f775:c[ontan]t deese gans geen voortgang | Wij gecompareert zijn Otto Krenelingh en Abraham
Dulleman als testamentair executeurs en voogden over Catharina en Aeltje Jans daarenboven ten deesen geauthoris[eer]t bij apointem[en]t van deesen ed[el] achtb[are] geregte in dato 24 9ber[=november] 1719 RtmMt 138 M.R. f[oli]o 132 Geesie Jans bejaarde dogter geassisteert met de voorn[oemde] Otto Kerne ling als haar gecoorn voogd in deesen en benvens Ab[ram] Dulleman en hare virendeel zijnde de voorn[oemde] Geesie, Catharina en Aeltje Jans kinderen van Stijntie Pieters Staalberg en ider voor 1/3 erfgen[amen] van haar oom Carsten Pietersz Staalberg etc[etra] gelieden in die q[ualitei]t vercogt etc[etra] edog de voorn[oemde] Geesie met
de geseide voogdes hand bij weitchen[?] te hebben aan Jacobus Carel Cuvel een huijsje en erve staande en leggende aande zuidzijde van de Laurierstraat in de oude waale weeshuijs poort zijnde t laatste perceeltie aan de linkerhand nader uitgedruct in de brief van quijtscheldinge den 11 jan[uarie] 1714 ten behoeve van de voorn[oemde] Carsten Pietersz Staalberg verleden waar door etc[etra] en zij comp[aran]ten in q[ualitei]t voorsz[egd] gelieden etc[etra] zo dat zij daaromme beloofden onder t verband van alle de nagelate goederen van de voorsz[egde] Carsten Pietersz Staalberg en zij Geesie Jans onder verbant van alle hare ijge goederen roerende etc[etra] t voorsz[egde] perceel te vrijen etc[etra] zonder arg etc[etra] in oirconde verleden | |