| 235 Wij Barendt de schoudt Jan Jansz Peet, Albert Engelsz Bieren schepenen tot Assendelft doen kondt allen luijden dat voor ons gecomen ende gecompareert is Dirck Heijnricxs Groen poorter stadt Alckmaer als procuratie hebbende van de eerbare jufvrou Cornelia van Swieten weduwe wijlent m[eester]s Nicolaes Doedesz poorterse der stadt haerlem ende hij comparante belenden uijt krachte van de selve procuratie van date den XXIJ en januarij t een en dertich alhier ter prothoclo geregisstreert vercost ende cedeert ende getranspor teert te hebben vercoste cedeerde ende transporteerde bij desen tot eenen vrijen eijgen Gerrit Cornelis van t
Hoff onsen buijerman een stucke landt genaempt de ses geers groot acht hondert vier roeden gelegen buijten huijsen binnen onsen banne belent ten noort oosten Pieter Cornelis ten suijt oosten Huijc Allert Gerriden weduwe ende kinderen tot suijt westen de wech sloot ende hij comp[aran]t bekende in qualitijte voorsz[egd] voor de koope ende opdrachte van het voorsz[egde] lant al voldaen ende ten vollen vernoecht te wesen den lesten penninck metten ersten belovende dien volgende tvoorszegde landt te vrijen ende te waeren sonder eenighe beswaernisse van pachten ofte rentens anders dan sij dijckaijge wech wateringe als buijren landen ende waert saecke dat ter aende waernisse van t t voorsz[egde] landt eenich gebreck aen geschiede viel ofte quam ende niet vrij en waer als voorz[egd] is soo sullen
de voorn[oemde] Gerrit Cornelisz sijnen erven ende naeco melingen altijt vrij vast ene welgehouden wesen omme t haer te moegen verhaelen aen allen des voors[egde] weduwe haerne erven ende naecomelingen goede[re]n roerende ende onroerende present end etoecomende egeen ter wer[e]lt uijtgesondert die hij comparant uijt kracht als vooren daer vooren submitteert t bedwanck van alle rechte ende rechteren sonder froude t oorconde ende in des waerheijts kennisse heb ick schout voorsz[egd] desen brieff in presentie van de voorn[oemde] schepenen die dezen mists sij selver geen seegel en gebruijcken onderteijkent hebben ten verooecken van de voorn[oemde] comparant besegelt met mijnen zegel hijer beneden aen gehangen op ten XJen maij a[n]no XVJc een en dertich
B de Jonge Jan Iansoon Peet Aelbert Engelsen |