solvit den XL penn[ing]: - f 1: : - Xde verhoog[ing] ,,:-2:- | Wij Johannes van Coevenhoven,
schout tot Heemskerk, Sijmen Sierken en Jan Aker, schepenen aldaar, oirconde en kennen dat voor ons gekomen en verscheenen is, Tijmen Kreijnen, wonende alhier, dewelke bij deezen bekende verkogt, quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben, aan, en ten behoeven de wel Edele Gestrenge Heer m[eeste]r Joachim Rendorp, heere van Marquette, schepen der stadt Amster dam, meesterknaap over Holland en Westvriesland etc[etra] etc[etra], een stukje weijland leggende binnen desen banne, aan duijn, genaamt De Ven of de Akker voor docters huijs, groot 506 Roeden, belent ten oosten de Groot Cie beek, ten westen de wildernis, ten suijden Cornelis Twisk, en Cornelis Schermer, en ten noorden de heer koper. De gemeene lands lasten
en binnenlandse onkosten sijn voor reekening van den selven heer koper ingegaan met nieuwe jaar 1764. Vanwelke verkopinge en opdragte hij compa rant bekende al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te sijn, en dat mette somme van f40:-:- gereet geld, Stellende daaromme de voornoemde heer koper in volkomen possessie en eijgendomme van het voorschr[eve] stukje land, belovende ook het selve ten allen tijden te vrijen en te waaren, van alle lasten, pagten, renten, evictien en creditien, daar het selve voor dato deezes eningsints mede belast, ofte beswaart mogte weezen, alles naar regten van den lande, en costuume van onsen dorpe. Stellende daarvoren ten onderpande specialijk sijn comparants persoon en generalijk alle sijne goederen, roerende als onroeren
de present en toekomende, geene uijtgesondert, makende alle dezelve subject voor alle regten, regteren |