folio 153 ij Allert Jansz Bonckenburch schout tot Uijtgeest Gerrit Ijsbrants ende Claesz Louwersz Backer schepenen aldaer oirconden ende kennen dat voor ons gecompareert is Pieter Pietersz Kerman onsen buijrknecht geassisteert sijnde met P[iete]r Sijmonsz Bouckenburch ende Jan Fransz Schipper sijne oomen ende bloetvoochden ende bekende met consent van de selve vercost quijtgeschonden ende tot vrij eijgen opgedragen te hebben aen ende ten behoeve van Steffen Jacobsz kinderen buijrman een huijs met sijn erff staende ende gelegen binnen onsen dorpe opte achter buijrt groot jet erff int morgenboeck twee snesen doch bij den
hoop sonder maet soo als t selve binnen sijne belendenen staende ende gelegen es belent ten oosten de schoolmeester ende Dirck Jacobsz Vennen ten suijden Dirck Odewijns ten westen Heijndrick Jacobsz ten noorden de nieuwe wech ende dat voorde zomme van 480 gul[den] voegen te betaelen op soo danijge termijnen als de custingh brieff daer van gepasseert uijt wijst stelde hij comparant daeromme de voorn[oemde] Steffen Jacobsz in volcomen possessie ende eijgendomme vna t voornsz[egde] huijs ende erff belovende voor hem ende sijnen erven t selve ten allen tijden te vrijen ende te waren gelijck als men vrij huijs ende erff schuldich is te vrijen ende te waren van allen lasten op stallen ende servituten daer t selve voor dato deeser eenichsints meedde belast ende beswaert mochte weesen alles nae
rechte van den lande ende costume van onsen dorpe stellende
daerom hij comparant in de voorsz[egde] qualite daer voor ten onder pande sijn persoon ende general[ijk] alle sijne goederen roerende ende onroeren[de] present ende toecomende geene uijtgesondert maecken[de] d selve alle daer voor subiect t bedwangh van alen rechten rehteren ende executien t oirconde deeen bij mij schout voornoemt besegelt ende bij ons schepenen geteeckent actum den seevenden meij XVJc t seeventich |