Archief van schepenen 5062-100 / 210 Amsterdam pdf 27-06-2011 pag. 1

 
f1000 C:

      ^ Lucas Pels en Dirk Trip
Wij Jan Heij_____ en mr _____
dirkz _________
schepenen etc[eter]a gecompareerd
zijn Jacobus Roeland de oude weduwnaar en boedel
houder van Maria Briat, Grietje Briat wed[uw]e
en boed[houdste]r van Philip Boulant, Jaen Pierre de la
Lande
in huwelijk hebbende Jannetje Briat, Jacobus
Briat
soon en mede erfgenaam van Jan Briat ende
nog de voorn[oemde] Jean Pierre de la Lande als voogd over
Maria Briat die mede en dogter en erfgenaam is
van de voorn[oemde] Jan Briat welke Maria, Grietje en
Jannetje Briat kinderen mitsgaders de voorsz[egde] Jacobus
en Maria Briat kinds kinderen en gesamentlijk erf
genamen zijn van hunne vader en grootvader Jacob
Briat
en van hunne behouwd moeder Jacomijntje
Mouche
die met de voorsz[egde] Jacob Briat
 

211                                                   27

van goederen is getrouwt en voor een kinds gedeelte
mede erfgenaam van de selve Jacob Briat geweest
wezende de voorn[oemde] Jean Pierre de la Lande ten op
sigte van de voorsz[egde] minderjarige bij appoinctement
van de ed[el] achtba[are] heeren schepenen alhier in dato
24 jan[uari] 1722 r[egis]ter i t 148 S.M.R f[olio] 129 ons schepenen
vertoont geauthoriseert en zijnde de voorsz[egde] Grietje
Briat
geassisteert met Jacobus Roeland de Oude
hare vierendelen etc[etra] ende gelieden sij comp[aran]ten in q[ualitei]te
voorn[oemt] te weeten ten opsigte van de voorsz[egde] Grietje
Briat
met de voorsz[egde] voogds hand bij welke etc[etra]
verkost etc[etra] aan Ewout Silleman een huijs en
erve staande en leggende op de Loijersgraft in de
Hanegang tegenwoordig bewoond werdende bij Pieter
Balt
belden van agter met een gemeene muur met
Jan Stam soo verre als nu bebouwt is en voor een
eijgen regenbak en verders met sodanige vrijheden
en servituten als voorn[oemde] perceel ter plaatse voorn[oemt]
beheijnt en betimmert staat en volgens de oude opdragt
in dato 15 meij 1699 houdende ten behoeve van de voorsz[egde]
Jacob Briat waar tie ub deseb werd gerefereerd
en gelieden sij comp[aran]ten hier van etc[etra] soo dat sij daaromme
in qualite voorsz[egde] als principalen mitsgaders Jacob
Roeland de Oude
m[eeste]r lintwerker in de Lelijstraat en
Jean Pierre de la Lande weversbaas op de Loijergraft
naast t engelsche Weeshuijs voor ons schepenen mede
comparerende als borgen (onder renunciatie van de
beneficien ordinis divisionis et excussionis den
effecte etc[etra]) beloofden (onder verband van alle hunne
in der minderjarige goederen roerende etc[etra]) t voorsz[egde]
perceel te vrijen etc[etra] Des beloofde etc[etra] sonder etc[etra]
in oirkonde etc[etra] den 12 april 1726


Homepage | E-mail