Wij Pieter Jansz de Jonge schout Claes Roeloffsz ende Maerten Huijgen van t Hoff schepenen tot Assendelft doe condt allen luijden dat voor ons gecomen ende geco[mm]p[ar]eert is Engel Willemsz Schipper mede onze buijerman ende bekende van de erffenamen van Duijff Cock Heijnen ende Jan Willemsz we[du]wenaer van de Duijf gecost te hebben soe hij coste midts deze een stucke lants genaempt Heijlkewer met zijn uuijterdijck groot t samen omtrent XIc roeden leggende buijten huijssen in onzen banne belent Adriaen Jansz aende noort oost zijde ende Aelbert Huijbertsz met zijn zuster aende zuij west zijde streckende van de wechsloot off totten ije toe
ende dit voor de somme van negenthien hondert gulden te betaelen vrij costeloos sonder eenige affcortinge oop drie toecomende mije elcke meije een gerecht derden deel midts dat expressel[ijk] in de coope onder spreecken is dattet voorsz[egde] land voorde voorsz[egde] custinge verbonden ende verhijpotequert soude blijven soe hij comparant te rcausse van dezen ende in co[n]formiteijt van ien daer vore verbindt ende verhijpotequeert midts dezen mitsgaders alle zijne andere geoderen omme daer aen ende aende keure van dien bij gebrecke van betalinge met alle vorder costen schulden schaden ende interesten eenich sints te lijden bij de voorn[oemde[erbare] erffgenamen ende Jan Willemsz verhaelt geint ende geexecuteert te worden met alle recht ende rechteren t oorconde soe hebbe ick
schout voorsz[egd] desen brieff in presentie van de voorn[oemde] schepenen die desen midts zij zelver geen seegel en gebruijcken ondertijeckent hebben ten versoecke van de voorn[oemde] comparant beseegelt met mijnen seegel hijer beneden aen gehangen opten naest lasten dach in februarij a[nn]o XVJc achtien |