Wij Aeriaan Jansz Winkel ende Dirk Gerritsz Koster schepenen der stede Abbekerk oirkonden en kennen dat voor ons in eijgener perzoon
compareerde Zijmon Jansz Vlaar woonende op de Midwouder wijzent de welke zeijde verkogt te hebben en dienvolgens in vollen vrijen en erffe lijken eijgendom mits dezen te transporteren en te quiteren aan ende ten behoeve van Jakob Jansz Vlaar zijn comparants broeder opde Midwouder Buurt woonagtig een boerenhuijs erf en werf van vijftig roeden naar de molenmate staande en gelegen aan de midwouder buurt bezuijden den weg waar af naaste geerfdens zijn Herman Hemransz Opgang ten oosten de kinderen van Pieter Taamsz Wognum ten westen met zoodanige geregtigheden en servituten ordnare en extra ordinare gemeenelants onkosten omsla gen en verpondingen als ze te vooren zijn bezeten voorts en behalven dien voor vrij goet zonder eenigen meerdere last of bezwarenisse
ende bekende hij comparant daar af met een hon dert en twee guldens contant geheel voldaan en betaalt te zijn belovende overzulks het voorsz[egde] boeren huijs erf en werf ende den kooper ofte zijnen erven dezen aangaande te vrijen kosteloos en schadeloos te houden voor de evictie en alle andere op of aantaal zoo als men en vrij goet gehoudenis te doen naar regten en costume dezer stede daar voor verbondt hij comparant zijnen perzoon en goederen die speciaal submitterende de judica ture van de vierschaar dezer stede wijders den |