheijt stellende tot eenen vasten vasten onderpande zijn p[er]soon ende alle zijne goederen roeren[de] ende onroerende fheen ter werelt uijtgesondert subjecterende die alle en[de] oock die keure vandien met alle costen schaden en[de] interesten daeromme gedaen ofte geleden depecutie van alle rechten ende rechteren in kennisse der waerheijt soo hebbe ick officier voorn[oem]t mijn zegel in rooden wasse hier onder aen desen
brieve gehangen ende bij de voorsz[egde] schepenen geonderteijckent opten XVJe maij 1629 Jan Evertsen Vlaer Baert Sijmonszoon |