Archief van Schepen 5062-188 / 154 Amsterdam pdf 08-10-2021 pag. 1

                Matue Twisk

w1

mulden
 
 
 
     f155-

    moetende deze zelgels /: de welke
op den 26e v[an de] bloeimaand 1809 ter secretarij
zijn betaald ) dienen tot transport van
een huis en agterhuis op de keijzersgragt
wijk 51 n[ummer]o 15, 16 en 17 op den 6 e maart 1809
verkogt aan Arend Musqueties
        den8 e v[an de] bloeim[aan]d 1809

manjels

     n[ummer]o 440

                A Ouwens

f 5150:-:- cont[ant]
      12.17-8½ _
f 5162.17.8-
      gesz[]

Compareerde voor schepenen derstad Amsterdam

dat voor ons gecompaard is Jan Twisk Cornelisz
als min en benevens Gerrit Twisk Cornelisz
zo te samen als iedes van hun int bij zonder bij acte op den
14 april 1809 voor den not[ari]s m[eeste]r Jan Fabius get[ekent]
gepaseerd Cos V J ten deze speciaal genoemd van Pieter
Roos
weduw[naa]r van blijkens huwelijkse voorwaarden op
den 29 september des jaars 1772 voorden not[ari]s Willlem van
Vlooten
get[eken]t gepaseerd buijten gemeenschap van goederen
getrouwd geweest met Henrietta johanna van Ijsseldijk bij
 

bij de welke hij const[ituant] in huwelijk heeft verwekt drie
kinderen met naamen Johanne Catharina Geertruij
Roos
huijsvrouw van d[octe]r Hendrik Johannes Schregardus,
Johanna Maria Roos
huijsvrouw van Paulus Griethuijsen en
in Eva Clarina Roos meerderjarig en ongehuwd den welke bij
acte in datu 22 en 26 februarij 1808 voor den not[ari]s Abraham van
Beem
get[eken]t gepaseerd ( om zo veel des noods) hebben genomineerd
van alzodanig recht als dezelve uitkragte van voorn[oemd] e huwelijk
sche voorwaarden wegens hunne moederlijke nalatenschap zouden kon
sustineere te hebbe op alle de vaste goedren van voorsz[egde] hunne vader
den const[ituan]t in deezen en
 

Munsten

Massen

 

 

 

de welke bekende
en geleide en comp vanwegen den const[ituan]t op den 6e maart 1809
in publ[iek] veel is verkogt te hebben en als nu in vollen en vrijen eigendom op te dr[agen] getuiteert aan
Arend Misquetter een huijs agterhuijs tuijne erve
staanden en gelegen op de Keizersgragt n[oord] z[ijde] nabij de Brouwers
gragt get[ekend] D 13 g 11 n[ummer]o 383 n[ummer]o 51 n[ummer]o 15-16-17
n[ummer]o 16 swart aan hem const[ituant] opgedragen bij ordere quijtat[?]
sas dato 6 december 1793 en dat met zo danige belendenen zo
als in n[ummer]o 1
te vande koopp[eningen] ter somma van f 5162:17:8 ten vollen
en bekende hij comp[aran]t dus was vold[aan] wel bet[aal]d te zijn den get
 

Oole
van Harlingen

betaalde penn met een extra zo dat hij daer omme beloof
de (onder verbande van ,sup>alle zijn principaals penningen goederen ten
hande etc
i[n] t voorn[oemde] getransporteerde te zullen vrijen
vrijwaaren jaar en dag als men in gelijke schuldig is te doen
all oude brieven af tenemen zonder arg of list
in gevolge de
wet
        deeze getekend en bezegeld den 15 van zome
                      maand 1809

  solvit als saem... f 77.10 -
        den 13 van zomer maand 1809
de verpond[ing] van 1808 zijn vold[aan] volg[ens] mij
            vertoonde quit[antie]
            J G Bannius van Harlingen
                        not[ari]s

 

A A van der Marck

A Q van Persijn

         1809

in kennisse van mij secretaris

         Hr Helder


 

f37.-.-                                    
 

f 1220:-:- cont[ant]
        3.1-½ _
f 1223:1-

        gesz[]

Compareerde etc[etr]a

dat voor gecompaard is dezelve als in laat voorgaande tot
verkopers naam die in desen zijn moet Isabel Corbet meerderjarig
en ongehuwd een pakhuise erve genaamd het kleijne anker
staande en gelegen op de korte princegragt tuschen de Haerlemmerdijk en
 

 
Oole
van Harlingen

en houttuijnen get[ekend] D 12 G 1 n[ummer]o 35 n[ummer]o 52 n[ummer]o 1536 n[ummer]o 15277
swart aan hem const[ituan]t opgedr[agen] bij ordin[aris] quitsch[elcint d[en] 30 april 1794
en dat met zodanige belendenen alier baart voorgande 1800
in dato
en bekende hij comp[aran]t van de kooppenn[ingen] ter somme van
f 1223:1 ten vollen vold[aan] en bet[aal]d te wezen zo als in laatste van f tot den
einde toe
deese getekende en bezegeld den 15 van zomer maand 1809

solvit alssaem... f 18.10 -
        den 13 van zomer maand 1809
de verpond[ing] van 1808 zijn vold[aan] volg[ens] mij
            vertoonde quit[antie]
            J G Bannius van Harlingen
                        not[ari]s

 

A A van der Marck

A Q van Persijn

         1809
in kennisse van mij secretaris
            Hr Helder


 


Homepage | E-mail