Schout schepenen in overwegingh neemende het neevenstaande versoek door bDirk Rinckel als oom van de minderjaarige voorge draagen hebben alvoorenste disponeeren gehoort de persoo nen van Willem Claasz Knijn en Jan Puttingh die sigh | vergaderingh van schout en scheepenen gehouden op vrijdagh den 3 e december 1762 concentibus de president Jan van der Kamp Claas Boutsz Arij Poen compareerde m[eeste]r collegie van schout en scheepe nen dese steede ende heerlijkheijdt van Hoogh en Aardswoud
Dirk Rinckel wonende in het zuijd ende alhier te kennen gevende dat sijn vrouws broeder Cornelis Weever gewoond hebbende in de Hoogtwouder Lagehoeck ende aldaar in de maand julij jongstleeden overleeden heeft nagelaten sijn weduwe Antje Cornelis en twee minderjarige kinderen genaamt Maartje Cornelis en Jacob Cornelis en welke laastgen[oemde] meede op gisteren deesen werelt is koomen te overleijden en dat alles sonder dat over gem[elde] twee minderjaarigen eenige voorsinninge van voogdije is gedaan en vermits het van de uijtterste verijschen en noodzaakelijkheijdt is dat dezelve twee minder |
verklaarde niet te zullen approberen teegens de dispositie van hem ed[el] agtb[are] en zijn vervol
gens bij deesen aange stelt en gecommitteert tot voogden over de twee minderjaa rige kinderen weijlen Cornelis Weever en Antje Cornelis in het nevenstaande versoek breeder gemelt devoorgemelde persoonen van Willem Claasz Knijn en Jan Puttingh ten eijnde als bij het versoek is gemelt met last om de goederen des boedels te spoedigsten te inventarieseeren en in het verkopen en d verdere bestellingen des boedels na t vereijscher met en interest der minderjarigen te handelen en mits gehouden blijvende aan ons te doen behoorlijke reekeningh en verantwoordingh na luijd der keuren deser steede hier van extract op z[omme] 6 stu[uivers] get__ |
jaarigekinderen op t spoedigsten van voogden werden voorsien soo is sij comp[aran]t mitsdien bij deesen versoekende aan mede actb[are] dat tot voogden over dezelve twee minderjaa rigen mogen worden aangestelt en verkooren de persoonen van Willem Claasz Knijn en Jan Puttingh beijde alhier in Hoogwoude woonagtigh omme gem[elde] kinderne staande hunn minderjaarigheijdt te regeeren en administreeren na behooren |