Oud Recht 257 / 106 Heemskerk pdf 23-09-2020 pag. 1

solvit den 40
penn[ing] en 1/10
verh[oogt] 1:10:4

Wij Adriaen van Coevenhoven schout tot heems-
kerck, Cornelis Claasz Spanjersbergh en Cornelis Groen-
lant
schepenen aldaer, oirconde en kennen, dat voor
ons gecomen en verschenen is, de voornoemde heer comparant
ende bekende in die qualite vercoght quijtgescholden en
tot een vrijen eijgendom opgedraegen te hebben, aan
en ten behoeve van Floris Fredricxe wonende alhier
een stuckelants leggende binnen desen banne ge-
naemt het paardelant van Jan Dieloffsz, groot 896 roe-
den, belent ten suijden Jacob Lourisz als bruijcker, ten
westen Cornelis Spanjersbergh , van welcke vercopinge
en opdraghte hij h[ee]r comp[aran]t bekende al wel en ten vollen
vernoeght voldaan en betaalt te sijn, en dat mette
somme van f 55,,0,,0 gereet gelt, stellende daarom-
me den voornoemde coper in volcomen possessie en eijgendom-
me vant voorsz[egde] stuckelants, belovende oock het
selve ten allen tijden te vrijen en te waeren van alle
lasten, paghten, renten, evictien, en creditien
daart selve voor dato deses enighsints mede belast
ofte beswaart moghte wesen, alles naar reghten
van den lande en costume van onsen dorpe, stellen[de]
daervoren ten onderpande specialijck sijn persoon
en generalijck alle sijne goederen roerende en on-
roerende present en toecomende gene uijtgesondert
maackende alle deselve subject voor alle reghten
reghteren en executien, T'oirconde dese bij mij
schout voorn[oem]t besegelt, en bij ons schepenen geteec-
kent opden 1e augustij a[nn]o 1710

A:v: Coevenhoven   Corn[elis] Spanjersbergh
                                C. Groenlandt


Homepage | E-mail