. . . .

Leendert van Willigen woonen
de binnen deze stadt als in huwelijk hebbende Maria
Voorhout dogter en mede erffgenaam van wijlen
s[alige]^r Adriaan Voorhout en uijt dien hooffde regt
hebbende voor een derde tot desselfs nalatenschap welke
de voorn[oemde] zijne schoonvader bij zijn testament voor
de heer Arent Klaver als not[ari]^s en twee getuijgen binnen
deze stadt gepass[eer]^t den 23 novemb[er] 1730 heeft ge
wilt en begeert dat zijn geheel onverdeelt en tussen
desselfs dessendenten gemeen zoude blijven ter tijdt
en wijlen zijn jongste kindt zoude gekomen wesen
tot ouderdom van vijffentwintigh jaeren off eerder
huwelijken state en verklaarden hij comparant nu ver
koght te hebben dierhalven bij desn te cedeeren trans
  

porteeren enin volle vrij eijgendom op te dragen aan ende ten
behoeve van zijn comp[aran]^ts zwagers Cornelis Voorhout zoodanige
geregte derde portie als hij comparant in het gemeene hijs
en erve staende ende gelegen binnen dese stadt in de nieuwe
stadt belendt s[alige]^r Cornelis Voorhoudt voorn[oem]^t ten westen en
Trijntje Dirksz Betten oosten bij de voorn[oemde] zijnen comp[aran]^t schoon
vader onder anderen nagelaten en bij de voorn[oemde] zijnne zwager
Cornelis Voorhout thans werdende bewoont bereets is heb
bende en op het meerderjarig worden van zijn comp[aran]^ts nogh
minderjarige zwager Sijmon Voorhout vollediger zal komen
te krijgne van welke verkopinge cessie overdragte
hij comp[aran]^t bekende al voldaan en wel betaalt te zijn den
laasten penn[ing] met den eersten beloovende vervolgens
het voors[chreven] verkogte te zullen vrije en waeren van alle
lasten beswaarnissen waar mede het zelve eenigsints
belast ofte beswaart zoude mogen wesen onde rver
bandt van zijn comp[aran]^ts persoon en generalijk alle zijne
goederen als na regeten coop[peninge] f 400:,:,, c:t schepeenen
A Baert ende Simon Schoenmaker den 21 october 1747

. . . .