Oud Recht 259 / 211v Heemskerk pdf 17-07-2020 pag. 1

Wij Johannes van Coevenhoven
schout tot Heemskerk, Cornelis Wagemaker
en Jacob Pieterz, schepenen aldaar, oirconde
en kennen dat voor ons gekomen en verschenen
is, de eersame Pieter Stelt, wonende in de
Beverwijk, dewelke bij dezen bekende verkogt,
quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme
opgedragen te hebben aan en ten behoeven van
Willem Bos, wonende alhier op het Hoogdorp,
een stuk land, leggende binnen dezen banne,
genaamt de Berlings Croft, groot 956 roeden
 

solvit den 40e
penn[ing] f 1: -: -
1/10 verh[oging] f,,: 2: -

belent ten suijden Jacob Kermis, ten westen
de Breetslaggerbeek, ten noorden de erven van
Roeloff Hogeboom en ten oosten de Wijkerwegh,
sullende in de verponding contribueren, de somme
van f 5:18:5, van welke verkopinge en opdragte
hij comparant bekende al wel en ten vollen
vernoegt, voldaan en betaalt te sijn en dat
mette somme van f 40:--:-- gereet gelt, stellende
daaromme den voornoemde koper in volkomen
possessie en eijgendomme van het voorsz stuk
land, belovende ook het selve ten allen tijden
te vrijen en te waren van alle lasten, pagten,
renten, evictien en creditien, daar het selve
voor dato dezes eenigsints meede belast ofte
beswaart mogte wezen, alles naar regten van
den landen en costume van onsen dorpe, stellende
daar voren ten onderpande specialijk sijn
comparants perzoon en generalijk alle sijne
goederen, roerende en onroerende, present en
toekomende, geene uijtgesondert, makende alle
deselve subject voor alle regten, regteren en
executien 't oirconde deze bij mij schout voornoemt
bezegelt en bij ons scheepenen geteeckent op
den 27 Meij a[nn]o 1738.

J:v:Coevenhoven

Cornelis Wagemaker
    Jacob Pieters


Homepage | E-mail