Wij Theunis Klaasz Eerswoud ende Pieter Kornelisz Leeuw schepenen der stede Abbekerk oirkonden
en kennen dat voor ons in eijgener perzoonen compareer =den Jacob Hermansz Bakker ende m[eeste]r Kruijf beijde te Lambertscage woonagtige mitsgaders Jan van der Hoeve secretaris te Abbekerk als aangestelde boede =redders over de nalatenschap van Pieter Poulusz te Lambertschage overleden volgens zeker appoinctement bij schepenen dezer stede den 13 december 1717 ver =leent ende ter volle geinsgreert de welke zeijden in vollen vrijen en erffelijken eijgendom bij dezen te transporteren en te quiteren aan ende ten behoeve van Pieter Kornelisz Boon woonende te Lambertscage een huijs en erve van vijftig roeden naar de dijksmate staande ende gelegen te Lambertscage beoosten aan den weg waar af naaste geerfdens zijn Kornelis
Metijts ten zuijden het kosterije huijs ten noorden enu =gen tijt te voorden door den zelven Pieter Boon in openbare veijlinge gekogt met zoodanige geregtigheden en servitu =ten erfpagt ordinare en extraordinare gemeene lants onkosten omslagen en verpondingen als het voor dezen is bezeten voorts en behalven dien voor vrij gelt zonder eenigen meerderen last of bezwarenisse ende bekende zij comparanten in hunne ge =melde qualiteijt daar af met negen en negentig guldens contant geheel voldaan en betaalt te zijn belovende over zulks het voorsz[egde] huijs en erf ende den opgenoemde Pieter Kornelisz Boon ofte zijnen erven deze naargaande te vrijen kosteloos en schadeloos te houden voor de evictie en alle andere op of aantaal zoo als men vrij gelt gehouden is te doen
naar regten en costume dezer stede onder verbant als naar regten opregt en ter goeder trouwe tot bevestiging der waarheijt deze bij ons schepenen onderteekent en door dne heere jonkh[ee]rWouter Chrisstoffel van Lantschot bailjuw en schout dezerstede gedaan zegelen op den zestienden februarij des jaars zeventien hondert en agtien |