W | ij Barent de Jonghe schout Maerten Huijgen van t Hoff ende Gerrit Heinricxs schepen[en] tot Assend[elft] doen kondt allen luijden dat voor ons gecomen ende geco[mpar] eert is Cornelis Engelsz van t Hoff onsen buerman uijt na[am] ende van wegen Gerrit Cornelisz soon en in desen hem daer voor streckmakende ende hij comparant bekende in qua[liteit] voorsz[egd] voor hem sijnen erven ende nacomel[ingen] wel en wettel[ijk] vercost geceddeert en transporteert hebben vercoste cedeerde tra[nsporteerde] bij desen tot een vrijen eijgen Jan Engelsz mede onsen buer[man] een stuck een gerecht vierde paert van t huijs en hoij huijs en erff dat de koper gemeen tegen woordich bewoont staen[de]
en leggende binnen onsen banne belent onverdeelt en m[et] de koper gemeen belent ten noord oost Trijn Maertens ten suijt westen 's heeren wech ten suijt weesten Pieter Sijs Schonen ende ten noord westende kooper selver ende hij comparant bekende in qualite vorsz[egd] voorsz[egde] voor de k[oop] ende opdrachte van t voorsz[egde] gedeelte van huijs en hoij huijs en erff al voldaen wel vernoecht en te wesen vollen betaelt _ den lesten penn[ing] met eersten beloovende voorts t voorsz[egde] gedeelte van hijs Hoij huijs en erff te vrijen en te w[aren] gelijck men van huijs en erff binnen ten ban van Assend[elft] schuldich is te vrijen en te waeren al vrij sonder eenig beswarenisse van pachten oft renten anders dan fr_- dijckgagie met sulcke last als ander bueren huijsen
schuldich sijn te dragen ende waert saecke datMaerten Huijgen van t Hoff aende waernisse van t voorsz[egde] gedeelte van huijs en hoij |
# sijn erven ende nacomel[ingen] altijt vrij vast en wel ghouden wesen omme t haer te mogen verhaelen | huijs en erff eenigh gebreck geschiede wel oft __ en niet vrij waer als voorsz[egd] is soo zullen de voortn[oemde] Jan Engelsz # aen alle des voorn[oemdep comparant sijn erven |
| en nacomel[ingen] goed[er]en roerende en onroerende present en toecomen[de] egeen ter werelt uijt gesondert met bed[wang] van alle recht en rechteren sonder # van de voorn[oemde] sal |
# fraude t oirconde en indes waerheijts kennisse heb ick schout voorsz[egd]
desen brieff in presentie | die desen mits sij selver geen segel en gebruijcken onder teijckent hebben ten versoecke van de voorn[oemdep compara[nt] besegelt met mijn segel hier benden aen gehan[gen] op ten XXIJ en septembrijs XVJc vier en dertich |
| Maerten Huijgensz van t Hoff B de Jonge Gerrit Heindricksz |