| Wij Willem Bouwensz vande Maer schout Cornelis Lourisz Stuijfsant ende Cornelis Lourisz Rijckeman scheepenen aldaer oirconden ende kennen
dat voor ons gecompareert is Louris Jansz Hoogewerff onse buijrman ende bekende bij dese vercoft quijtgeschonden ende tot vrij eijgen opgedragen te hebben aen ende ten behoeve van Willem Bartholomiesz outburgermester der steede beverwijck een perceeltje lants gelegen bij thuijs te Merquet genaemt goodts bos groot ontrent twee hondert seevenen veertich roeden belent aent aent oost de wateringh aent suijden kuijpers- ven, aent west de Hoogh Eed[ele]. Heer van Merquet ende comparant selffe, ende aent noorden de stadt haerlem, belast met des heeren tijns voorder vrij lant als buijren landen van welcke vercoopinge ende opdraghte hij comparant bekende al ende ten vollen vernoecht voldaen ende wel betaelt te sijn mette somme van een hondert veertich gulden
stellende daerom de voorn[oemde] Willem Bartholomiesz in volcoomen possessie ende eijgendomme vant voors lant beloovende hij comparant voor hem ende sijnen erven tselve te allen tijde te vrijen ende te waeren gelijck als men vrij lant schuldich is te vrijen ende te waeren van alle lasten ende opstallen daer tselve voor dato deser eenichsints meede belast ende beswaert mochte sijn alles nae rechte |