| Wij Johannis van Coevenhoven schout tot heemskerck m[eeste]r Pieter Verhammen en Pieter Pietersz Duijnmeijer
schepenen aldaar, oirconde en kennen dat voor ons gecomen en verschenen is, Maartie Floris weduwe wijlen Cornelis Claasz Spanjersberg wonende binnen desen dorpe in de kerckbuert, dewelcke bij desen bekende vercogt, quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben, aan en ten behoeve van Floris Fredricxe wonende binnen desen banne op noordorp een huijs en erff staande en gelegen binnen desen banne op noordorp, groot het erff 200 roeden, belent ten oosten de houtweg, ten zuijden en westen de schoubeeck, ten noorden de weduwe Bosman, Item een stuckelants leggende als boven, genaamt Wou- ter Monden hoffstee, groot 830 roeden , belent ten westen de houtweg, ten suijden de stad Haarlem |
solvit den 40e en
1/10 verh[oging] 1/2 door Floris Fredricxs f11: -: - solvit den 40e en 1/10 verh[oging] 1/2 door Maar tie Floris f11: -: - | ten oosten de kerckweg, ten noorden 't volgende stuckje, Item een ackertie lants, gelegen als boven, genaamt het ackertie van Maat Oos groot 47 roeden, belent ten zuijden 't voorgaande stuck, ten oosten de kerckweg, ten noorden de heer van Incoert, ten westen de houtwegh Item een stuckelants gelegen alsboven, genaamt foppen croft, groot 945,5 roeden, belent ten oosten en suijden de schoubeeck, ten westen Jacob Sonne- velt, ten noorden het gasthuijs van wijck op zee dit laaste stuck land is belast met tien stuijvers jaarlijcx te betalen aan het Elisabet gasthuijs
der stad Haarlem, van welcke vercopinge en op- dragte sij comparant bekende al wel en ten vol- len vernoegt voldaan en betaalt te sijn, en dat mette somme van f 800-0-0 gereet gelt stellende daaromme den voornoemden coper in volcomen possessie en eijgendomme vant voors huijs, erff, en stuckelants, belovende oock deselve ten allen tijden te vrijen en te waren, van alle lasten, pagten, renten, evicti- en, en creditien, daart selve voor dato deses enig- sints mede belast ofte beswaart mogte wesen alles naar regten van den landen en costume van onsen dorpe, stellende daarvoren ten onder- pande specialijck haar persoon, en generalijck alle haare goederen, roerende en onroerende present en toecomende, gene uijtgesondert, maac- kende alle deselve subject voor alle regten, reg-
teren, en executien, t'oirconde dese bij mij schout voornoemt bezegelt en bij ons schepenen geteeckent op den 20 januarij a[nn]o 1722 |