|
Wij Adriaen van Coevenhoven schout tot eemskerck, Cornelis Gijsberts ende Pieter Jansz Pieten schepenen aldaer, oirconde en kennen, dat voor ons gecomen ende verschenen sijn, Sijmen Dircxe Oudendijck, Jan Pieters Rijckeman woonende alhier in qualite als voogden over het onmondige kindt van saliger Jan Lourisz Hogewerf ende Antie Maartens, Item Cornelis Lourisz Hogewerf als oom over dito kindt, dewelcke bij desen bekende verkogt quijtgescholden ende tot een vrijen eijgen opgedragen te hebben aen ende ten behoeve van Willem Gerrits woonende tot spaerwoude twee ackers saet- lant leggende binnen desen banne op de geest aende oostersij voor het huis van Gerrit Gijsen daer de laen over gaet, groot omtrent 600 roeden, belent ten
oosten Gerrit Gijsen, ten westen de wegh, ten suijden de luenacker, ten noorden Anne Louris, van welcke verkopinge en opdragte sij comparanten in qualite voors be- kende al wel ende ten vollen voldaen en betaelt te sijn, ende dat met een custingbrief op heden gepas- seert, stellende daeromme den voornoemde coper in volcomen possessie ende eijgendomme vande voors croffies landt, belovende oock deselve ten allen tijden te vrijen ende waren van alle lasten, paghten, renten evictien, ende creditien, daer deselve voor dato deses eenighsints mede belast ofte beswaart moghte wesen, alles naer reghten vanden lande, ende costume van onse dorpe, onder verbant als naer reghten, T'oirconde dese bij mij schout voornoemt besegelt, ende bij ons schepenen geteeckent, den 4e october 1698 |