f 1700: termijnen na de brieven in dezer d 1'een executie brieff
ten behoeve van Hem Jacob enm[eeste]r Dirck Claesz in dato 7 octob[er] 1638 de3 ten behoeve van Andries Gerritsz en Dirck Claesz te zamen de helft in dato 9 octb[er] 1652 d 2tem behoeve van Claes Pietersz voor d 11/2 in dato 14 feb[ruari] 1651 de4 ten behoeve van Dirck Claesz voor 1/4 in dato 8 maii 1655 de5 ten behoeve va de cooper in deze voor d 1/2 in dato p[ri]mo julii 1682 |
Wij Egbert de Vrij en Dirk Pater schepenen in Amsterdam oirconden en kennen dat voor ons gecompareert is Dirck Claesz Fuijk m[eeste]r scheeps timmerman ende geliede vercogt opgedragen en quijtgeschonden te hebben aan Rieuwert Cornelisz Spijkerboor de helfte van het getimmerte (waer van de cooper het d andere helfte toebehoord) staende op een timmerwerff de stad toebehorende gelegen op het achterste eijland over de zoutkeeten nader uijtgedrukt in de brieven van quijtscheldinge waerdoordezen etc[etr]a welverstaende dat voor het gebruijk van de grond van de voorsz[egde] __ tim merwerfff jaerlijx aen deze stad betaelt werd aan huur de somme van een en tachtig guld[en] 4 st[uivers] in het geheel welcke huurpenninge de voorsz[egde] cooper
mede comparerende verclaerde voor dedeze helfte van p[]mo deser aff tot sijnen laste te hebben genomen en sig te zullen reguleren nae de conditien daer van ter thesaurie alhier berustende ende hij eerste comparant geliede daer van al voldaen en wel betaelt te zijn den laesten penning met den eersten soodat hij daeromme belofode (onder het verband van alle sijne goederen roerende etc[etr]a de voorsz[egde] helfte in het gemelte getimmerte te vrijen en vrij te waren jaer en dag als men in |