| | Wij Johannes van Coevenhoven schout tot Heemskerk, Jan van Santen en Sijmen Sierikke, Scheepenen aldaar, oirconde
en kennen dat voor ons gekomen en verscheenen sijn, Jacob Groenland, wonende tot Heemskerk als in huwelijk hebbende Aaltje Floris enige nagelaten dogter en erfgenaam van Floris Spanjersbergh voor de eene helft mitsgaders Pieter Wittebroot wonende in de Santpoort onder Velsen, Cornelis Witte broot, wonende tot Wummenum en Pellenaer van der Ham, wonende tot Voorschoten als in huwelijk hebbende Trijntje Wittebrootte te samen kinderen en erfgenamen van Regina Grenseijn voor de wederhelft dewelke bij desen bekende verkogt quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben, aan en ten behoeve van Gijsbert de Haas, wonende alhier op Noordorp eerstelijk een schoon sterk en wel door
timmert huijs, met den erve, sijnde een van outs vermaarde en neeringijke herbergh genaamt De Roo Moolen staande en leggende binnen desenbBanne tot Noordorp voorn[oem]t daar de postwagens verwisselen tusschen Haarlem en Alkmaar a lwaar geen andere neeringh bij menschen geheugen is gedaen, en nogh met goet succes wert gecontinueert, sijnde voorsien met verscheijde soo boven als beneden vertrecken stallinge voor 30 a 40 paarden en 10 koeijen, nevens een buijten stal voor paarden en wagens en een welbeplante tuijn met vrugtbomen, groot te samen 200 roeden belent ten oosten, de Houtwegh ten westen de Schouwbeek, ten suijden de heer Pieter |
solvit den 40 pennoing f79: 7: 8 1/10 verhoog[t] f 7:18:12
| | Rijke en ten noorden Claes Bosman, sijnde belast met een notwegh van't land toebeh orende aan't Gasthuijs van Wijk op Zee. Nogh een stuk land leggende voort huijs over de wegh genaamt Wouter Monden hofstee, en het Akkertje van Maat oos te samen groot 877 Roeden met vinkebaan kolfbaan, moestuijn en verdere beplantinge en bepootingh belent ten oosten de Kerkwegh ten westen de Houtwegh ten suijden Poulus Grasbos, en ten noorden de erven van de heer Van Incourt nogh een stuk land leggende agter thuijs, genaamt Foppen Croft groot 945½ Roeden, belent ten oosten en suijden de Schouwbeek, ten noorden 't Gasthuijs van Wijk op Zee, ten westen Jan Sonnevelt Belast met tien stuijvers erfpagt jaarlijcx
te betalen, aant Elisabeth Gasthuijs, der Stad Haarlem, en heeft een notwegh over 't land van de h[ee]r Pieter Rijke tot de Houtweg toe, laastelijk een stuk land, leggende agter 't huijs van Claas Bosman, groot 1200 Roeden, belent ten oosten de Schouwbeek ten westen Jan Sonnevelt, ten suijden 't Gasthuijs van Wijk op Zee, en ten noorden Jacob Groenland, de voorn[oem]de perceelen sijn wijders belast met een stuijver vier penningen theijns, de gemene lands en andere lasten sijn voor reekening van den koper ingegaan met nieuwe jaar 1749 van welke verkoopinge en opdragte sij comparanten bekende al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te sijn, en dat mette den somme van 3175.-.- gereet gelt stellende daaromme den voornoemden koper in
volkomen possessie en eijgendomme van het voorsz[egde] huijs erff stallinge thuijn en landerijen. Belovende ook deselve, |
| | ten allen tijden te vrijen en te waren van alle lasten, pagten, renten, evictien en creditien, daar deselve voor dato deses enigsints mede belast ofte beswaart mogte wesen, alles naar regten van den lande en costume van onsen dorpe stellende daar voren ten onderpande specialijk sijn comparants persoonen en generalijk alle sijne goederen roerende als onroerdende present en toekomende geene uijtgesondert, makende alle deselve subject voor alle regten, regteren en executien. T' oirconde deeze bij mij schout voorn[oem]t besegelt bij ons schepenen geteekent op den 3 februarij a[nn]o 1749 |